OVEfiLEÖEN ZITTENDE RAADSLEDEN. Djan Daeng Mangawing Baba Soeleiman J.SlTANALA P.Kuen Hoe Munnik G WlELAND 1313 -1916 1909-1920 komst op de hoogte en zodra de auto het dorp binnen rijdt verzamelen vrij wel alle bewoners zich rondom het huis van Junaedy en z'n familie. Naar schatting wonen er niet meer dan een vijftigtal mensen in deze buurt. Lies en Nel worden zeer on-lslamitisch om helsd en gezoend door moeders die voor mijn gevoel aanvankelijk Nel aanzien voor de pleegmoeder uit het verre land en dan stappen we binnen in het kleine, snikhete en eenvoudige huisje van moeder en zoon. Er is nog een broer die intussen getrouwd is en al een baby heeft. Van deze trouwerij wisten wij niets zodat we voor schoondochter en baby geen aardig heidje hebben meegebracht. Voor moeder en zoon hebben we het no dige in de tas en onder grote belang stelling wordt de meegebrachte kle ding meteen geshowd. Het wordt steeds heter in het huisje want het raam en de deur worden helemaal af gedekt door de vele belangstellenden uit de buurt die met onverholen nieuws gierigheid alles wat binnen gebeurt, vol gen en uitgebreid van commentaar voor zien. Iemand komt met een paar jonge klappers aan. Met de parang wordt er een gat ingeslagen en zo krijgen we jonge klappermelk te drinken. Ibu ver ontschuldigt zich dat ze te arm is om ons wat anders aan te kunnen bieden. Ook hier heeft het maandenlang niet ge regend en er is weinig water in het dorp. Weliswaar zijn er drie putten, maar twee ervan zijn niet dieper dan een me ter of negen, niet diep genoeg om in deze droge tijd nog water te leveren. Eén put is dieper en bevat nog wel wat water. Daar moet het hele dorp het mee doen. Het wordt zo heet dat ik vraag of er buiten in de kebun misschien nog iets te zien is en gelukkig gaat de oudste zoon daarop in. Er staan wat De boulevard in Ujung Pandang. Vooral 's avonds schitterend en gezellig met al zijn kaki lima's cacaobomen en daar houdt het wel on geveer mee op. We kunnen ons nauwe lijks voorstellen dat hier voor het hele dorp werk is. Is er ook niet. Wie werk heeft, werkt meestal in loondienst bij een boer die het wat beter heeft. Het hele dorp doet ons na een uur of twee uitgeleide. We zijn lopend in de stad op zoek naar Fort Rotterdam. Heel in de verte zien we aan de waterkant iets liggen waarvan we denken dat het Fort Rotterdam wel zal zijn, maar 't lijkt zo'n eind dat we be sluiten een taxi te nemen. Die hebben we binnen twee tellen. We stappen in en vertellen de chauffeur waar we heen willen en in één adem door vraag ik hem zijn meter aan te zetten. Er zijn chauf feurs die dat graag vergeten en dan moet je maar afwachten hoeveel je aan het eind van de rit mag betalen. Deze rea geert met:" Tidak bisa Pak. Meter rusak. Mau bayar berapa?" - Het kan niet. De meter is stuk en hoeveel we voor de rit willen betalen. - Duizend rupiah lijkt ons redelijk maar hij wil graag tweeduizend. Aangezien we geen flauw idee van de af stand hebben stemmen we toe en draaien vervolgens binnen tweehonderd meter de poort van Fort Rotterdam bin nen. Dat was dan twee gulden leergeld, want dat geldt ook hier: op een eenmaal overeengekomen prijs kom je niet terug. Als we goed en wel binnen de muren zijn komt er al gauw een jongeman naar ons toe die ons uitdrukkelijk vraagt bin nen te komen. Daar zit zijn guru en die spreekt Nederlands. Na enige aarzeling laten we ons overhalen en binnen zit een flinke groep jongelui. Ze willen allemaal c®> Hotel Makassar aan de boulevard in Ujung Pandang Een brokje nostalgie in Fort Rotterdam 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 21