begeleidend orkestje maakte de di
ners tot een onvergetelijk gebeuren.
Nederland
De overgang van Indië naar Neder
land viel niet mee. Wij als groteren
hadden bij het overleg te weinig acht
geslagen op de verschillen. Niet al
leen voor Moeder, maar ook voor
ons was het leven totaal anders.
Wat viel de confrontatie met het
nieuwe leven ons bar tegen. We
voelden ons in het bovenhuis als in
een gevangenis.
Tijdens het verlof van Vader hadden
we destijds steeds in een beneden
huis met een tuin gewoond. Al spoe
dig misten we de badkamer. We wa
ren gewend twee maal per dag in het
bad te gaan. Dit is weliswaar in een
koud land niet nodig, maar we misten
zelfs een douche. Moeder wist raad.
Ze kocht een reuzen teil en hand
douche aan een slang. Zo konden we
ons in de keuken behelpen.
We kregen weldra heimwee naar het
zonlicht en de warmte. We verbleven
immers vele uren van de dag met z'n
negenen in de huiskamer, het enige
vertrek, waar een kachel brandde.
Het slapen in een koude kamer viel
ook al niet mee. Wat voelden we ons
armoedig. M'n gedachten gingen vaak te
rug naar de kinderen in de kampong, die
met hun blote bovenlijfjes toch rijker
waren in het zonnige land en in de koele
huisjes onder de schaduw van de blader
rijke bomen.
De jongens kregen al spoedig de scholen
aangewezen, waar ze het onderwijs kon
den vervolgen. Ik, als aanstaand
onderwijzeres ving overal bot. Ofschoon
ik een aanbevelingsbrief had meegekre
gen van de directeur van de I.E.V.
Kweekschool te Bandoeng, kon ik op
geen enkele opleidingsschool terecht.
De hoofden van de Christelijke- en de
R.K.- en de Rijkskweekschool weigerden
toelating. Was het onwetendheid of de
overvloed aan leerkrachten, die deze be
slissing noodzakelijk maakten? De direc
teur van de Christelijke Kweekschool
wilde me tenslotte toelaten, als ik de op
leiding opnieuw begon. "Maar dat
nooit!" dacht ik.
Gelukkig kwam ik via een corresponden
tievriendin te weten, dat er juist aan het
begin van dat schooljaar een "wilde cur
sus" was opgericht.
Onderwijzers met allerlei middelbare
actes gaven er les, om wat bij te verdie
nen. Het was een tweejarige opleiding
met aan het eind een Staatsexamen. Na
lang soebatten lukte het me toegelaten
te worden tot de examenklas.
Het viel niet mee na de maandenlange
vakantie weer aan de studie te gaan.
De leerstof was gelukkig bekend. Met
hard werken gelukte het me door het
staatsexamen heen te komen, want ik
wilde evenals m'n oudere broers met
behaalde diploma's weer terug naar de
tropen, het land van onze gelukkige,
blijde jeugd.
Bij het vallen van de herfstbladeren werd
ieder jaar opnieuw het verlangen naar
het geboorteland sterker. De winter be
tekende immers: verkoudheden, griep,
keelontsteking en vaak oorpijn. Geen
wonder dat de neus-keel- en oorartsen
een bloeiende praktijk hadden.
Eén van deze doktoren, een Indischman,
raadde aan zoveel mogelijk diploma's te
halen om in Indië goed beslagen ten ijs
te komen. De concurrentie was ook
daar groter geworden.
Maar toen we eindelijk zover waren,
brak de oorlog uit. De op één na oudste,
die reeds een jaar in Curagao geweest
was, kwam nog net weg met vrouw en
kind.
Hij is helaas als onderluitenant vliege
nier-waarnemer omgekomen in de strijd
tegen de Japanners. De oudste zoon was
hoofdofficier in het reserve leger.
Vader en Moeder zouden met de
overigen van het gezin in mei 1940 naar
Nederlands-lndië vertrekken, de koffers
en kisten waren reeds in Rotterdam. De
huur van het huis was opgezegd. Op 13
mei zou het vertrek met de boottrein
plaatsvinden. Maar.... de oorlog brak op
de 10e mei uit.
De Oorlogstijd
Vader besloot de plannen niet door te
zetten. We waren blij, dat we nog een
woning konden vinden en dat we on
danks de bombardementen op de stad
Rotterdam de koffers en de kisten weer
terugkregen.
Vader en Moeder waren zo vast van plan
na de oorlog naar Indië terug te gaan,
dat ze alleen het hoognodige aan huis-
houdartikelen uitpakten.
We moesten erg wennen aan de Duitse
soldaten, die door de straten marcheer
den. Daar ze in een school naast ons
huis gelegerd waren, konden we zien en
horen, hoe ze met de strengste disci
pline werden afgericht.
De druk, die de Duitse bezetters op de
bevolking uitoefende werd steeds gro
ter. Ramen moesten worden verduis
terd, opdat vijandelijke vliegers zich niet
zouden kunnen oriënteren. Fietsen wer
den gevorderd en ook radio's en allerlei
koperen voorwerpen moesten worden
CS>
19