'1111! het eten, wilde ik altijd weten wat het was. Pas bij het noemen van mijn lievelingskostje, klom ik als een haas naar beneden. Ja, die boom en de kali, bij één van die twee was ik altijd te vinden. Ik had een eigen bootje en ben daar menig krokodil tegengeko men in mijn fantasie. In het echt heb ik er nooit een gezien. Als we met vakantie gingen, dan was het naar Tosor of Sarangan. Ik weet nog wel dat in die omgeving tutuls za ten, een kleine pantersoort. Vond ik heel spannend. Ging dan heel vroeg in de ochtend er op uit met mijn paardje en windbuks in de hoop er één te kunnen schieten. Ik had gehoord dat ze te voorschijn kwamen bij bosbran den en die kwamen regelmatig voor. Ik was dan de hele dag op sjouw, maar zonder resultaat. Slangen heb ik wel ge schoten, had dan ook een hele verzame ling op sterk water. Met die verzameling is het wel triest afgelopen. Toen ik der tien was gingen we naar Holland. Heb toen de hele verzameling goed ingepakt in weckpotten met formaline, tenminste dat dacht ik. Op de boot, 'de Sibayak' naar Holland begon het ineens ver schrikkelijk te stinken, een alles door dringende geur. Niemand begreep waar het vandaan kwam. Uiteindelijk bleek dat alle potten gebroken waren en de slan gen helemaal verteerd. Dat was het einde van de verzameling. De boottoch ten vond ik ook een avontuur op zich, vermaakte me altijd opperbest." "Ik moest naar de middelbare school en kwam terecht op het Nederlandsch Ly ceum in Den Haag, we woonden toen in Scheveningen. Heb een prima schooltijd gehad en toen ik mijn gymnasiumdiploma op zak had, wilde ik niet direct gaat studeren, of liever gezegd ik wilde niet studeren, maar de wereld zien. Avonturen beleven in de voetsporen van Winnetou en Old Shatterhand. Mijn ouders vonden dat best, ik kon mijn gang gaan maar moest wel mijn eigen centen verdie nen. Ik koos voor Zuid-Amerika en kwam in Noord-Argentinië terecht. Heb daar getrokken en gewerkt met de gauchos door cattle country als 'latero'. Schapen scheren. De latero bij de gauchos is degeen die de pen ningen beheert. Per schaap betaalde ik ze uit. Zo trok je alle estancias langs waar geschoren moest worden. Ze had den mij die taak gegeven omdat ik er blijkbaar betrouwbaar uitzag. Na een jaar kreeg ik heimwee en ben toen te ruggegaan naar Nederland. In 1937 kwam ik aan in Leiden. Rechten ben ik gaan studeren. Een jaar later kreeg ik weer de kriebels en ben met tien dollar De Gentengschool te Soerabaja in vroegere jaren (Foto: Archief IWI). op zak naar Amerika gegaan. Ik had in een onbezonnen ogenblik de wedden schap afgesloten dat ik met die tien dol lar in dertig dagen San Francisco kon be reiken." Hij schrijft in zijn boek hierover: "...Een wervelwind van belevenissen bracht mij in twee weken tot Aurora, een voorstadje van Chicago. Op een sombere, ongure nacht kon ik geen on derdak vinden en stond vertwijfeld te lif ten in het licht van een druipende straat lantaarn. Toen gebeurde er een wonder. Een engel in de gedaante van een werk loze pianostemmer stopte zijn auto, nam mij aan boord en onthulde prompt dat hij genoeg had van zijn vrouw, zijn baan en piano's in het algemeen, en op weg was naar een nieuwe leven in Californië, drie dagen doorduwen linea recta naar... Erik met zijn pasgeboren zoon Erik. (Foto: "De Verre Tamboer" van E.H.R.) San Francisco. Wilde ik soms meerijden? - Succes! Nauwelijks onderweg had ik mijn doel al bereikt, mijn weddenschap gewonnen. De onzekerheden van een tocht zonder geld door het onbekende werelddeel, de gevaren, de ontberingen, alle zorgen over een onbestemde toe komst vervlogen in het veilige comfort van de ruime Buick. En alle verwachtin gen. 'Nou?' vroeg de engel toen ik niet antwoordde op zijn aanbod. 'Hoe ver rij je mee?' 'Tot het volgende stoplicht graag,' zei ik, om dezelfde reden waarom ik zeven jaar later de dienst van koningin Wilhelmina verliet..." Hij schrijft naar aanleiding van zijn Ame- rika-avontuur het boek Rendez-vous in San Francisco. In 1939 wordt het uitge geven en is een kassucces. Tijdens zijn studie werkt hij als piepjong correspon dente voor De Sijthoffpers. Hij wordt naar de Fins-Russische oorlog gestuurd in de winter van 1939-1940. Maakt daar zijn eerste bombardement mee. Hij rea liseert zich op dat moment hoe dierbaar het leven is en belooft zichzelf dat als hij er heelhuids uitkomt, het veilige, ver trouwde Holland nooit meer te zullen verlaten. Niet wetende wat voor hem lag. Weer schrijft hij een boek Het smeulende vuur. "Mijn inspiratie om steeds weer op avontuur uit te gaan? Ik wilde, vanuit mijn 'luxe' leven te weten komen, hoe de andere kant van de medaille eruit zag. Hoe andere mensen leef den, wat er in de wereld gebeurde en dat kon volgens mij alleen maar door er zelf aan deel te nemen. De oorlog brak uit en die verhalen zijn bekend, daar hoef ik nu toch niet over te ver tellen. Door die periode ben ik in Nederland een gewaarmerkt relikwie uit de Tweede Wereldoorlog. Mijn certificaat is Soldaat van Oranje. Maar afkomst verloochent zich niet. Zoals velen, kon ook ik de scheiding tussen moederland en vaderland met moeite verkroppen. Ik gunde de Indonesiërs hun onafhankelijkheid, natuurlijk, maar ik kon het niet uitstaan dat daarom Nederland in de publieke wereldarena moest wor den afgekraakt en Amerika speelde daar een grote rol in. Dat de Hollanders el- I

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 11