dus. Maar daar doe je niks aan. Echt he lemaal niks. Vandaar dat er altijd zo in het geheim gewerkt wordt. Je kan het tenslotte nooit bewijzen." "Als de deadline kwam voor een collec tie, we maakten twee Haute Couture collecties en twee Prêt a Porter (confec tie) collecties per jaar, leverde je je ont werpen in en Bohan bekeek dan de hele collectie. Je wist dus alleen wat je zelf had gemaakt. Hij koos dan de ontwer pen uit die hem aanstonden, deed dan nog wat handgrepen de 'finishing touch' en onder de naam Christian Dior werd jouw ontwerp dan gepresenteerd. Het is zelden dat een ontwerper van naam, zo als Yves St. Laurent, Montana, Dior, Chanel enzovoort zelf iets doen. Ze hebben hun assistenten die verzinnen, patronen maken, monstercollecties in el kaar zetten. Zelf zijn het managers met een hoop goodwill en talent zich te pre senteren, wat ook een kunst op zich is. Je bent, of je wil of niet, een publiek fi guur. Je moet je laten zien, uitgaan, in de juiste restaurants en café's komen en naar culturele manifestaties gaan." "De Japanners, dat is een heel ander verhaal. Zij zijn de enigen Oosterlingen die voet aan de grond hebben gekregen in Parijs. Oorzaak? Achter deze jongens zoals Kenzo, om een echte bekende te noemen, zit een hele grote organisatie. Die ontwerpers staan in dienst van die organisatie en worden echt gelanceerd. Krijgen al het geld dat nodig is om Japan te 'promoten'. Ze werken hard hoor daar niet van, maar de kapitalen die daarachter zitten zijn ongekend groot. De Japanse ontwerpers doen het dus niet alleen. Met veel geld is tenslotte al les mogelijk. Iedere stof kan geweven worden, alle kleuren kunnen gebruikt worden om te verven. Zo iemand wordt dus niet beperkt door financiën." "Na twee en een half jaar bij Dior werd ik hopeloos verliefd en ging mijn geliefde achterna naar New York. Liet alles ach ter me. Stom eigenlijk, want die liefde duurde niet langer dan een halfjaar. Maar ja, niets is voor niets. Heb in New York, waar tenslotte ook hele grote ontwerpers zitten, bij Halston gesollici teerd en werd meteen aangenomen. Werd hoofd-assistent in de praktijk. Het was een hele leuke tijd en vooral heel leerzaam. De zakelijkheid in Amerika, daar kon je een hoop van leren. Je ont werp in de States is pas goed als Bloomingdale's of Saks 1.000 exempla ren bestelt. Geld, alles draait om ver koop. En dat is heel anders dan Europa. Ik had eigen klanten die zich alleen door mij lieten kleden, waaronder Liza Minelli. Toen de officiële functie van hoofd-assis tent vrijkam, een leidinggevende positie in het bedrijf, kwam ik aanmerking. Twee weken hebben ze erover verga derd. Twee weken. Besloten werd om een Amerikaan te benoemen. Het speet Halston zeer, maar op die plek kon geen Oosterling zitten. Discriminatie? Ik voelde het wel zo. Was woedend. Maar ook dat was ergens goed voor. Ik wist toen dat de tijd gekomen was om voor mezelf te beginnen." Heb al mijn spullen gepakt en ben naar Jakarta gegaan. Dat was in 1985. Met US$ 10.000,—, al mijn spaarcenten, ben ik daar voor mezelf be gonnen. En het is ge lukt. Daar ontdekte ik eigenlijk wat een prachtige cultuur In donesië heeft. In je jeugd vind je dat normaal, denk je niet over na en in Europa ben je zoveel mogelijk bezig de Fransen te imiteren. Je eigen cultuur ge bruiken, komt dan niet in je op. Ben alle weeftechnieken gaan onderzoeken van ikat en het maken van batik. Ik presen teer nu één maal per maand een tele visieprogramma waarin de cultuur be licht wordt. Iedere keer neem ik als on derwerp een ander gebied, een ander volk en laat in het pro gramma de oor sprong en de ontwik keling zien van het ver vaardigen van materialen en klederdrachten. Daar werk ik nu ook mee. Ik combineer het Oosterse ele ment met het Westerse." Het grappige is dat de Franse coutu riers zich erover verbazen dat ze geen voet aan de grond krijgen in Zuid-Oost Azië. Maar daar is een duidelijke verkla ring voor. Veel talenten uit Azië hebben in de jaren tachtig hun opleiding in Eu ropa gedaan. In die jaren was 50% van de assistenten bij de grote huizen, Aziatisch. 50% Is heel veel hoor. Al die jongens en meisjes zijn terugge keerd naar hun roots en hebben de kapaciteit dat te ontwerpen wat de men sen willen en kunnen dragen. Bloot, doorschijnend, mini is 'out of the question' in die landen. Wij hebben een heel andere ethiek. Dat begrijpen wij, maar de Fransen niet. Die kennen de mentaliteit niet van een Oosters volk. Tegenwoordig is het trouwens heel erg 'en vogue' om kleding te dragen die het traditionele aspect uitstraalt. Daar is men tegenwoordig trots op. Een sarong kabaya maar dan in een moderne vorm. Een prachtige batik print en combinatie met een organza blouse. De mode is dus gelocaliseerd, men heeft vertrouwen in eigen ontwerpers." "Ik verdien geen geld aan een Haute Couture collectie, dat kost alleen maar geld. Maar het is het leukste om te doen, daar kan je al je creativiteit in kwijt. En dat wil ik blijven doen. Ik financier zo iets met het geld dat ik verdien met het maken van uniformen voor grote bedrijven. T- shirts in grote oplage. Alles in opdracht. Dat ver dient goed." "Later, ik ben nog jong ten slotte, over twintig jaar of zo, zou ik graag een eigen confectie- label willen hebben, zoals Polo van Ralph Lauren en daar mijn geld mee verdienen. Een specialisatie dus voor één doelgroep. Dat moet je hebben tegenwoordig. Maar voorlopig leef ik prettig, verdien genoeg om te doen wat ik wil. Ik mag bijvoor beeld in september naar Madrid om Indonesië te vertegenwoordigen op een grote culturele tentoonstelling en zo bouw ik langzaam verder. De Pasar Malam is ook een uitje voor me." "Het is moeilijk om in Nederland voet aan de grond te krijgen. Ik vind het ook lastig om voor de Neder landse vrouw te ontwerpen. Je zou eigenlijk een jaar in een land moeten leven, werken, wonen om de menta liteit te begrijpen. Te zien wat men wil dragen. Ik heb wel opgemerkt dat de Nederlandse vrouwen zich graag een voudig kleden. Over het algemeen niet willen opvallen. Allemaal understate ment. Maar dat is geloof ik de mentaliteit hier. Wat wel een hele mooie ontwikke ling is, is dat vrouwen dat dragen waarin ze zich prettig voelen. Er is geen ver plichting meer om de mode te volgen. Men is individu geworden." De Europese invloed is aan hem per soonlijk heel goed te merken. Hij loopt snel, reageert snel en praat als een wa terval. In zijn ontwerpen herken je Indo nesië. Als u de modeshow dit jaar gemist hebt, wie weet is hij volgend jaar weer op de Pasar Malam. Ga eens kijken, het is de moeite waard. LIESBETH STEUR 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 22