v pot PROFESSOR TEEUW PRIJS ^ÖÊ^OEL T£7?0 UITGEREIKT AAN GOENAWAN MOHAMAD, HOOFDREDACTEUR VAN HET TIJDSCHRIFT TEMPO 6 Goenawan Mohamad, hoofdredacteur van het Indonesische nieuwsblad Tempo (vergelijkbaar met het Amerikaanse TIME), kreeg op 25 mei jl. als eerste de Professor Teeuw Prijs, bestaande uit een penningen 15.000, uitgereikt. De tweejaarlijkse prijs, die beschikbaar wordt gesteld door de Stichting Profes sor Teeuw Fonds - vernoemd naar prof.dr. A. Teeuw die van 1955 tot 1986 hoogleraar in de Indonesische Taal en Letterkunde was - wordt beurtelings aan een Indonesiër en een Nederlander uit gereikt die door wetenschappelijke dan- wel literaire of journalistieke publicaties bijdraagt tot een beter inzicht in de Indonesische danwel de Nederlandse sa menleving. Dichter, essayist, journalist, literair criti cus, Goenawan heeft voorkeur voor het schrijven van zijn column in Tempo of schoon het schrijven van een gedicht hem de meeste genoegdoening geeft omdat een gedicht het moeilijkst is om te schrijven. Tot nu toe is Goenawans werk niet in een Nederlandse vertaling in de boek handel verschenen, maar wat niet is kan nog komen. Op de vraag of hij het niet jammer vindt dat slechts een selecte groep mensen in Nederland (zij die Tempo lezen en voor namelijk zij die zich met Indonesische Taal- en Letterkunde danwel op het ter rein van de bilaterale wetenschappelijke en/of culturele betrekkingen bezig hou den) weet wie hij is, antwoordde hij dat de prijs die hem is toegekend voor het Indonesische volk meer van betekenis is dan voor het Nederlandse volk, omdat hij in Indonesië een begrip is. Goenawan werd op 29 juli 1941 in Batang, aan kleine plaats aan de Noord kust van Midden-Java geboren. Hij kwam uit een familie die direct getroffen werd door de politieke gebeurtenissen in Indië in die turbulente periode van de geschie denis. In 1926 maakten zijn ouders deel uit van de honderden links-georiën teerde Indonesiërs die door het kolo niale bewind tijdelijk naar Digoel op Nieuw- Guinea werden verbannen. In 1946 werd zijn vader door de Neder landse strijdkrachten geëxecuteerd. Hierop aansluitend, om verdere toestan den te voorkomen, verhuisde de familie (moeder plus acht kinderen van wie Goenawan de jongste was) van plaats naar plaats. Uiteindelijk keerde de familie in Batang terug waar Goenawan zijn kin derjaren doorbracht. Het was in zijn ouderlijk huis waar hij kennis maakte met de literatuur aange zien een paar familieleden de wens koes terden om schrijver te worden. Al in zijn vroege opvoeding aan de dorpsschool werd zijn liefde voor poëzie gestimu leerd en las hij vertalingen van buiten lands werk. In 1958 werd zijn eerste werk, een Indonesische vertaling van enkele korte gedichten van Emily Dickinson, gepubli ceerd. In 1959 verhuisde Goenawan naar Jakarta om psychologie en filosofie te studeren. Vier jaar later voegde hij zich bij de groep van schrijvers en intel lectuelen onder wie Pramoedya Ananta Toer en W.S. Rendra, welke laatste - als Goenawan een Indonesische kandidaat mocht nomineren - naast o.a. Umar Kayam in aanmerking zou komen voor de Professor Teeuw Prijs. In 1965 vertrok Goenawan naar Europa, om in Brugge een eenjarige post-docto- raal cursus aan het Collége d'Europe te volgen en meer nog om het politieke kli maat in Indonesië te ontvluchten. Begin 1967 keerde Goenawan naar Jakarta terug om bij de krant Harian Kami te werken. Sommige van zijn es says werden hierin gepubliceerd, doch het merendeel van zijn werk ging naar het literaire blad Horison. Drie jaar later verliet hij Harian Kami om het wekelijkse nieuwsblad Ekspres te beginnen. In minder dan een jaar tijd werd hij door de uitgever die pro-rege ring was ontslagen en de meeste repor ters en schrijvers die voor hem werkten, onder wie de toneelschrijver Putu Wijaya, verklaarden zich solidair met hem door bij Ekspres op te stappen. Voor Goenawan was het de aanleiding om opnieuw een nieuwsblad te begin nen. Aldus werd Tempo in 1971, in han den en onder controle van de journalis ten die ervoor werkten, geboren. Goenawan is bekend met de geschiede nis van Indische mensen (die hij Indo of Indo-European noemt). Echter: volgens hem weten over het algemeen Indone siërs niet veel van onze geschiedenis en zeker niet de jongeren. In antwoord op de vraag welke kranten/ tijdschriften hij een jong Indisch persoon die geïnteresseerd is in het huidige Indo nesië zou aanbevelen, zei hij bijna stra lend: Tempo!' en kort daarop volgend 'Kompas', maar ook provinciale kranten als Suara Merdeka en Jawa Post weer spiegelen de Indonesische samenleving De heer Goenawan Mohamad op een juiste manier. Zij die de Bahasa niet machtig zijn kun nen de Jakarta Post of The Indonesia Observer lezen, alhoewel de Jakarta Post - bestaande uit slechts een paar bladzijden - niet altijd tot in detail op nieuws kan ingaan. Wellicht over tien jaar is de Engelstalige Jakarta Post in staat om hetzelfde (kwalitatief en kwan titatief) nieuws te brengen als wat in de kranten die in de Bahasa verschijnen staat. Tot slot vroeg ik hem hoe hij jonge Indo's zag die naar Indonesië ko men, als toerist of... Even moest hij na- lees verder volgende pagina, 3e kolom c& Ons reservefonds voor moeilijke dagen! Moesson wil geen subsidie. Het wil voor bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes! Hieronder laten wij onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verantwoor ding volgen van de giften die zijn binnenge komen voor het reservefonds voor Moes son over mei 1992 A. Burg 10,-; A. Buselaar 100,-; E. Claren- bach 25,-; A.M.H. de la Croix-Schiffer 15,-; J.J. Duret 25,-; W. Eikholtz 6,50; H. Gouw 20,-; T. Heijman 10,-; Hr. Huguenin 26,90; J.C.L. Jansz 10,-; A. v.Kraayenoord 25,-; A. Mariouw 70,-; N.N. 94,40; Mej. A. Overdijkink 25,-; H. de Quant 10,-; Ch. Wensel 15,-; J. Wil- lemsen-Sterckx 10,-. Totaal ontvangen in april 1992 voor PTP ƒ497,80 Totaal ontvangen in april 1992 voor Bruine Bus 97,50

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 6