WOOV£ £N \Z£NU£
ÉW M mjb£ WW CMC SÉHP/T
Nootje en Ventje waren al vanaf hun prilste jeugd vrienden.
Op school zaten ze in dezelfde klas, ze gingen samen over of
bleven samen zitten. Maar als het zo uitkwam, waren het ook
rivalen zoals de volgende gebeurtenis zal illustreren.
Bij het binnengaan van de klas op een ochtend dat de school
begon, stond er met grote letters op het bord:
"Hedenmiddag te 15.00 uur
de Ronde van Gang Sempit
Duel op de fiets tussen Nootje en Ventje
GAAT DAT ZIEN, GAAT DAT ZIEN!!!"
Voor dit schrijven was Rel verantwoordelijk. Rel was een af
korting van Karei, de e werd klankloos uitgesproken.
Hij was uitgekozen om als scheidsrechter op te treden daar hij
als enige van de kinderen van de klas een horloge had.
De aanleiding tot dit duel was het volgende.
Op een dag dat Ventje weer eens bij Nootje op bezoek kwam,
was deze zijn fiets aan het oppoetsen maar die fiets herkende
hij niet meer terug.
"Waarom heb jij je stuur omgedraaid, Noot?"
"Dit is nu een racestuur." Het was niet alleen omgedraaid
maar er was ook nog een oude binnenband omheen gewik
keld.
"Waarom heb jij die band erom gedaan?"
"Voor betere greep."
"Waar zijn de spatborden?"
"D'r af voor minder luchtweerstand."
"En jou kettingkas ook d'r af voor minder weerstand?"
"Natuurlijk, dat is toch een groot plat vlak, ken je nagaan wat
een weerstand dat geeft, en de dynamo ook."
"Maar als je in de regen rijdt zonder spatborden blèppèten jij
van voor en van achter."
"Als je sportief bent dan let je daar niet op."
"Loh, jou remmen ook d'r af?"
"Natuurlijk, dat geeft toch allemaal weerstand! Jij snapt er ook
niks van ja."
"Maar hoe wil je remmen?"
"Als je gaat racen moet je niet remmen maar zo snel mogelijk
vooruitkomen."
"Maar er kan toch een moment komen dat je moet remmen."
"Ik kan natuurlijk wel een beetje remmen want ik heb een
twaalftand gear doortrapper. Als de pedaal omhoog gaat ga ik
er gewoon op staan bij wijze van terugtraprem."
"Maar dat is toch niet voldoende, als je een behoorlijke snel
heid hebt mental jij". Hij bedoelde dat je door de opwaarts
gaande trapper gelanceerd werd.
"Je moet niet op die kleine dingen letten."
"Maar je weet toch wat het spreekwoord zegt, wie het kleine
niet eert is de snelheid niet weerd."
"Niet weerd, niet weerd, wedden dat ik sneller ben dan jij. Dit
is toch al een snel merk en nu ik het heb omgebouwd ben ik
niet te verslaan!"
"Royal Prins", las Ventje hardop. Dit stond op de zijkant van
de stang in fraaie letters geschilderd omgeven door een
lauwertak.
Ondertussen bleef Nootje geconcentreerd poetsen op wat er
nog over was van de fiets na de onttakeling.
"Royal Prins", begon Ventje weer, en nadenkend, "nooit van
gehoord."
"Natuurlijk niet, d'r zijn maar een paar van gemaakt, net als de
Rols Ros, handmade!"
"Volgens mij is alleen het merk er handmade op geverfd door
de verkoper."
"Potdomme, je begint me te vervelen, wedden dat ik sneller
ben dan jij?" riep Nootje geërgerd en gooide woedend de
poetslap neer.
"Nee, laten we maar niet gaan racen want ik ben bang dat je
een ongeluk krijgt zonder remmen." Ventje converseerde op
rustige toon wat Nootje in hoge mate irriteerde.
"Ik hoef niet te remmen, je bent bang ja!"
"Okee, kalem pèh als je met alle geweld wil, maar laten we
dan een veilige weg nemen."
"Waar en wanneer je maar wil!" Woedend begon hij toen de
lagers te controleren of ze wel goed afgesteld waren.
En zo was dit duel een feit geworden.
Voor de afgesproken tijd zag men al groepjes jongens langs de
kant van Gang Sempit in de schaduw van de bomen staan druk
redenerend over fietstechnieken en welke strategie je moest
toepassen op deze weg.
Gang Sempit lag aan de rand van de stad, links wat kampong
huizen rechts sawah. Het was een weg die aan één eind dood
liep maar aan het andere eind haaks op de Zeestraat uitkwam.
Het was een T-kruising. Recht tegenover Gang Sempit stond
een huis met een laag stenen tuinmuurtje aan de straatkant.
Rel fungeerde als starter en zou ook de spelregels uitleggen.
Dit tijdstip, drie uur, had twee voordelen, ten eerste omdat de
ouders dan sliepen en de kinderen vrij spel hadden en ten
tweede was er op dat uur haast geen verkeer op de Zeestraat
en Gang Sempit al helemaal niet vanwege het doodlopende ka
rakter.
Maar voor het geval er toch onverhoopt wat zou aankomen
had men bij de kruising een uitkijk geposteerd om de duel
listen tijdig te kunnen waarschuwen.
Vlak voor drieën ging Rel midden op de weg staan aan het
doodlopende eind van de Gang Sempit. Dit was namelijk het
startpunt.
Belangrijk doend keek hij op zijn horloge en merkte op: "Als
ze niet op tijd komen, moet ik ze diskwalificeren. En als er een
te laat komt dan wordt degene die op tijd hier is tot winnaar
uitgeroepen, zo zijn de regels".
Ventje kwam als eerste op zijn gemak aanfietsen, ging aan het
begin van de baan naast zijn fiets staan met de onderarmen op
het stuur geleund. Even later arriveerde Nootje in de straat.
Langzaam fietste hij voor het publiek langs om met zijn race
fiets indruk te maken.
Voor de plaats waar de meeste jongens stonden stopte hij,
keek poerah poerah naar zijn trappers en gaf er met de punt
van de schoen een tik tegen zodat ronddraaiden terwijl hij
controleerde of ze wel soepel liepen. Ook wipte hij even op
het zadel op en neer om te zien of de bandenspanning wel
correct was. Stapte af en voelde aan de ventielen. Er klonk ap
plaus maar ook werden er woorden gescandeerd als:
"Bouwmaker! Patstrapper!"
Nootje keek hautain naar de kant waar dat vandaan kwam,
zette de trapper in de hoogste stand, plaatste daar een voet
op en steeg toen in het zadel als een cowboy te paard.
Bij de startlijn aangekomen reed hij een rondje om Ventje ter
wijl hij meewarig glimlachend naar diens fiets keek.
"Nou, ben je nog van plan om op je plaats te gaan staan?"
vroeg Rel hem ongeduldig.
"Kalem, kalem, nu is haastige spoed zelden goed, na de start
moet men zich pas haasten, was Nootje's commentaar.
Rel schraapte zijn keel en zei: "Ik zal eerst de spelregels uitleg
gen. Hier is de startlijn, en straks zeg ik, op uw plaatsen, klaar
af! Hebben jullie dat begrepen?"
Ventje knikte en Nootje tikte met twee vingers aan z'n hoofd
terwijl hij verveeld rondkeek.
"Jullie rijden van hier tot de Zeestraat, dan linksaf tot de tram-
36
"Huh-uh."
"En jou berko (koplamp) ook?"