De watertaxi op de Mahakam Rivier den vijftig. Na anderhalf uur komt er een watertaxi. De passagiers moeten een sprong van ongeveer een meter om laag maken om aan boord te komen. Aan de rivierkant van de watertaxi ligt meteen een drietal parlevinkers om eten en drinken te verkopen aan de passa giers. We zijn met ongeveer 25 mensen aan boord waaronder een stel jonge knullen met kaal geschoren hoofden waarop alleen een klein plukje haar op het voorhoofd is blijven staan. Als Nel een fluitje aan een klein kind geeft, zo'n ding dat afrolt als je erop blaast, komt meteen een van die knullen ook zo'n fluitje vragen. Met z'n allen hebben ze de grootste lol. Vrijwel alle passagiers zitten benedendeks waar geen ruimte is om rechtop te staan, ledereen zit of ligt op de grond en zo gauw we van wal steken gaan overal de bungkusjes open en wordt er uitgebreid gegeten. Daarna wordt de afwas gedaan door het spul even buitenboord in het water te hou den of de hele troep wordt overboord gegooid. Dan wordt er uitgebreid gesla pen. Wij zijn niet naar Indonesië geko men om slapend de Mahakamrivier af te zakken en zijn vrijwel de enige die nog overeind blijven. Regelmatig leggen we ergens bij een gehucht aan en op dit uur van de dag is iedereen aan het baden. De kinderen helemaal bloot, de vrouwen als altijd gekleed in een sarong die ze van Het museum, de enige bezienswaardigheid in Tenggarong deraan net voldoende snelheid verza meld om zonder terug te schakelen pre cies de top van de volgende berg te ha len. Gelukkig moeten we hier en daar stapvoets rijden door de grote gaten in de weg. Op de motorkap naast de chauf feur zit een dame met een slapend kind in een zeer ongemakkelijke houding. Een man, een volkomen vreemde denk ik, want hij stapt op een heel andere plaats uit dan de dame, biedt aan het kind op schoot te nemen. Dat gebeurt en het kind slaapt ongestoord door. Eenmaal weer in Samarinda aangekomen, besluiten we naar Tenggarong te gaan, een plaatsje stroomopwaarts aan de Mahakamrivier. Er gaan geen bussen die kant op wordt beweerd, dus nemen we een taxi. Er is een leuk ingericht mu seum waar we naar toe gaan. Veel meer vertier is er niet en we informeren wan neer de boot terug gaat. Niemand weet het. Dus installeren we ons bij de aanleg steiger en het lange wachten begint. Erg is dat niet want er zijn mensen genoeg om een praatje mee te maken en er is genoeg te zien. Er zit een hele groep leerlingen van de SMA. Elke dag moeten ze met de boot naar school en weer naar huis. Ze vertellen ons dat je van hieruit met de boot naar Muramuntai kunt, twaalf uur varen stroomopwaarts voor de somma van Rp. 3.500, drie gul- boven wat open trekken om met de gayong grote plensen water over hun lichaam te gieten en de mannen met ont bloot bovenlijf. Bij elk huis is de kamar kecil boven het water gebouwd zodat al les rechtstreeks in de Mahakam plonst. Een paar meter verder wordt in dat zelfde water gebaad en wordt ook de tandenborstel in datzelfde water gedom peld om de tanden een grondige reinigingsbeurt te geven. Was het aan boord gaan al min of meer een probleem, van de boot afstappen is vaak nog veel ingewikkelder. Soms leg gen we aan bij een groot veld drijvende boomstammen en dan moeten de passa giers met hun bagage of soms met een kind op de arm over de boomstammen de steiger zien te bereiken. Voor ons zou dit een uitermate hachelijke onder neming zijn, maar deze mensen vertrek ken geen spier. Ze doen het gewoon. In Samarinda moeten wij ook halsbrekende toeren uithalen om via een soort kip- pentrapje en allerlei andere obstakels de hooggelegen kade te bereiken, maar er zijn voldoende helpende handen om die onhandige westerlingen omhoog te hij sen. Het is ons eerste bezoek aan Kalimantan en hebben er ter oriëntatie maar een paar dagen voor uitgetrokken. Nu weten we dat het zeker de moeite waard is er nog eens terug te komen maar we weten ook dat de afstanden ver schrikkelijk groot zijn. We hebben al leen een stukje van Balikpapan tot aan Bontang over de weg gedaan en zijn daar al vele uren mee zoet ge weest. Toch moet het haalbaar zijn het stuk Banjarmasin-Balikpapan ook over de weg te doen. Iets om in ge dachten te houden voor een vol gende keer. In de namiddag is de oever van de Mahakam één grote kamar mand 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 22