r-op eigen houtj I. KALIMANTAN O 00 (Het verhaal begint bij hun vlucht van Midden-Java naar Kalimantan). De vlucht naar Balikpapan heeft vertraging. "Bit wizzer", zegt de man aan de balie en we moeten lang nadenken voor we snappen dat hij bad weather bedoelt. Via een tussenlanding in Surabaya arriveren we met anderhalf uur vertraging in Balikpapan. De klok moet hier een uur vooruit en we laten ons per taxi naar hotel Aida in de stad brengen. We hebben kamers besproken in hotel Aida in Samarinda maar de eigenaar heeft ons geadviseerd langs zijn andere hotel in Balikpapan te gaan. Daar zal een auto voor ons klaar staan die ons voor Rp. 30.000 naar Samarinda zal brengen. Voor het hotel in Ba likpapan staat een bijna naakte man. Vies, zo te zien in geen jaren gewassen, lange haren, om z 'n armen en benen heeft hij oude fietsbanden gewikkeld en hij is gekleed in een soort heupdoekje. Hij staat in de vuilnisbak naar wat eetbaars te zoeken. Het hotel zelf ziet er ook niet bar aanlokkelijk uit en de toegezegde auto blijkt Rp. 5.000 meer te kosten dan was afgesproken. Maar vijfendertig gulden voor een rit van ruim honderd kilometer voor vier perso nen met bagage is niet duur. Het natuurschoon op weg naar Samarinda is niet overweldigend en het beetje natuur dat er nog is langs de weg is zwaar beschadigd door bosbranden. door J. Karman Onze reservering klopt niet in het ho tel en wij wijken uit naar hotel Hidaya Idat er vlak naast ligt. Meteen al in de hal komt er een gids op ons af met de vraag of we plannen hebben voor vandaag en de komende dagen. Als je dit een paar keer hebt meegemaakt weet je, dat je net moet doen of je al je dagen volgepland hebt, tenzij je be hoefte hebt aan een gids. Doe je dat niet dan kost het grote moeite zo'n man weer kwijt te raken. Deze gids is zeer vasthoudend en achtervolgt ons zelfs tot in de eetzaal. We moeten hem haast smeken even met rust gela ten te worden om te kunnen eten en dat trekt hij zich strategisch terug op een punt waar vandaan hij ons goed in de gaten kan houden. We bestellen gado-gado. Er komt een bediende met zijn fiets door de eetzaal en rijdt de straat uit. Na vijf minuten is hij terug en verdwijnt met tvyee bungkusjes naar ach teren en komt ev^pn later ons eten bren gen. Wat er op tafel komt ziet er niet echt smakelijk uit. We vermoeden dat de bediende het eten op straat bij een kaki lima heeft gekocht. Zodra we klaar In augustus 1989 t/m maart 1990 heeft Moesson met tussen pozen in acht afleveringen het reisverhaal 'Indonesië op ei gen houtje' gepubliceerd. Een verslag van een reis door Sumatra, Java, Ambon, Nieuw-Guinea, Bali en Flores. De heer Karman is na drie jaar terug geweest in Indonesië voor een tweede reis die ging van Sumatra, West- en Mid- den-Java, Kalimantan, Sulawesi, Oost-Java, Bali en Flores. Kalimantan en Sulawesi deed hij voor het eerst aan met zijn vrouw en twee goede vrienden. De met zorg en met veel aandacht voor praktische problemen geschreven reisversla gen over deze eilanden, zullen in een aantal delen in Moes son verschijnen. Voor reizigers die voor het eerst naar Indo nesië gaan, zijn deze verslagen leerzaam en zij die Indië van vroeger kennen, kunnen vanuit hun luie stoel meereizen in het Indonesië van nu. zijn, zit de gids er alweer, maar wij heb ben inmiddels besloten dat we naar het natuurreservaat Kutai bij Bontang willen en daar zijn eigen gidsen. Volgens de boeken die we thuis bestu deerd hebben moet je in Samarinda bij de plaatselijke autoriteiten toestemming vragen om dat reservaat te bezoeken en we gaan op zoek naar het kantor pari- wisata - het toeristenbrueau. Daar wor den we met alle egards ontvangen. In ons fraaiste Indonesisch leggen we uit wat de bedoeling is en we krijgen alle inlichtingen die we willen. Het kan al lemaal en het is helemaal niet nodig hier in Samarinda toestemming te vragen. Dat kan bij het reservaat. We krijgen kopieën mee van allerlei ge schriften en kaarten en aangezien die in Indonesië schaars zijn bieden we aan die te betalen, hetgeen graag ge accepteerd wordt. Het enige waar we zelf voor moeten zorgen is drie kopieën van onze paspoorten, die we uit voorzorg al in Nederland gemaakt hebben, omdat kopiëren in Indonesië alleen in speciale zaken kan. De con versatie gaat in vlot Indonesisch en achteraf denken we dat we niet alles helemaal goed begrepen hebben. We concluderen uit de conversatie dat we in Bontang op een boot kunnen stappen en zo het reservaat kunnen invaren. Een misverstand blijkt het te zijn. Het is nog vrij vroeg in de middag en we krijgen het advies zo gauw moge lijk naar Bontang te vertrekken, daar contact op te nemen met de beheer der van het reservaat en in Bontang te overnachten, dan kunnen we de volgende ochtend in alle vroegte naar Kutai vertrekken. Onze kamers in Samarinda houden we aan en ver trekken naar de terminal bus om ver voer naar Bontang te zoeken. Het is per openbaar vervoer twee uur rij den in noordelijke richting vanuit Samarinda en dan ben je nog niet bij het reservaat. Zoals altijd worden we al bij de ingang van het busstation op gevangen en naar een minibusje ge bracht dat met ons vieren en de twee passagiers die er al in zitten meteen vol is. De man die ons gestrikt heeft krijgt Rp. 1.000 van de chauffeur. Hij doet goede za ken. We betalen per persoon Rp. 5.000 en dat is goed betaald. Na twintig minuten rijden stoppen we. Lekke band. Nu heb je in Indonesië overal langs de weg om de paar kilome ter kleine werkplaatsjes met een bord tambal ban - banden plakken - want rij den met banden die tot op het canvas versleten zijn, is een heel normale zaak. Ook ontbreekt vaak de reserveband dus deze bedrijfjes voorzien duidelijk in een behoefte. Het euvel is in een kwartiertje verholpen. Langs de weg tientallen bosbranden en 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 20