DECEMBER gewend waren, maar wel uit kringen van hoge bestuursambtenaren. De oudste dochter bijvoorbeeld trouwde met Tjaling Ament, nu nog een "bekende naam in Indië". Net als Motman, Du Perron en Couperus. Namen die geasso cieerd moeten worden met de eerste particuliere industriële bedrijvigheid in Indië rond 1870. En allemaal families die via de mannelijke lijn de macht en status van de import-Europeanen inbrachten, terwijl de vrouwelijke lijn geld, produk- tiemiddelen en connecties met de Indonesische wereld meebracht. En bovendien, als vanouds, een lijnrechte verbintenis met de oude Mestiezen cultuur. Het beviel Daniël kennelijk, deze her nieuwde contacten van zijn familie met de import-Europeanen. Want hij koos uiteindelijk voluit voor het Europeaanschap door de moeder van zijn dochters te trouwen, waarmee hij zijn jongste dochter meteen ook officieel wettigde. Broer Scipio was niet minder welvarend en aanzienlijk dan Daniël, maar hij koos anders. Hij trouwde nooit met een van de moeders van zijn kinde ren, maar hij liet zijn kinderen wel dopen. Dat stond al vanaf de 17e eeuw gelijk aan de belofte haar in zijn huis 'als een Europeaan' op te voeden. Alleen het oudste kind kreeg zijn achternaam. Voor de anderen greep hij terug op een oude gewoonte van (import-) Hollanders: hij gaf ze zijn omgekeerde achternaam - Kijdsmeir- en adopteerde ze. Drie doch ters trouwden met Europeanen. Weliswaar import-Europeanen, maar (koloniaal!) maatschappelijk gezien geen belangrijke. Want aanzienlijke Europeanen konden het zich al niet meer veroorloven met een niet-echt Europese vrouw te trouwen. Een andere Scipio- dochter ging een verbintenis aan met een niet-Europeaan, en haar nageslacht komt in de Europese Burgelijke Stand niet eens meer voor. Evenmin als het nageslacht van de zonen. En dat terwijl een van hen met de jongste dochter van oom Daniël trouwde. Mestiezen onderling maakte het kenne lijk niet uit of de huwelijkspartner (van hun kind) officieel Europeaan was. Anders zou oom Daniël zijn schoonzoon wel zorgvuldiger hebben uitgezocht. Maar de koloniale maatschappij maakte wel onderscheid. Tegen het eind van de 19e eeuw, als in 1895 iedereen met Europese status de Nederlandse nationa liteit krijgt, blijken de nazaten van Daniël 'Europeanen' te zijn en die van Scipio 'Inlander' of 'Vreemde Oosterling'. En zo blijkt de hele Mestiezengroep opgedeeld in een Europees en een Inlands deel. (volgende keer laatste deel) de teevee opeens in glitter kerstig doen, maar dat komt dus niet over. Sterker: je krijgt een rotte smaak. En toch, en toch: men wil, men zoekt, men wacht, men hoopt, vooral de kinde ren. December is en blijft daarom een bijzondere maand. R.B. Sint is Sint niet meer. Men wil nog wel, men doet nog wel maar de romantiek, de mystiek zo u wil, is weg. Het is alle- Pasoeroean, 1933. Sint en Piet ten huize van apotheker Groenhoff Sinterklaas, dat was een paar weken spanning, sfeer en gezelligheid en hoe kleiner je was, hoe intenser de beleving. Maar dat alles is geloof ik voorgoed voorbij. Daar zijn veel mogelijke oorza ken voor aan te wijzen en één daarvan is dat het voor kinderen die op school opgroeien met kringgesprekken, school televisie, ontwikkelingsprojecten, milieu problematiek enz. wat moeilijk voorstel baar wordt dat er opeens een bisschop op daken pakjes door de schoorsteen gaat gooien. Goed, je kunt een jaartje volhouden dat Sint van alle huizen een sleutel heeft en daarmee dus binnen kan komen, maar die zakelijke verklaring is geen echte voeding voor geloof. Want dat is het misschien: het geloof krijgt geen kans meer, zelfs niet het geloof in Sinterklaas. Kinderen van tegenwoordig zijn omgeven met veel elektronica, wor den al heel vroeg op de hoogte gebracht van wat er allemaal op de wereld te doen is, kijken zich suf naar de teevee en moeten geluiden opnemen die muziek moeten voorstellen. En dan is er vanaf begin september al marsepein, gevulde speculaas enz. te krijgen en dat is natuur lijk veel te vroeg. Op 5 december kots je ervan. maal kunstmatig, geforceerd. Net als straks met Kerst. Zie je al die eitjes op 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 33