GEIEZEN. Willem Walraven 36 "Een onherstelbare Europeaan" Bijna duizend pagina's dundruk! De brie ven die Willem Walraven (1887-1943) in een periode van tien jaar aan zijn familie en vrienden schreef. Een dikke pil dus. Een bittere ook. De oudste zoon en naamgenoot van Willem Walraven schreef in 1950 een prachtig boekje over zijn vader, getiteld De groote verbit tering. Herinneringen aan mijn va der. (Amsterdam, De Engelbewaarder, 1975). Fragmenten ervan zijn ook gepu bliceerd in het themanummer van Ti rade over Walraven, dat door de Toko bij de Brieven wordt meegeleverd. Willem junior zag zijn vader als een door Indië verbitterd man. Verbitterd omdat hij daar niet tot zijn recht kwam, omdat daar geen gelijkgestemde zielen rondliepen, omdat daar geen cultuur was. "Geef me een Europeaan" was een geliefde hartekreet van vader Walraven wanneer de wijn niet meer in de kan was. Willem jr. begrijpt dat. Er was in derdaad weinig contact meer tussen de vader en zijn kinderen toen dezen een maal de jaren des onderscheids bereikt hadden. Willem jr. blijkt in zijn liefde volle beschrijving van senior nogal geïn doctrineerd door zijn vader. Identificatie met de agressor, heet dat in de psycho- logie. In de brieven van de vader lees je waar die verbittering werkelijk vandaan komt. En ook hoe Walraven sr. -onbe wust!- langzaam de oorzaak ervan ver legt van zijn ouders naar zijn kinderen. Want die verbittering was er al toen Walraven in 1915 als 'koloniaal' in Indië aankwam. In Nederland was hij maat schappelijk mislukt, pogingen om in Ca nada en de Verenigde Staten een bestaan op te bouwen hadden ook al schipbreuk geleden. En zijn ouders - kleine midden standers uit Dirksland op Flakkee - be handelden hem ernaar. In Indië 'slaagt' hij in zekere zin wel. Hij gaat uit het le ger, wordt boekhouder op een suiker onderneming en later - dank zij hoofdre dacteur Belonje, die zijn literaire capaci teiten onderkent, free lance medewer ker van de Indische Courant. Als jour nalist heeft Walraven zelfs een luizen leven. Nooit bureauwerk, de lectuur die hij moet recenseren krijgt hij per bode aangeleverd, op kosten van de krant zwerft hij door Indië "voor kopij", en wanneer hij maar wil krijgt hij voor schotten op zijn (stuk-)loon. Kortom hij leefde in Indië op een wijze die hij in Ne derland waarschijnlijk nooit gekend zou hebben en die in Indië overigens ook nogal uitzonderlijk was. En toch haatte hij Indië, vooral die om standigheden die hem in Indië vasthiel den, met name zijn Soendanese vrouw en hun kinderen. Jawel, hij hield ook van ze. Zijn verhaal 'De Clan' over (de fami lie van) zijn vrouw getuigt daarvan. En passages in zijn brieven. Hij is getrouwd met zijn 'inlandse' vrouw, hij is haar nooit ontrouw, hij geeft zijn kinderen al les wat in zijn vermogen ligt. Ja, hij houdt van hen. Alleen... ze zijn geen Europea nen. Ze spreken (aanvankelijk) alleen Maleis, ze maken alles 'roesak', ze zijn zo Indisch in de herrie die ze schoppen, zo inlands in hun zwijgzaamheid, zo ge sloten met hun wayangpoppengezichten, zo rancuneus, zo snel op hun tenen ge trapt, zo onbereikbaar. In de brieven van senior zijn, kortom, alle cliché's die bij totoks over 'Indo's' leven te vinden. Tot vervelens toe herhaald, zonder enige re lativering, zonder enige poging tot in zicht. Meeslepend geschreven, dat wel, want hij schrijft prachtig, senior. Hij is misschien wel de beste schrijver die de Nederlandse koloniale literatuur heeft voortgebracht. Maar hij is zeker niet de interessantste. Hij is zelfs tamelijk vervelend op den duur. Want dat is vermoeiend: 1000 pagina's dundruk lezen over iemand die zich alleen maar uit. Die geen reflectie vertoont op zijn eigen opvattingen, die geen enkel begrip kan opbrengen voor allerlei mensen en verschijnselen om zich heen, alleen omdat hij er al een (voor-)oordeel over heeft. Zelfs als die veröschijnselen ('de' Indo, 'de' Inlander) zijn eigen mensen (vrouw en kinderen) betreffen, ontstaat er nog geen neiging tot begrip, poging tot inzicht, of be hoefte voorbij het vooroordeel te gera ken. Laat staan de neiging om zijn eigen positie en handelen bij zijn oordeel te betrekken. Vol trots vermeldt hij over zijn kinderen dat ze alles lezen wat hij zelf ook leest, dat is: Europese literatuur. Zijn kinderen hebben dus Nederlands als tweede taal geleerd. Maar Walraven zelf sprak geen be hoorlijk Maleis, bekent hij ergens. In tens vertederd schrijft hij meermalen over de verering van zijn vrouw Itih voor Du Perron. Hij schrijft er zelfs bij wat de oorzaak daarvan was: Du Perron sprak Soendanees met haar. De aap die uit de mouw komt is dat Walraven zelfs de moedertaal van zijn vrouw en kinderen niet be heerste. Zo onbereikbaar die men sen, weet je, en zo rancuneus. Onweerstaanbaar dringt zich de in druk bij mij op, dat in huize Walraven in het klein de koloniale situatie nagespeeld werd. Met vader Wal raven in de rol van superieure totok, die de (geliefde) 'Inlander' tot het beschavingsniveau van de westerling brengt, zonder zich ook maar een moment te bekommeren om wat die ander in te brengen heeft. Die de an-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 36