JAMBU KLUTUK
Jambu bidje - Psidium Guajava- Guave
De Jambu klutuk, ook wel Jambu bidje genoemd, heet op Bali Nyambo-
Sotong. Op Madura kent men de vrucht als Jambu-Binder, op Sumba als
Jambu bata, terwijl men in Yogya de vrucht 'Andong' noemt. In Suri
name waar acht verschillende soorten groeien is haar naam 'Goejaba
Hier in Nederland heet ze Guave.
Deze boom of struik is afkomstig uit tropisch Amerika. Vandaar uit wer
den vele wilde plantjes tiaar andere tropische landen overgeplant. Nu
komt ze in alle tropische landstreken voor, zowel in het wild als geculti
veerd. Met name in Thailand, Zuid-Af ika, Mexico en India is de cultuur
sterk uitgebreid door de grote vraag naar vruchtesappen.
26
familie: Mirtaceae Mirteachtigen
De vruchten bevatten veel vitamine C.
In de Tweede Wereldoorlog kregen de
geallieerden o.a. veel guavesap te drin
ken.
Er bestaan plus minus 100 verschillende
soorten. In Indonesië bijvoorbeeld de
Jambu klutuk biasa gewoon. Het
vruchtvlees van deze soort is roodach
tig, de smaak is fijn, ze heeft veel pitten
en deze soort leent zich het best voor
medicijn.
De Jambu sukan: is Sukan misschien
afgeleid van suka wat 'houden van' bete
kent in het Indonesisch of van het
woord sukar, wat 'moeilijk' of 'zorgelijk'
betekent? Ik weet het niet. In ieder geval
is deze pitloze grote vrucht flauw van
smaak.
De Jambu susu melk is een vrucht
die weinig pitten heeft en niet zo fijn van
smaak is als de Jambu klutuk biasa; het
vruchtvlees is witgelig.
De knoestige ietwat kromme boom kan
een hoogte van tien meter bereiken. Ze
heeft een gladde lichtbruine stam tot 30
centimeter dik en de bast is afschil-
Jambu klutuk, deze soort is peervormig
Uit het onderstandig vruchtbeginsel
wordt een appel- of peervormige
vrucht gevormd met gladde schil vier
tot twaalf centimeter groot. Aan de
top van de vrucht zitten de achterge
bleven kelkbladen. Als de vrucht
Rijpe Jambu klutuk op Bali, Nyambo-
sotong genoemd. Deze soort is langwer
pig van vorm
ferend. De jonge takken zijn vierkantig.
De langwerpige dofgroene gaafrandige
beklierde bladeren kunnen 14 centime
ter lang en 8 centimeter breed worden
en staan tegenover elkaar. Onderkant
van het blad is donzig behaard. De
bladnerven zijn aan de bovenkant ver
zonken en aan de onderkant van het
blad, liggen de nerven bovenop. De
altijd groene boom biedt weinig scha
duw. Uit de oksels van de stengelloze
bladeren groeien de ronde bloem
stengels. De groene bloemknoppen
openen zich in roomwitte zoet-
geurende bloemen, twee tot drie
centimeter groot. De bloemen staan
afzonderlijk of in groepjes van twee
of drie bij elkaar. Het zijn regelmatige
tweeslachtige bloemen; ze hebben
vier of vijf omgekeerd eivormige bol
vormige bloemblaadjes, anderhalf tot
twee centimeter lange lichtgele meel
draden en beweeglijke helmknoppen.
Karakteristieke kenmerken voor
deze mirteachtigen zijn:
1. vergroeidbladige kelk
2. losbladige kelkstandige kroon
3. talrijke kelkstandige meeldraden
4. onderstandig vruchtbeginsel