Ger Adolfs: Entrée a Bougainvillea.
Jan van Aken: Chinese wijk in Batavia, 1924.
kunst als professie uitoefenden, na een
gedegen opleiding aan een kunstacade
mie voltooid te hebben. Verder waren
het - een enkele uitzondering daarge
laten - idealisten, die zich met hart en
ziel overgaven aan de uitbundige
schoonheid, die zij in die andere oos
terse wereld hadden ontdekt en die zij
met volle teugen in zich opnamen. Dit
waren o.a. W.O.J. Nieuwenkamp, Marius
Bauer, Rudolf Bonnet, Willem Hofker,
Carel Dake Jr., Willem Dooijewaard,
Menno van Meeteren Brouwer, Pieter
Ouborg, Hendrik Paulides, Jan Poorten
aar, Willy Sluyter en Auke Sonnega. Een
enkeling zoals Isaac Israels hield het na
een kort verblijf in Indië wel voor gezien
en keerde zo gauw mogelijk weer naar
Nederland terug. Als we de lijn naar het
heden doortrekken, moeten wij hier
Arie Smit en Hans Snel noemen, al
wijken hun antecedenten wel enigs
zins af van die der eerstgenoemden.
De eerste monsterde voor de oorlog
bij het KNIL aan, werd na de Tweede
Wereldoorlog Indonesich staatsbur
ger en vestigde zich op Bali.
De laatste werd na de oorlog als sol
daat naar Indië gestuurd in het kader
van de politionele acties. Hij deser
teerde en woont nu als Indonesisch
staatsburger eveneens op Bali. An
dere Indische schilders waren in Indië
geboren Nederlanders, soms van
Indo-Europese komaf. Na hun Indi
sche jeugd kwamen zij voor hun stu
die naar Holland. Eenmaal afgestu
deerd keerden zij naar hun geboorte
land terug om zich er, al dan niet als
autodidact, aan de schilderkunst te
wijden. Er waren onder hen, die zich
na hun Indische jaren voorgoed in
Nederland vestigden. Tot deze cate
gorie behoren o.a. Ger Adolfs, Frits
Ohl, Hendrik Wichers, Henry van
Velthuysen en de in Indische kringen
hooggeprezen Leo Eland. Dezentjé, Hendrik Paulides: Mythologische voorstelling, 1949.
die in Indië bleef, werd er blijkbaar zo
door de Indonesiërs gewaardeerd, dat zij
hem bij de Indonesische schilders inlijfden.
Maar tot de Indische schilders worden
ook landslieden van andere nationalitei
ten gerekend, omdat zij ook aan de
eerdergenoemde definitie voldoen. De
beroemdste is wel Walter Spies ge
weest, die na zijn internering door de
Hollanders in 1940 enkele jaren later zo
tragisch om het leven kwam, toen het
schip, waarop hij weggevoerd werd,
door een Japanse bom tot zinken werd
gebracht. Een andere buitenlander was
de Mexicaan Miguel Covarrubias, een
antropoloog, die tevens schilderde in
een stijl, die onmiskenbaar Mexicaans
aandoet. Dan waren er de Zwitser Theo
Meier en de Belg Adriaan Ie Mayeur de
Merpres (echtgenoot van de beroemde
legong-danseres Ni Polok), allen werk
zaam op Bali.
Keren wij na deze korte, verre van vol
ledige inleiding terug tot het boek
"Indonesische Impressies". Het blijkt dat
dit boek is gebaseerd op een totnutoe
onbekende particuliere Nederlandse col
lectie Colauto- Van Peperstraten, opge
bouwd rond een aantal bekende en min
der bekende Indische schilders. In het
boek zijn van 33 schilders 122 werken
opgenomen, merendeels in kleur en ver
vaardigd volgens uiteenlopende technie
ken zoals olieverf op doek of paneel,
gouache, aquarel, litho, ets, houtsnede,
tekening in potlood, pastel of krijt enz.
«s>
33