a
bJD
C
3
CQ
te Amsterdam en Hongkong tele
grafisch van het gebeurde in ken
nis gesteld. Maar tot groot genoe
gen van scheepswege kon bij aan
komst te Auckland de lading-
surveyor aan boord worden uitge
nodigd, die na inspectie op rein
heid en temperatuur van de vries-
kamers de nodige certificaten ver
leende, waardoor het schip zon
der oponthoud de vrieslading kon
overnemen. Voorwaar een bijzon
dere prestatie van de hoofdwtk en
zijn staf! Wel werd zoals gebrui
kelijk ten overstaan van de Ne
derlandse consul een scheeps-
verklaring afgelegd.
IEnige tijd later werd van maat
schappijwege een M.A.G. (Me
dedeling aan Gezagvoerders)
uitgegeven waarbij het laden
van gevaarlijke stoffen in vries-
kamers werd afgeraden omdat
deze ruimtes niet op de C02-
Etat Major en bemanning m.s. Van Neck
leiding (centrale brandblusleiding)
zijn aangesloten.
2. En de smokkelwaar? Banjak loegie lah!
zeiden de Chinezen. Plenty trouble
lah, zei de scheepsleiding, maar kneep
toch een oogje dicht. Wel kregen de
ouwe, de eerste stuurman en alle
werktuigkundigen elk een mooie
transistorradio en een fles Johnny
Walker cadeau!
R. VAN DER SAR
Het is elf uur 's avonds in Bandung.
De saté-verkopers lopen nog rond met hun pikulans
en luiden hun bellen.
Net Zuid van de evenaar
hebben de becaks het opgegeven voor de nacht.
In dit oude koloniale huis
zijn de lichten uitgegaan
en de honden blaffen niet.
De nachten zijn koel hier.
De hitte van Jakarta
ligt uren achter de
terrasvormige rijstvelden
die glinsteren ver beneden de spoorlijn.
De diesel ronkt urenlang
langs de route die onze moeders en vaders namen
toen zij kinderen waren
in Indië.
Hun geesten rijzen op
uit deze nevelige buitenlandse plaatsen,
zo vreemd
en exotisch
en vertrouwd.
In het bedrieglijke licht
van vochtige schemering
kan je bijna tempo doeloe zien;
paarden, koetsen, het zachte licht van
gisteren...
en onze ouders,
jong en veilig in de schakeringen van een leven
lang voorbij,
kijken ons aan met verbazing.
"Watgebeurde er met de Goede Oude Tijd?"
We gluren door de overblijfselen,
het aan flarden gescheurde weefsel van oude verhalen.
We kijken naar je moeder's huis,
nu een winkel die nooit opengaat.
Je herinnert je de versieringen op het plafond.
We bezichtigen de ovens in de bakkerij
die je oom eens bezat.
We kijken naar een schilderij van hoe
het eens was.
We zullen het huis vinden waar mijn vader geboren is
in Surabaya.
En nu houden de bellen op te luiden;
de saté-verkopers zijn naar huis i
en alleen geesten dolen rond
in de koele nachtlucht
van deze koloniale stad.
Uit de Engelstalige bundel:
'Voodoo Cave Writings for Cosmic Space Babies'
geschreven door Erik H. Roelfeema
15