Gerepatrieerde dameskapsalon Ongetwijfeld zal voor vele uit Indo nesië gerepatrieerde vrouwen de naam Institut de Beauté geen onbekende zijn. Van 1926 af heeft mevrouw Schul-Heze- Inans haar dameskapsalon aan de Braga weg te Bandoeng geleid. Filialen had zij in Batavia en Palembang. De komst van de Japanse bezetters maakte een eind aan haar levenswerk, en na de oorlog bleek het mevrouw Schul niet meer mogelijk, opnieuw in Indonesië te be ginnen. Gelukkig heeft zij nu in Den Haag gelegenheid gevonden, haar gaven wederom te ontplooien, en wel aan de Schenkweg, waar zij thans onder de oude naam Institut de Beauté samen met haar dochter een zaak leidt. Institut de Beauté, Schenkweg 20. Els met haar twee dochters Birdie studeerde hard en ging iedere dag naar de school toe waar zij niet alleen het kappersvak leerde, maar ook de spe cialisaties manicure, pedicure, lichaams massage en schoonheidsspecialiste volgde. Alle diploma's die op dat gebied te halen waren, had ze na dat jaar in haar zak zitten. Wim ging haar altijd met dochter Els(pop op de arm) aan het eind van de dag van de metro halen. Zondags was Birdie vrij en ging het gezin (Moeloed was er altijd bij) uitstapjes ma ken. De Parijzenaars keken hun ogen uit. Ze dachten dat Wim, die altijd voorop liep, een Oosterse prins was met zijn ge volg. Eerste opvang in Holland voor het huis van Co en Paula staan Birdie met haar schoonzusje Teddy. Vroeger Bandoeng - Momenteel Den Haag Dames Kapsalon ..Institut de Beauté" G. C. SCHUL HEZEMANS Door jarenlanac vroegere ervaring momenteel ook hier in staat onze clientèle van vroeger en nu te voldoen. Tel. 858622 Schenkweg 20-22 - Bezuidenhout Den Haag Wij hopen op een bezoek van U en heten U van harte welkom Advertentie uit Tong-Tong. Heropening van de zaak in Den Haag. Uit het Vaderland van 2 augustus 1951 Terug in Padang werd het eerste 'Institut de Beauté' geopend. Een deel van het woonhuis werd daarvoor gebruikt en de eerste employée werd uit Parijs gehaald, Lucienne heette ze. Toen Wim overgeplaatst werd naar Bandoeng, gingen natuurlijk ook de zaak en Lucienne mee. Hun eerste woonhuis stond aan de Papandajanlaan (Kareës) en de eerste zaak op een viersprong aan de Grote Postweg in een hoekpand tegen over Hotel Preanger en de autozaak van Rous en Meeuwenoord. Lucienne was inmiddels getrouwd en voor haar in de plaats kwam een zekere juffrouw Tapp een Zwitserse, die ook niet zo lang bleef. Birdie ging toen over tot het aan nemen van mannelijke employé's uit Holland. Die zouden na een huwelijk tenminste blijven. Dat waren de 'eerste' kappers Moelands en Kasius en die twee zijn inderdaad tot de oorlog daar blijven werken. Het per soneelsbestand was vrij groot. Een Chi nees en een Indisch meisje, later de dochter Els, die opgeleid werd in het vak en Lies Knuivers (later Schul door haar huwelijk met de oudste zoon van Wim en Birdie). Een dame voor de manicure en een schoon heidsspecialiste waren ook in vaste dienst. De zaak is later verhuisd naar de Bragaweg no. 45, tegenover Maison Bogerijen. Zij hebben toen een tijdje boven de zaak gewoond. Later ver huisden zij privé naar Gang Coorde. De drie kinderen Schul waren al op middelbare schoolleeftijd, hetgeen met zich meebracht dat het huis altijd vol vrienden en vriendinnen zat. Al tijd een drukte van belang. Voor Opa en Oma Hezemans, die bij hen in woonden, was het te onrustig en Wim kocht een heel knus huisje voor ,n 950 gaat Wim nog eenmaal terug naar hen aan de Sumatrastraat. Indië. Afscheid bij de boot. Rechts Wim en Toch vond Birdie het makkelijker om Birdie. bij de zaak te wonen. Dan kon zij met de ene hand de zaak leiden en met de an dere thuis de scepter zwaaien. Toen er een groter pand aan de Bragaweg vrij- kam tegenover 'Onderling Belang' op nummer I I, verhuisde de hele familie. Een andere grote kapsalon in Bandoeng was Salon Smit. De twee bedrijven had den een goede verstandhouding. Er is zelfs een periode geweest dat hun 'eer ste' kapper Van Velsen verkering kreeg met een hulpkapster van l'lnstitut. Daar was Smit toch niet geheel gerust op. Van Velsen ging namelijk ook privé met de familie om en toog regelmatig een dagje naar Lebaksaat (vijf kilometer voor Pengalengan) waar de Schuilen een bui tenhuis hadden. Birdie was een hele progressieve vrouw en haar tijd ver vooruit. De Parijse in vloed had ze nooit meer afgelegd. Ze zag er altijd goed verzorgd uit, opgemaakt en droeg zelfs een gouden enkelbandje. Dochter Els schaamde zich dood als 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 10