D Het was eind november 1963, mijn verlof liep ten einde. In de bus lag een brief afkomstig van de ChefNautische Dienst der KPM die mij meedeelde dat ik als eerste stuurman aan boord van het motorschip Van Neck' was geplaatst. Een koerier van kantoor belde enkele dagen later aan en overhandigde mijn vliegticket en paspoort met doorreis- visum voor Maleisië. Ik zou namelijk te Penang aan boord stappen. Op een mistige gure avond steeg ik op van Schiphol en via een overnachting te Bangkok in het KLM-hotel 'De Weide Plas' stapte ik begin december aan boord. wel geen ideale plaats, werd in overleg tussen scheepsleiding en havenmeester en onder de druk der omstandigheden, met de grootste tegenzin besloten om dan toch maar deze gevaarlijke lading over te nemen. Aldus geschiedde. Na een ligtijd van één week, waarbij het schip werd leeggelost en opnieuw bela den, vertrokken we naar Suva en Lau- toka, een oversteek van achttien dagen via Straat Karimata door de rimpelloze Java Zee, langs Madura, Kleine Soenda Eilanden, door de Arafoera Zee, Straat Torres en de Koraal Zee. Het werden achttien dagen van zon en zee en sparte len in het zwembad, van koele sterren nachten en schuimend bier.... Te Suva werd de carbid gelost en nog diezelfde vrijdagavond vertrokken we naar Auckand, Nieuw Zeeland. Een reis van vier dagen. De volgende ochtend, zaterdag, gaf ik de bootsman opdracht om de vrieskamers schoon te maken, maar drukte hem op het hart vooral geen water te gebruiken. Het is bekend dat carbid met water het hoogst ont plofbare acetyleengas vormt. De schone vrieskamers zouden dan worden inge vroren om bij aankomst te Auckland di rect met het laden van schapevlees te kunnen beginnen, bestemd voor Far East havens. Om tien uur in de ochtend werd traditiegetrouw begonnen met de weke lijkse inspectie, waarbij de ouwe, in ge zelschap van de eerste officier, de hoofd werktuigkundige en de hofmeester een inspectieronde maakt over het hele schip. Om I 1.50 uur, na afloop hiervan stond ik mijn handen te wassen in mijn hut toen er een daverende explosie plaatsvond in ruim twee, gelegen vlak voor de opbouw. Nah loeh, flitste het meteen door mijn brein, die verdraaide Chinezen hebben toch met water zitten sodemieteren! Ik rende de trappen af naar het hoofddek. Ruim twee lag open getrokken en het tussendek was één grote puinhoop. Tijdens de lossing was er wat carbidpoeder uit de drums ge lekt, had zich met water vermengd en zo acetyleengas gevormd, dat door een brandende sigaret van een matroos was ontploft. Van de vrieskamers waren de deuren uit de hengsels gerukt, de dub bele wanden uit elkaar geslagen en ver bogen en overal hing de isolatie eruit. Maar wonder boven wonder had nie mand persoonlijk letsel opgelopen en was er geen brand uitgebroken! Door de hevige knal was er zo veel lucht verplaatst dat er geen vuur kon ontstaan. Maar iedereen keek zijn ogen uit naar de hoe veelheid smokkelwaar die vrij kwam! Het dek lag bezaaid met transistor radio's, tape-recorders, horloges, sloffen sigaretten en zelfs bundels opium! Het scheeps volk had, binnenliggend te Hong kong, 's nachts de isolatie gedeel telijk verwijderd, de dubbele wan den opgevuld met smokkelwaar en de zaak weer dichtgeschroefd! Onmiddellijk kwam nu de machinedienst in aktie. De wand en deurpanelen werden losge nomen en recht geslagen, de iso latie weer ingelegd en de deur- scharnieren gerepareerd. Uiter aard moest dag en nacht gewerkt worden. Ook werden de directies De 'Van Neck' was een drie-luikenschip van ongeveer 3.000 ton, bemand met Hongkong-Chinezen en Nederlandse of ficieren. Het voer in charter voor de RIL (Royal Interocean Lines oftewel KJCPL) in de NZEAS-dienst. Deze New Zea land-East Asia Service was een vier maandelijkse rondreis en liep van Hongkong via Singapore, -Fiji Eilanden, - Nieuw Zeeland, -Australië, -Sabah-ha- vens en Manilla terug naar Hongkong. Hij werd bevaren door de drie zuster schepen 'Van Noort', 'Van Cloon' en 'Van Neck'. Direct nadat ik aan boord gestapt was en de dienst van mijn collega had over genomen (hij ging met verlof) werd an ker gelicht en koers gezet naar Singa pore. Het schip was propvol geladen en we zouden in Singapore allereerst begin nen met de lossing. Bij aankomst aldaar echter kwam er ge lijk een knots van een jonk langszij, afge laden met drums carbid. De agent ver zocht ons dringend om deze carbid, be stemd voor Fiji, onmiddellijk over te ne men. Hoe deze?? De enige overgebleven laadruimtes waren de vrieskamers in het boventussendek van ruim twee. Alhoe- Het m.s. Van Neck 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 14