gen hc 3. SULAWESI (slot) O Nel en Nico hebben er met hun gids een pittige wandeling van ruim twintig kilometer door zeer geaccidenteerd terrein opzitten. Ze zijn terecht gekomen in een dorp waar een inwijdingsritueel werd gehouden voor een net klaar ge komen nieuw huis. Onze chauffeur weet een dorp waar een grote begrafenis plechtigheid wordt voorbereid. De man waar het om gaat is twee jaar geleden gestorven, gebalsemd en in z'n eigen huis bewaard tot er genoeg geld zou zijn om een passendfeest te betalen. Nu is het zover en de familie uit heel Indone sië is uitgenodigd om de plechtigheid bij te wonen. door J. Karman Nel vond de vorige wandeling net iets te pittig en besluit vandaag maar met ons mee te gaan. Kennelijk vond de gids de tocht ook aan de zware kant want hij komt Nico wel afhalen, neemt hem eerst mee naar z'n huis en draagt 'm daar over aan een an dere gids, die ongetwijfeld een deel van z'n verdienste aan gids nummer één zal moeten afstaan als provisie voor een aangebrachte klant. Aan het eind van een begrafenis plechtigheid waarvan we pas een deel hebben bijgewoond wordt de overle dene in z'n kist bijgezet in een graf, uitgehouwen in een rotswand. Een houten pop die de overledene voor stelt wordt temidden van een groot aantal andere poppen op een soort balustrade gezet. In de omgeving zijn veel begraafplaatsen met de daarbij behorende Tao-Tao te zien. Elk jaar worden de poppen opnieuw aange- Het gaat wel een paar weken duren voordat iedereen er is en in afwach ting van hun komst wordt er een zestigtal tijdelijke woningen gebouwd. Ze staan tweehoog in een vierkant rond de plaats waar de plechtigheid gehouden zal worden, allemaal keurig genummerd, zodat niemand zich straks in z'n woning hoeft te vergis sen. De al gearriveerde gasten wor den bezig gehouden met muziek en gezang. Dagelijks worden er tientallen karbouwen aangevoerd en volgens onze chauffeur zullen er tijdens het feest een paar honderd geslacht wor den. Ergens in een donker hok zit een vrouw bij een groot, vastgebonden varken. Ze is voortdurend bezig het beest eten en drinken in z'n bek te stoppen om te voorkomen dat hij voortijdig de pijp uit gaat. Het kan nog wel dagen duren voordat ieder een er is en om de gasten bezig te houden zullen er 's middags grote stierengevechten gehouden worden. Onder grote belangstelling worden alle karbouwen het dorp uit geleid op weg naar een drooggelegde sawah onderaan de helling waarop het dorp gebouwd is. De mannen die de karbouwen leiden jut ten de beesten wat op en hebben de grootste lol als het publiek het op een lopen zet voor een karbouw die dreigt los te breken, iets wat nooit gebeurt, 't Zijn trouwens goedmoedige lobbesen, die helemaal geen zin hebben om met el kaar te gaan vechten. Ze moeten haast gedwongen worden om te berkelahi - vechten. De mensen hier spreken dat woord uit als bekelai en dan klinkt het voor ons als bakkeleien. Het vechten zelf Voorbereidingen op het grote begrafenisfeest stelt niets voor en er vloeit zeker geen bloed. Meestal zet een van de twee kar bouwen het al gauw op een lopen en dat is dan eigenlijk waar het publiek, dat op de dijkjes rond de sawah staat, voor ge komen is. De vluchteling gaat recht op het publiek af en iedereen zet het, luid aangemoedigd door de rest van de aan wezigen, op een lopen. Dat gaat zo een paar uur door en zal zich nog een paar dagen herhalen in afwachting van de ei genlijke plechtigheid, waar wij helaas niet op kunnen wachten. 's Morgens in alle vroegte gaat Nico er weer lopend met een gids op uit, maar kleed en er staan ware kunststukjes tus sen. Hier en daar proberen kinderen zich als gids aan je op te dringen door je een kleverig handje te geven en je zo naar de Tao-Tao te geleiden.De mooiste Tao-Tao vinden we die van Tampangallo, waar ook nog een leuk souvenirwinkel tje is met redelijke prijzen. Ergens moe ten we weer een gastenboek tekenen op de speciale, voor Nederlanders gereser veerde pagina. Daar prijkt ook al de naam van Nico en als we hem binnen te gen het lijf lopen blijkt z'n gids het maar een vreemde liefhebberij te vinden om lopend de omgeving te verkennen. Hij vindt het een uitermate vermoeiende 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 18