van een indische familie
Malaise-tijd
In herinnering gaan we terug naar de jaren dertig.
Wij, kinderen uit een groot gezin, genoten van al hetgeen het leven in de
tropen aan jongeren bood.
In de vakanties maakten we vroege morgenwandelingen over de galangans
van de sawah's en dwaalden we langs de kamponghuisjes om hier en daar
pisang goreng te verschalken. Deze kostten destijds 1 cent per stuk.
Het meest avontuurlijke vonden we de tocht door de kali. Van de ene kei
sprongen we op de andere. Hoe triomfantelijk keken we, als we droog aan
de andere zijde van de rivier stonden.
BELEVENISSEN
Onvergetelijk waren de logeerpartijen
bij familie in de bergen. Vaak brachten
we weekenden door op Meester-
Cornelis; de afstand van Buitenzorg naar
deze plaats was immers niet zo groot.
Vader was bevriend met de eigenaar van
een taxi-bedrijf, een Chinees die zijn
huurwagens had gemerkt met een witte
bol op de zijdeuren. Hieraan kon men
dus een taxi herkennen. De vriendelijke
Chinees had altijd wel wagens, die leeg
naar Batavia reden en ook wel, die leeg
huiswaarts keerden. Zo kwam het, dat
we vele malen met z'n allen voor weinig
geld een weekend bezoek brachten bij
familie in Meester-Cornelis.
Wat er in de grote-mensenwereld
plaatsvond, ontging ons voor een groot
deel, totdat Vader en Moeder ons op
een dag bijeen riepen. De drie kleintjes
werden de tuin ingestuurd. De vier
oudsten moesten luisteren. Nachten lang
had Vader wakker gelegen. Eindelijk was
hij ertoe gekomen er met Moeder over
te spreken. Wat zou die ervan vinden?
Er werden op het werk zoveel mensen
ontslagen. De laatstbenoemden zouden
het eerst van de werknemerslijst wor
den geschrapt. Nu zou er een jong gezin
aan de beurt komen. Vader was ge
schrokken, toen z'n baas hem dat mee
deelde. Het was zijn taak deze jobstijding
over te brengen. De gedachten daaraan
hadden hem slapeloze nachten bezorgd.
Toen op eenmaal had hij voor zichzelf
een besluit genomen. Als hij een jaar
eerder met pensioen zou gaan, zou het
jonge gezin zeker nog een poosje ge
spaard kunnen blijven.
Hoe dacht Moeder hierover?
Ze had gezegd: "Maar lieve man, heb je
wel aan onze kinderen gedacht? Je be
sluit zal hen treffen. Hoe zullen we van
het pensioen de dure scholen betalen.
Drie van hen zijn in de laatste jaren van
de middelbare school".
Vader had zich echter niet uit het veld
laten slaan. Tot in het minutieuze had hij
het plan uitgewerkt. Het ontslag moest
meteen ingaan en dan zou het hele gezin
naar Nederland reizen. Daar zou het le
ven goedkoper zijn: grote gezinnen hoef
den bijna geen schoolgeld te betalen en
huizen kon men er voor een klein be
drag huren. Natuurlijk waren daarmede
niet alle bezwaren van de tafel geveegd.
Het was vanzelfsprekend, dat alles met
de vier oudsten besproken moest wor
den.
Zo gebeurde het, dat Moeder, Vader en
de vier groten het probleem onder de
loep namen.
Vader liep de brede voorgalerij op en
neer,terwijl Moeder, dochter en drie zo
nen op het rotan zitje hadden plaats
genomen.
Vol spanning wachtten de jongelui en ke
ken hun ijsberende Vader vragend aan.
Deze stak van wal en vertelde, wat hem
zo benauwde. Daarbij vergat hij niet op
de moeilijkheden die er voor hen waren
te wijzen: zij zouden niet alleen midden
in het schooljaar van school moeten ver
anderen, maar ze zouden ook al hun
vrienden en vriendinnen moeten achter
laten.
Voor Moeder zou de overgang evenmin
gemakkelijk wezen. In Nederland zouden
er geen baboes zijn, die haar konden hel
pen.
"Ik ben er toch", zei ik als dochter dap
per zonder te beseffen, wat een huis
houden in Nederland inhield.
De jongens keken elkaar vragend aan.
Toen sprongen ze blij op. Het was alsof
de verandering alleen maar vreugde zou
brengen. Ze leken net koeien, die ver
weid werden, en die nu zouden kunnen
genieten van het verse gras, dat hun ge
boden werd.
Vader en Moeder haalden opgelucht
adem. Vader was blij, dat hij zijn besluit
met Moeder en kinderen besproken had.
En de drie kleinen?
Die dansten van blijdschap, toen ze het
hoorden. Voor hen was alle afwisseling
in hun zorgeloze jeugd een bron van
vreugde.
Ze raakten niet uitgepraat over de grote
zeereis, die ze zouden maken. Ze herin
nerden zich vaag de genoegens, die ze
enkele jaren geleden beleefden aan
boord van de grote oceaanstomer.
De bootreis
Tijdens de bootreis konden we nauwe
lijks vermoeden, welke de gevolgen wa
ren van de beslissing van Vader en Moe
der. We herinnerden ons de genoegens
van vorige reizen vijf en zes jaar geleden
tijdens Vaders verlof.Toen waren het de
Slamat en de Indrapoera, nu was het de
Sibajak waarop we een tijdelijk tehuis
vonden. We hadden gelukkig geen van
allen last van zeeziekte. Castorolie slik
ken, voordat we op reis gingen, was
voor Moeder het wondermiddel.
Onbezorgd genoten we van sjoelen, ta
feltennis, dammen en triktrakken; ook
de feestavonden werden niet overgesla
gen. Af en toe hoorden we Vader een
opmerking maken over de vele ontsla
gen planters, die onze reisgenoten wa
ren.
De weken op het schip vlogen voorbij.
Er waren weinig mensen van onze leef
tijd. We vermaakten ons onder elkaar.
Ik was dol op kinderen en speelde over
dag met hen, zodat de medepassagiers
niet in de gaten hadden, dat ik bijna
onderwijzeres was. Ik vond het heerlijk
sprookjes op te voeren. Mijn drie jon
gere broers werden daarbij ingescha
keld.
De school, de vrienden en al het be
kende, dat we hadden achtergelaten, wa
ren op de verre achtergrond geraakt.
Tijd om ons over de toekomst zorgen te
maken hadden we niet.
Het leven aan boord van de Sibajak was
een paradijselijk intermezzo tussen ver
leden en toekomst. De maaltijden vorm
den elke dag weer een feest.
Wat een voorrecht was het voor de
snel groeiende pubers om zo naar harte
lust de hongerige magen te vullen en het
18