ZOMERZUCHT 4^ Film diversen jT« 49 activiteiten. De kinderen worden aangekleed op de oorspronkelijke wijze met echte kle ding uit Bali, ze bespelen gamelaninstrumen ten, leren de roffel op de kulkul-trommels waarmee de mensen worden opgeroepen voor feest of werk en ze maken zelf offers voor de 'onzichtbare gasten'. Ze kunnen meedoen aan een (vereenvoudigde) Balische dans en kunnen op een video naar beelden van een dansles op Bali kijken. Ook is het mogelijk mee te doen in het bespelen van de gamelan. Te zien zijn voorts een maquette (op oog hoogte van kinderen) van in totaal dertig me ter lengte van het Balisch landschap, dia's, schilderijen en diverse voorwerpen, zoals fraaie kains. Het Kindermuseum is bestemd voor kinde ren van 6 tot en met 12 jaar. Kinderen onder de leeftijd van 6 worden om didactische re denen niet toegelaten en een volwassene heeft uitsluitend toegang onder begeleiding van een kind (maximaal I volwassene per kind). Kindermuseum TM Junior, Linnaeusstraat 2, Amsterdam (ingang Tropenmuseum), tel. 020 - 56 88 300. Geopend: tijdens school vakanties mat/m vrij I I -16 uur, zo 12-16 uur; buiten schoolvakanties: zo 12-16 uur en doordeweeks uitsluitend voor schoolgroepen na reservering. Gesloten: alle zaterdagen, I januari, 30 april, 5 mei en 25 december. Toegangsprijzen: kinderen 4,00; volw. 7,50; 'gezinskaart 17,50. INDIË, TROPISCH NEDERLAND Indisch filmprogramma in het Nederlands Filmmuseum. Hoezeer de beelden van het Nederlands-lndië van weleer nog immer tot de verbeelding spreken, bleek uit de over weldigende belangstelling voor het Film museum-programma Indië, Tropisch Neder land in maart. Op veler verzoek een reprise van een deel van het programma. Het accent ligt op de Indische films uit de periode van de zwijgende film. Titels: Mataram, Koloniale Kinematografie: Meer uit de jaren '10, Koloniale Kinemato - grafie: Kapitein Lamster, Tropisch Nederland (1925), Ria Rago (1930), Bali, Insel der Damonen (1933), Rawana, de demon van het opium (l932).Van 27 t/m 30 september 1992 Nederlands Filmmuseum, Vondelpark 3, 1071 AA AMSTERDAM. Informatie: René Wolf, afd. publiciteit, tel: 020-5891400 HERDENKINGSDIENST PA VAN DER STEUR De Stichting Pa van der Steur houdt in sa menwerking met de Zevende Dag Adven tisten Gemeenschap in Haarlem op 5 sep tember 1992 een kerkdienst ter herdenking van het feit dat Johan 'Pa' van der Steur 100 jaar geleden zijn zendingswerk in Indië begon. In de loop der jaren zijn duizenden kinderen in zijn tehuis opgevangen en in het huidige In donesië wordt zijn werk nog voortgezet. De dienst wordt gehouden in de kerk aan de Parklaan 21 te Haarlem, aanvang 10.30 uur. Voor meer informatie kunt u terecht bij de secretaris van de Stichting, de heer R.A.G. Hes, Spirealaan 12, 1702 JH Heerhugowaard, tel. 02207-13562. "Zon, en ik zon op het dak van mijn boot...." Helaas, ik zit niet op een woonboot in een of andere Amster damse gracht te zonnen zoals Ramses Shaffy ooit bezong, maar op mijn balkon waar net een strand stoel op past. Zodra de temperatur een beetje aangenaam is (dus geen wind en mi nimaal een graad of twintig) gooi ik de balkondeur open, pak een boek en strandstoel, klap de stoel uit en ga genieten. Ik denk dat ik ga genieten want al spoedig ga ik weer naar binnen voor zonnebrandcrème (in verband met de dunner wordende ozonlaag). Weer het balkon op, ik zak in de lage strandstoel neer, klaar om me in te smeren, maar bedenk me dat ik eerst een sjekkie moet draaien vóór mijn vingers plakkerig van de crème zijn. Shag ligt binnen. Heen en weer naar de huiskamer en weer zitten. Sjekkie draaien, opsteken, met crème insmeren, boek open slaan... een beker thee lust ik wel. Weer naar binnen en terwijl ik wacht tot het water kookt neem ik ook maar iets te eten want buiten lucht maakt hongerig. Bij terug komst op het balkon ligt de kat in mijn stoel. Kat eruit, thee roeren, boek open slaan... Mijn verblijf op Java in de jaren vijftig is slechts van korte duur want achter de bosjes spelen kinderen met ruimtevaart pistolen en Star War-geluiden bege leiden de beschrijving van een huis in Bandung. Na de space-invaders start iemand achter de bosjes zijn motorfiets en vindt dat het appa raat, vooral als hij gas geeft, een mooi geluid maakt want wel vijf minuten lang staat dat monster maar lawaai te maken. Eindelijk rust en ik reis naar Jember. Radio Istanboel begeleidt me, wat niet erg is want de klanken die de Turkse zangeres begeleiden passen wel in Indone sië. Door Radio Istanboel waan ik me echter meer in Jakarta of Bombay en kan ik mijn gedachten niet meer bij Jember hou den. Boek dicht, luiste ren naar de buren waar bezoek is en waar ge geten wordt, zo aan het geluid van bestek en servies te horen. Herhaaldelijk schieten de buren en hun bezoek in de lach: mijn buur man heb ik nog nooit zo hard en met zo veel lol horen lachen. Ik sluit mijn ogen en dommel een beetje weg tot een van de buren be sluit het gras te stofzuigen. De gras- maaimachine maakt een geluid van een lawaaierige stofzuiger en her haaldelijk wordt het apparaat aan en uit gezet in een tijdsbestek van een half uur. Ik besluit om mij van de lawaaierige wereld af te sluiten en ga de huiska mer in om mijn walkman te pakken. Liederen van Schubert? Zo zwaar. Italiaanse liedjes? Zo temperament vol en het is al zo warm. Ofschoon ik niet depri ben kies ik voor een bluescassette met slome nummers en gitaarloopjes die zich steeds weer herhalen. Op het balkon zet ik de koptelefoon op, sluit mijn ogen en luister naar de liedjes over mannen die door vrou wen worden verlaten, over hopeloze liefdes, over armoede en eenzaam heid. Af en toe dommel ik weg en kan de teksten niet meer volgen, ik val in slaap. Bruusk word ik gewekt door een grapjas die mijn neus met een katte- haar kietelt. De cassette is al lang af gelopen, ik heb een stijve rug en het is een uur later. "Hoe laat gaan we eten?", vraagt de grapjas. Ik zit nog halverwege dromenland en moet hard nadenken. O ja, eten, lui deze. Nou ja, eten maken dan maar. Wan neer toch, kan ik rustig een boek le zen op het balkon? MG r f} KACA01L&- G&klJjV Jj yft ISMIUll

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 49