Een reiziger met zijn paard op een
pad waarover Leendert en Stolk
mogelijk ook zijn gereisd.
(Fotocollectie IWI)
diep is, schrikt het beest, begint te
springen, valt en ik met hem. Gelukkig
niet onder het paard, want dat is in
zoo'n moeras minder verkiezelijk. Wat
een moeite we hadden dat paard weer
op den been te brengen dat snapt u
niet. We zijn net een half uur met zijn
drieën bezig geweest want die lamme
slik zuigt zo. Toen wij uit die brij kwa
men had u ons eens moeten zien. En
Stolk, en ik en Javaan, paarden en
trommel, we waren veranderd in blok
ken modder. Geen gezicht meer te
zien: modder. Geen pakken te zien:
modder. Geen paarden te zien, slechts
een modderklomp die eenigszins de
vorm van een paard had. Dit is wel het
ergste ongelukje wat we hadden, maar
ook al niet zoo erg. We zijn direct uit
het modderbad komend direct met
kleeren en al in een kali gekropen, heb
ben ons zo goed als mogelijk afgewas
sen, toen lekker nat en frisch te paard
gegaan en onze tocht vervolgd. Van
hier naar Genteng, waar je weer zoo
wat in de bewoonde wereld komt,
hebben we net zes uur werk gehad. De
afstand is 20 km dus ging het nog al
vlug, in aanmerking nemend dat er
minstens I 5 bruggen waren weggeban-
jird. Op deze plaatsen moet men dus
door de riviertjes en gaat dat niet altijd
gemakkelijk.
Om twaalf uur waren we dus op Gen
teng. Bij den agent daar gauw een
schoon pakkie aangetrokken en toen
wat gegeten. Nu, ik had honger en be
diende mij dus goed van rijst. Doch nu
hadden die lamme kerels de mop om
mij wat veel van zoo'n geheimzinnig
smakelijk uitziend Indisch gerecht te la
ten nemen, met dat gevolg dat toen ik
mijn bord half leeg had, me de tranen
uit alle gaten tegelijk kwamen. Vreese-
lijk peperig dat goedje. Ik vulde toen
weer bij met rijst, at mijn bord weer
half leeg en vond dat het nog te pedis
(peperig) was. Weer bijgevuld met
rijst. Goed dat ik een flinke eetlust had
want ik heb wel twee van uw soort
schaaltjes vol rijst naar binnen gewerkt
met daarenboven nog de noodige
toespijzen. (Ik kan hier eten, nee maar,
da's kolossaal, zeker van de vele bewe
ging in de buitenlucht).
's Middags om 2 uur uit Genteng weg
gereden met een tjicarveer, zo'n wa
gentje, waarin men languit kan liggen,
bespannen met twee vlugge Javaansche
paardjes. Na eerst een paar uur gesla
pen te hebben, werden we halfweg
B'gi weer wakker en hebben op Ro-
godjampir een blik Engelsche biscuitjes
gekocht met een flesch Rijnwijn. Nu
we amuseerden ons daar best met on
ze koekjes en Rijnwijn. Wij waren zeer
vroolijk, ja, wat doe je al niet wanneer
je 3 maanden hebt opgesloten gezeten...
ter heelemaal niet naar den zin van de
gasten en in geheime zitting besloten
wij dan, de hotelhouder te voorschijn
te roepen. Daar deze echter nergens
te vinden was, kwam Van Enck op het
idee de provisiekamer open te breken.
Bij stemming over dit voorstel bleek,
dat er niemand in de contramine was,
en zijn we toen met zijn vieren aan het
openbreken van hiervoorgenoemde ka
mer gegaan. En met groot succes.
Daar kwam te voorschijn: boord,
taart, gerookte zalm, paling, een stukje
beefstuk, kaas, jam, bokking, sardien
tjes, ontbijtkoek, bruine boonen en
weet ik wat al niet. Toen we ons hee
lemaal met deze heerlijkheden hadden
gerestaureerd, kwam de hotelhouder
binnen en deze had zoo'n lol in het
geval, dat hij ons tracteerde op
'n Hocheimer. Feest vierende, m.a.w.
wijndrinkend, hebben we toen verder
de avond gepasseerd.
Den volgenden dag tegen een uur of
elf ging het postkantoor open en
hoorde ik van den commies dat er
Soerabaia. Genteng - Palook
Ik wil niet nalaten u het menu te geven
van den avondtafel in het hotel Schreu-
der. Eerst kregen wij nl. een soort
soep, die zoodanig oneetbaar was, van
wege het gestolde vet dat er in dreef
dat ze per sé niet verder in je lichaam
wou dan de mond, waarin het zich aan
tanden, tong en verhemelte met een
bepaald Friesche stijfkoppigheid vast
zette. Alle gasten, en dat waren Stolk,
Van Enck, Temmink en mijn persoontje
lieten dan ook maar direct dat kostje
weer weg nemen. Toen kwam er be
dorven blikjes-bloemkool, taai vleesch
en oneetbare aardappelen en daarmee
was het menu afgeloopen. Dit was ech-
voor mij een postwissel ad f I 94,- was
aangekomen. Tracteren, zegt Stolk.
Wij naar de soos. Geen van beiden lid
zijnde, heb ik Stolk, en Stolk mij geïn
troduceerd. Ik tracteerde op een
flesch Liebfraumilch en toen dat op
was tracteerde Stolk op een Rudeshei-
mer. Wel, ik moet u bekennen dat
smaakt goed op den morgen, vooral bij
zo'n hitte als daar op B'gi heerscht.
Om een uur gerijsttafeld. Daarna onze
I 2 mille 'in zilver' gehaald van me
vrouw Pownall. We hadden de karre
tjes die ons en het geld naar Genteng
brengen op 2 uur besteld doch daar
het hevig onweerde wouden de kerels
17