J"M» totfnnmi De Jalan Braga na de oorlog. Rechts het terras van Bogerijen. Ton in Scheveningen, voor de oorlog. Hij draagt zijn nette pak, omdat de foto voor zijn familie in Indië is. ik ook zelf. Eens heb ik een kerk op schaal gemaakt van poedersuiker met lijm (dragant). Zelf ontwerpen, werkte- kenen, sjablonen maken. Rode mica raampjes en een lampje erin. De etalage zag er altijd schitterend uit. De Paas eieren waren beroemd. Van marsepein maakte ik Hollands fruit. De kistjes waarin het echte fruit op de veiling werd aangevoerd waren natuurlijk niet voor handen, dus weer improviseren, het hout van oude whiske/kratten gebruikte ik daarvoor. Ja, we deden niet alleen de verkoop in de winkel en het runnen van het restaurant, maar verzorgden ook re cepties en ik moet zeggen, dat ondanks de slechte tijd de zaak redelijk liep. Inmiddels waren ook onze twee kinde ren daar geboren. We werkten heel hard, maar toch hadden we ook nog tijd om leuke dingen te doen. Vliegergevech ten kwamen ook nog steeds voor, vanaf het dak van Bogerijen. Vliegers zelf ma ken had ik geen tijd meer voor, maar mijn oude getrouwe Soemari doet dat voor mij. We hebben wel veel gelachen in die tijd. Als ik won, was het doodstil, maar als ik verloor kwamen ze vanuit de kampong door het brandgangetje, mijn Het personeel van Bogerijen. Soemari op de met de vechthaan. geroetjoekte vlieger terugbrengen en van verre hoorde ik ze dan luid joelend aankomen:'Glassan Kadet, glas Kroket, glassan Kadet, glas Kroket!!!' Maison Bogerijen had ook een eigen voetbalelftal. Ja, natuurlijk speelde ik zelf mee, tot grote schrik van mijn tante. We speelden tegen de andere hotels/restau rants zoals Homan." Bandoeng groeit gestaag met alle gevol gen van dien. Zoals het elektriciteitsnet dat de vraag niet meer aan kan bij tijd en wijle. Als er sprake is van een stagnatie wordt normaal gesproken gewaar schuwd, zodat er maatregelen genomen kunnen worden, maar een keer gebeurt dat niet. "Op een dag werd er plotseling geen stroom meer geleverd. Probleem. De apparatuur deed het niet meer, maar er moest brood komen. Ineens kreeg ik een idee. Kon me iets uit mijn jeugd her inneren. Toen ik op de Bergmanschool zat waren daar buiten op straat mensen aan het werk, die kabels legden. Je weet wel van die grote rollen met kabel er omheen gewonden. In Holland zou de voorman dan op een fluitje blazen en bij iedere fluit wordt er dan een ruk gegeven om de klos af te rollen. Maar hier ging dat an ders. De voorman stond daar en 'Wah di rata hoi', trekken, 'wah di rata hoi', trekken'. Daar kon ik uren naar kijken. Op de grote ta fels midden in de bak kerij gooide ik de enorme hoeveelheid meel, maakte kuilen erin voor het vocht en gist en zei, komop lui doe hetzelfde als ik. Trok mijn kleren uit en stond daar in mijn pen- dekkie. De anderen de- voorgrond den dat ook. Allemaal op een rij staan en 'wah di rata hoi', meel oppakken en rang, kne den, 'wah di rata hoi, weer oppakken en rang. Net zolang totdat het deeg er prachtig uitzag. Maison Bogerijen kon toen als enige brood leveren. Veel lol gehad". Ton besluit dan wel een eigen generator aan te schaffen. Ton werkt niet alleen in Bandoeng, maar gaat ook regelmatig naar Djakarta, waar de familie een fabriek heeft. Normaal gesproken maakt hij die reis per vliegtuig (hij heeft inmiddels ook zijn vliegbrevet gehaald), maar als er een totaal vlieg verbod wordt afgekondigd moet de trip per auto gemaakt worden, wat in die tijd een hachelijke zaak is. "Er was toen een spertijd van twaalf uur 's nachts tot vijf uur 's ochtends. Na een werkdag vertrok ik dan, maar nam altijd wel iemand mee. Je moest niet alleen rij den. Tenslotte moest je over die don kere weg de Missigit over, richting Pade- larang waar allerlei bendes zaten. Op een keer reed ik met mijn goede vriend Frans Olbergen van juweliersbedrijf 'de Concurrent', hij reed bijna altijd mee omdat hij ook een zaak had in Jakarta. Je reed dan ook langs de grotten van Pade- larang. Die omgeving kende ik heel goed uit mijn jeugd. Frans had dan altijd heer lijke lempers bij zich. We rijden en op een gegeven moment staat er zo'n bende op de weg. Doe mijn lichten uit, maar, het lichtje in de wagen aan. Die lui zijn net zo bang als wij. Weten ook niet wie ze tegenover zich hebben. Veel mensen om je heen, veel gepraat. Eerst uitvinden van wat voor partij ze zijn, van Sukarno of Dl. (Darul Islam). Wat voor soort garongs het zijn, nette die alleen je geld willen, of lui die je helemaal rippen en ook nog vermoorden. Dat ga je in een gesprek uitproberen. Begin de hoofdman aan te spreken met 'Djuragan kaptein'(hij was sergeant). Alles in het Soendanees. Hij vraagt aan mij:'Aya udut pak?' (sigaretten). Ik had niet maar Frans wel, zo'n mooi tinnetje voor zijn relaties in Jakarta. 'Frans, sigaretten, geef. We 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 10