RW iÊ AFSCHEID VAN BEN SNIJDERS PARADISE LOST Op 10 oktober hebben wij afscheid moeten nemen van onze lieve broer en oom Carl Hendrik Jacob Jahnke geboren te Kota Radja op 24 april 1909. T.T. Limvers-Langedijk K.C. Wiers-Langedijk en kinderen. 's-Gravenhage, 15 oktober 1992 Correspondent ie -adres Javastraat I 19, 2585 AH 's-Gravenhage. De crematieplechtigheid heeft inmiddels plaatsgevonden R.B. Foto: Ben en Jos Snijders Het was op 18 mei 1986 in het Congres gebouw te Den Haag. Moesson hield er een groot Indisch muziekfeest. De grote zaal was vol, er was sfeer en iedereen genoot van krontjong, hawaiian, jazz, rock and roll, zang. En toen was het tijd voor het optreden van Ben Snijders. Hij werd in zijn rolstoel de bühne opgere den en daar zat hij in de spotlight. Zijn vrouw Jos aan de piano, de zaal doodstil. En Ben Snijders zong zijn lied: Mijn lboe. Nooit zal ik dat optreden vergeten. En wat genoot hij van die welverdiende staande ovatie. "Mijn lboe is méér dan een liedje op zo maar een Indonesische moeder. Het is de roerende belijdenis van een mestiezenvolk aan het Land van Herkomst" was ooit geschreven over het bekendste nummer van Ben Snijders en treffender had het niet gezegd kunnen worden. De levensliedjes van Ben waren oprechte getuigenissen over het Indische leven, denken en voelen en via die ene (thans niet meer verkrijgbare) elpee hebben velen thuis bij de grammo foon mogen weten dat het Indische leven wel degelijk een warme getuigenis verdiende en niet weggestopt hoefde te worden. Ben Snijders, de zanger, de anak betawie, de Indische Speenhoff, de schilder, de onderwijzer, de Indische jongen is niet meer. Hij is 79 jaar geworden. Op 3 november jl. is hij in Amsterdam gecre meerd. Hij was niet meer in de running, hij was ziek en zijn plaat was al lang niet meer gedraaid. Maar nu hij dood is en met hem alweer een van de allerlaatste stukjes van het oude Indië is weggeval len, zullen we zijn plaat in handen nemen en beloven dat de getuigenis over lboe zal blijven klinken. Zomaar opeens, hij was op kantoor, rook hij die geur van moccataart. Maar nog niet klaar die taart, ze moest nog in lagen wor den gesneden, besprenkeld worden met rum en de mocca moest ook nog goed geroerd worden. Hij zag opeens ook weer die pakjes boter op een bord op de schoorsteenmantel liggen. Die hadden een dag nodig om zacht te worden. Maar toen zette hij alle beelden uit het verleden uit zijn hoofd want iemand vroeg hem iets. Een uur later echter tuurde hij uit het raam en vroeg zich af hoe in hemelsnaam hij die geur had geroken. Verbeelding was het niet geweest. Hij ant woordde zichzelf dat je je geuren ook kon herinneren en dat het hem vaker was gebeurd. Maar hij bleef zoeken naar een reden. Waarom moccataart, waarom op dat moment, waarom een geur en geen her innering. Heb je het verslag van de laatste dienstcom missie hier, vroeg de binnenkomer. Lex draaide zich om en keek de verstoorder van zijn gedachten aan. Nog op de reprokamer, zei hij, eind van de middag zou het klaar zijn. Terwijl hij dat zei proefde hij weer de taartkorstjes die hij altijd kreeg omdat hij had geholpen met mixen. Eerst met zo'n handklopper, later met een mixer. Je kijkt alsof je hèt gevonden hebt, zei de collega. Dat niet, zei Lex, maar als we kunnen zor gen dat we het jaarverslag eind januari kun nen afsluiten, dan is er weinig aan de hand. Lex was goed in het op verre afstand hou den van indringers. Toen Lex een paar minuten later weer alleen was, draaide hij zich weer naar het raam. Maar hij zag niks meer, hij proefde niets meer, hij was leeg. Niet dat hij melancholiek werd of zo, soms wel maar nu in ieder geval niet, maar alles en iedereen was even niet belangrijk. Het was gewoon even stil, doodstil. En alsof het zo moest zijn, toen hij 's avonds thuiskwam rook hij het al buiten. Die lucht, precies die lucht. Hij werd als altijd enthousiast begroet door zijn vrouw, die hem ook meteen mee trok naar de keuken om te laten zien wat ze allemaal aan het bakken was. Maar Lex reageerde niet. Geen woord, geen lach, geen krimp. Hij draaide zich om en ging naar bin nen. Zijn vrouw bleef als geslagen even naar het volle aanrecht kijken maar ging hem toen achterna. Ze zei niets, keek hem alleen aan. Hij zei ook niets, stak alleen zijn armen naar haar uit. Ralph Ons reservefonds voor moeilijke dagen! Moesson wil geen subsidie. Het wil voortbestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes! Hieronder laten wij onder hartelijke dankzegging aan alle schenkers, de ver antwoording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reserve fonds voor Moesson over oktober 1992 W. Boverhof 25; A. Burg 10; W. Bruin 17,25; R.B. van Duuren 10; H. Gouw 20; M.D. Hanegraaf 10; T. Heijnen 10; J.C.L. Jansz 10; J. Koopman 50; R. Mariouw 70; J.M. Pigeaud 50; J.W. Roozeboom 50; R.C. Schnelle 10; A. v.d. Star- Valberg 10; A.M. Wichers 25; J. Willemsen-Sterckx 10. Totaal ontvangen in oktober 1992 voor PTP 387,25 Totaal ontvangen in oktober 1992 voor Bruine Bus 4.967,50 w.o. 3.694,90 voor Kerst- krandjang 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 4