Mevrouw van Swinderen ruimde de koffiekopjes van tafel en bracht
ze naar de keuken, met in haar kielzog Mimi, de poes die al meer
dan 13 jaar oud was. Najohans dood hield Mimi haar gezelschap
en volgde haar overal in huis. Het magere poesje dat ze op een dag
m haar tuin had gevonden was nu een dikke dame geworden en
snoepte graag van de lekkernijen die haar eigenares bij de toko
haalde of zelf maakte. Samen hadden ze het naar hun zin in de 3-
kamer-womng in het oude centrum van de stad en samen zouden
ze er hun tijd wel uitzitten.
Twee interviewers waren op bezoek geweest om mevrouw Van
Swinderen vragen te stellen over de oorlog. Drie keer waren ze ge
weest, het Indische meisje en de Hollandse jongen; de eerste keer
was het meer een kennismakingsgesprek, de vorige keer en van
daag had ze uitgebreid verteld over toen. Af en toe had ze door het
glazen tafelblad gezien dat het meisje de jongen onder de tafel
zachtjes schopte als hij iets vroeg wat beter op een andere manier
gevraagd kon worden en dan herformuleerde het meisje de vraag
Innerlijk had ze er plezier in dat het meisje de jongen corrigeerde
maar liet niets merken.
Ze had zich kranig gehouden tijdens het gesprek. Het viel haar
soms toch zwaar om over bepaalde dingen te vertellen, maar het
geduld van het tweetal en de manier waarop het meisje het ge
sprek gaande hield zorgden ervoor dat ze toch vertelde over zaken
die ze voorheen liever verzweeg.
Al eens eerder waren er interviewers bij haar op bezoek geweest
omdat ze een artikel in een weekblad wilden schrijven over deze
buurt waar ze nu al weer ruim 40 jaar woonde. Ja, iedereen kende
ze en velen had ze zien komen en gaan. En de buurt kende haar
ook: de bakker, de slager, de groenteboer en de kruidenier wisten
vaak precies wat ze wilde hebben en ze maakte er graag een
praatje. Toen vijf jaar geleden het nieuwe wijkcentrum geopend
werd, was zij een van de eersten die zich aanmeldde voor een cur
sus macramé. Om de andere week kon ze in het wijkcentrum met
andere zestig-plussers voor een paar gulden een warme maaltijd
nuttigen: soep, vlees of vis met aardappelen en groente en een
toetje. Met de bus was het een paar haltes naar de toko waar ze
wel eens eten haalde of soms haalde ze er alleen kruiden of
kroepoek en ging ze er meer naartoe om 'met haar eigen mensen'
een praatje te maken. De mensen in de toko kende ze nu al meer
dan twintig jaar en was ze een beetje als familie gaan beschouwen,
zeker nu de kinderen al lang het huis uit waren en Johan er niet
meer was.
Er woonden redelijk veel mensen van haar leeftijd in de buurt, zo
wel echtparen als weduwes, een paar alleenstaande mannen de
broers Piet en Henk en dan had je nog Arie, die gevaren had'en
mevrouw Yilmüz.
Het was niet één van de mooiste buurten van de stad maar toch
het was haar buurt, haar thuis. Hier en daar waren woningen al
dicht getimmerd en ergens hoopte ze dat de huizen ooit zouden
worden opgeknapt Verderop in de straat werden een paar jaar te
rug twee woningen gekraakt en had de huisbaas een knokploeg in
geschakeld; een halfjaar geleden was naast Piet en Henk brand ge
sticht en aan de leegstaande woning schuin aan de overkant werd
ook al een jaar niks meer gedaan.
Bij haar thuis werd alles goed onderhouden. In haar huis, dat tjokvol
stond met spullen, was alles piekfijn in orde en in haar piepkleine
tuin verzorgde ze met plezier de bloemen en plantjes die het goed
deden. Er stond zelfs een boom in haar tuin, niet groot, maar de
takken zorgden 's-zomers voor wat schaduw, zodat ze in haar stoel
met Mimi op de grond naast zich volop van het mooie weer en de
rust kon genieten.
28
Twee jaar geleden had ze voor het eerst vernomen over luxe appar
tementen en een gemeentelijk kantoor die in de wijk gebouwd zou
den worden. Ze had zich toen nog niet zo druk gemaakt want het
waren nog maar geruchten, maar nu waren in de straten om haar
heen huizenblokken neergehaald en nam ze als het even kon niet
die route. De grote gaten, met hier en daar brokken puin, deden
haar denken aan de oorlog, alsof er een bombardement was ge
weest en de mensen gevlucht of dood waren.
Nu ging het gerucht aan de tweewekelijkse eettafel dat ook haar
blok, het blok van Piet en Henk tot en met mevrouw Yilmuz, afge
broken zou worden, aldus Arie wiens zoon met huizen te maken
had.
Haar Hollandse vader zei vroeger, voor de oorlog altijd: en wat er
ook gebeurt, met bij de pakken neerzitten, maar je kranig houden
en door gaan met leven. En ze had zich kranig gehouden toen ze
na de oorlog geen huis meer hadden, toen vader in het kamp over
leden bleek te zijn; toen ze inmiddels met Johan getrouwd naar
Holland ging en haar moeder moest achterlaten en moest wennen
aan het leven hier; kranig had ze zich gehouden toen hun eerste
kindje dood geboren werd, en later toen de kinderen al groot waren
was ze ook niet bij de pakken neer gaan zitten toen Johan ziek
werd en enkele jaren later overleed.
Ze zou niet bij de pakken neer gaan zitten en doorgaan met leven.
Ze had het formulier voor een andere woning netjes ingevuld, de
wijken waar ze wilde wonen in volgorde van voorkeur genummerd
en ze zou wel zien waar ze terecht zou komen.
Ze zou zich opnieuw moeten aanpassen, opnieuw zou ze moeten
wennen in een andere buurt, andere mensen. Van haar tuintje zou
ze met Mimi niet meer kunnen genieten en ook Mimi zou zich op
haar oude dag moeten aanpassen.
Eigenlijk had ze geen zin om naar een andere buurt te verhuizen.
Sommigen van de mensen met wie ze in het wijkcentrum tafelde
maakten zich niet druk om een verhuizing; mevrouw Terbeek die
slecht ter been was en ook al erg oud, zou naar een verpleeghuis
gaan; Piet en Henk maakte het niet uit waar ze zouden wonen als
er maar viswater in de buurt was.
Men had hen verzekerd dat er geprobeerd zou worden zoveel mo
gelijk rekening te houden met de wensen van de buurtbewoners
maar beloven kon men hen niks.
Ze keek in de brievenbus of er een bericht over haar herhuisvesting
in lag en herkende het vignet op de enveloppe wat ook op het
vragenformulier stond. Aan de eettafel opende ze de briefen las
dat ze een 2-kamerwoning kon krijgen in de wijk die ze als laatste
de voorkeur had gegeven, de wijk die het verst hier vandaan lag. De
huur was het zelfde, dat wel, maar ze zou een kamer minder heb-
ben.
Dat weten we dan ook weer, Mimi', verzuchtte ze en werd al moe
van de gedachte dat ze alle spullen in huis moest opruimen en uit
zoeken omdat ze niet alles kon meenemen. Ze staarde voor zich
uit, dacht aan alles wat ze de interviewers had verteld en bedacht
dat het enige wat ze nog had, haar huis, haar thuis, haar veilige
plekje, haar nu ook afgenomen zou worden.