HEIMWEE Ik weet niet wat het is, dat wat ik heb met de dichter J. C. Bloem. Vaak en graag en veel gelezen in zijn dichtbundels. Dan denk ik ineens, hoe kan dat? Een jongen, een man van deze lage landen, geboren en getogen tussen de klei, de koeievlaaien, in die eeuwige harde wind, de regen en de stank van rottend hooi. Dan de winter. De sneeuw en de koude van een einde loos durende vorstperiode. Een jaargetijde zo streng en gemeen en die ge nadelozer is dan alle andere elementen van de natuur tezamen. Een man dus van deze lage landen, die gedichten schrijft en bij het lezen van die gedichten komt bij mij een gevoel van herkenning op. ter met veel Indische mensen in de prak tijk. Een broedplaats voor heimwee, maar niets daarvan. Over het psychisch en fysiek lijden als gevolg van het heimwee, als gevolg van de nostalgie, daar is meer over te zeg gen. Deze kunnen zeer ernstige vormen aannemen zoals een diepe depressie en een hardnekkige anorexie, het niet wil len of niet kunnen eten waardoor een levensbedreigende vermagering kan ont staan. De zieke in zijn of haar oude om geving terugplaatsen is de beste behan deling. Helaas is dat niet altijd mogelijk. "Men staart door hoe lang al dezelfde ruit Naar smeltend ijs en mist en grauwe landen Men doet het licht aan, sluit de wereld uit En voelt nog meer de klem der kamer wanden" Heimwee was niet de oorzaak voor de bovenstaande regels van dichter Bloem. Bij mij roepen deze regels de smartelijke herinnering op van een verloren en een verkwanselde jeugd in de tropen. Het makkelijke en warme leven in een Komend uit een warm, tropisch land, waar het leven makkelijk, dankbaar en vol kleine verrassingen wordt geleefd en beleefd, is deze tochtige, koude en zake lijke en gevoelsarme wereld onleefbaar. Een onbewoonbaar land voor diegenen, die in een warm samenzijn en in een warme wereld zijn opgegroeid en wie verwoordt het gemis ervan zo goed? Precies, die Hollander Bloem. Wonder lijk is dat toch De man heeft een rijke jeugd gehad. Er waren liefdevolle ouders en zijn goede gezondheid heeft hem een robuust Bourgondisch leven gegund en Indië lag ver, heel ver van zijn bed en desondanks herkent een donkere rijstpikker zich in de woorden van deze dichter. "Verloren zijn de prille wegen Om te ontkomen aan de tijd Altijd November, altijd regen Altijd dit lege hart, altijd" Onze prille wegen liggen 20.000 zee mijlen hier vandaan. Voor altijd een her innering. Een sentimental journey kan nauwelijks meer dan een microgram aan sentiment oproepen. De geur is anders, de soeling is tot disco verworden, het geluid is dood. De vogels fluiten niet meer, de roepende dieren zwijgen. Wij leven nu hier. Wat hier boven de kreeftskeerkring ons rest, is regen en een leeg hart. Heimwee is een verlangen naar huis of geboorteland, zegt Kramers' woorden boek. De codex medicus is wat explicie ter: "Heimwee is een kwellend verlan- door J.A. Stolk, huisarts gen naar een vertrouwd milieu bij afwezigheid". Met milieu wordt be doeld een land of per sonen. Dan volgen een paar medische hoogstandjes zoals: heimwee wordt niet slechts bij neurotici aangetroffen en heimwee kan tot ernstige depressies leiden. Vooral men sen met een ambi valente binding aan één van de ouders, bij hen zou heimwee voorkomen. Ik voor mij denk dat deze laatste opmerking meer op veronderstel ling is gebaseerd. Heimwee is een taal kundig en een medisch begrip. In het laatste geval spreken we dan over nostal gie zoals wij later zullen zien. Het is nu eenmaal zo dat wij in dit artikel het medisch traject moeten volgen en dan moet ik er met een maar bij zeggen, dat ik als medicus practicus weinig met heimwee te maken heb gehad. Je zou eigenlijk het tegendeel ver wachten. Een Indische huisdok- eeuwige zomer werd verruild voor studie, maatschappelijke status en een hoop sores. Nogmaals, heimwee had de heer Bloem niet bij het schrijven van die regels. Die dichtregels horen bij een overpeinzing op het einde van het jaar. Toen ik de re gels las, lag de beklemming van een verloren jeugd en het nooit meer te achterha len geluk van die kleine, maar o, zo aangename dage lijkse behaaglijkheden die een tropenland een mens, vooral een jong mens, kan geven, drukkend en zwaar op de borst. Heimwee was voor mij als kleine jongen, een jengelende en in bed plassende etter van een joch van mijn leeftijd, die net als ik door zijn ouders naar een boerderij in Sarangan of Tawamangoe was gestuurd zodat onze pa's en ma's lekker rustig met vakantie konden gaan. Een soort heimwee had ik ook wel, maar bozer was ik nog veel meer op mijn ouders, die mij net zo goed naar de koffie- onderneming boven Bojolali had den kunnen sturen, waar ik meestal in de vakanties heen ging- "Heimwee" had ik naar mijn vriendjes daar. Boy, Baas en Bengel en de ongelooflijke tochten door de koffie-, thee- c& 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 23