GELEZEN.
Een verloren land.
De regering Kennedy en de Nieuw-
Guinea Kwestie 1961 -1962.
door Ben Koster
Nog steeds worden de gemoederen
bezig gehouden door de naweeën van
hetgeen in de jaren 50-60 'de Nieuw
Guinea kwestie' werd genoemd en het
daarmee samenhangende zelfbeschik
kingsrecht van de Papoea's. Het on
langs verschenen boek van Ben Koster,
historicus en journalist bij het Noord
hollands Dagblad, laat het licht schijnen
over de hier te lande nauwelijks beken
de achtergronden van de Amerikaanse
politiek in de laatste fase van het con
flict om Nieuw-Guinea. Hoewel er van
Nederlandse zijde over deze kwestie
veel is geschreven, bestaat er geen dui
delijk inzicht in de werkelijke rol van
Amerika in die beslissende jaren. Deze
lacune wordt door dit boek opgevuld.
De rol van de Amerikaanse regering
wordt aan de hand van tot voor kort
geheime regeringsdocumenten, CIA-
rapporten en interne memoranda van
president Kennedy en zijn staf geanaly
seerd.
De op pagina 9 vermelde visie op de
Nieuw-Guinea kwestie 'dat de VS Ne
derland zowel in I 949 als in I 962 had
behoed voor wat hoogstwaarschijnlijk
een uitzichtloze koloniale oorlog zou
zijn geworden' lijkt ons van weinig
werkelijkheidszin getuigen. Nog afge
zien van het feit dat de Amerikaanse
politiek ten opzichte van zowel de In
donesische als de Nieuw Guinea-
kwestie niet werd ingegeven door al
truïstische motieven, gaat de vergelij
king met de Amerikaanse rol in de
Vietnamoorlog, die in deze visie wordt
gemaakt, mank.
De situatie in Indonesië in de jaren
1945-1950 was zowel politiek als mili
tair een geheel andere dan in Vietnam.
In het eerste hoofdstuk beschrijft de
auteur ontstaan, ontwikkeling en toe
passing van het Amerikaanse anti
kolonialistische idee en de invloed daar
van in de politiek, die de VS in Azië ten
opzichte van de Europese koloniale
machten voerde. Dit verhinderde niet
dat Amerika na de Spaans-Amerikaanse
oorlog van 1898 zelf een koloniaal rijk
verwierf.
Bij het RTC(Ronde Tafel Conferentie)-
accoord in 1949 was Nederlands-
Nieuw-Guinea buiten de souvereiniteits-
overdracht aan Indonesië gehouden.
Bepaald werd dat de status quo (voor
tzetting van het Nederlandse gezag)
werd gehandhaafd en de kwestie bin
nen een jaar door onderhandelingen
moest worden opgelost. Het was bij
deze gelegenheid, dat Anak Agung Gde
Agung, lid van de Indonesische delega
tie op de conferentie, opmerkte 'dat
Nederland Nieuw Guinea had behou
den, maar de Unie had verloren'. Zes
jaar later zou zijn voorspelling
uitkomen.
Toen in de jaren vijftig het conflict tus
sen Nederland en Indonesië zich ver
scherpte, nam Amerika een neutrale
houding aan, die in de praktijk on
dersteuning van het Nederlandse stand
punt betekende. Dit met het oog op
de strijd tegen het communisme (de
Koude Oorlog woedde in alle hevig
heid), omdat Amerika de bondgenoot
Nederland niet van zich wilde ver
vreemden. Tussen 1950 en 1956 von
den verschillende conferenties plaats,
die alle op niets uitliepen. Na de laatste
mislukte conferentie over Nieuw-
Guinea in 1956 in Genève verslechter
den de betrekkingen tussen Nederland
en Indonesië in snel tempo: in 1956
werd de Unie en het RTC-accoord
door Indonesië opgezegd, eind 1957
nationalisering van de Nederlandse be
zittingen en uitwijzing van de Nederlan
ders en tenslotte in augustus I960
verbreking van de diplomatieke betrek
kingen. Uitgebreid wordt ingegaan op
de juridische, politieke en andere argu
menten die van beide zijden naar voren
werden gebracht, zoals van Nederland
se zijde het zelfbeschikkingsrecht van
de Papoea's.
In oktober 1958 deed de Amerikaanse
minister van Buitenlandse Zaken, Dul
les, de toezegging dat Nederland, in
geval van een Indonesische aanval op
Nieuw-Guinea, op logistieke steun van
de VS zou kunnen rekenen. Deze hou
ding werd ingegeven door de vrees dat
Indonesië in die jaren steeds meer naar
het communisme dreigde af te glijden.
Spoedig na het optreden van de
regering-Kennedy in 1961 vond er ech
ter een heroriëntatie plaats van het
Amerikaanse Nieuw Guinea-beleid, die
overigens reeds in de nadagen van het
presidentschap van Eisenhower was
voorbereid. Overwegingen van deze
koerswijziging waren de overtuiging
dat Indonesië in een militair conflict
(waarbij Amerika gedwongen zou wor
den partij te kiezen) door de opbouw
van zijn strijdkrachten de overwinning
zou behalen, en de vrees dat Indonesië
tenslotte geheel in het communistische
kamp zou belanden. Bovendien zou
een andere militaire confrontatie naast
het escalerende conflict in Vietnam
Amerika ongelegen komen.
De Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken, Dean Rusk, concludeer
de ronduit dat 'Nederland zich uit
Nieuw-Guinea zou moeten terugtrek
ken', Nederland zou bij een militair
conflict niet op Amerikaanse steun
hoeven te rekenen.
Vervolgens passeren de verschillende
fasen, die het conflict in de jaren
1961-1962 doormaakte, de revue: het
plan-Luns (internationaal bestuur over
Nieuw-Guinea onder VN-toezicht dat
het zelfbeschikkingsrecht van de Pa
poea's zou garanderen), de infiltraties
van de Indonesische troepen, de be
zoeken van Robert Kennedy (volgens
Luns 'een groffe, brutale, ruwe man')
aan Jakarta en Den Haag en het plan-
Bunker, dat tenslotte na moeizame on
derhandelingen zou leiden tot
beëindiging van het conflict. De op 15
augustus 1962 in New York gepara
feerde overeenkomst bepaalde dat
Nederland de souvereiniteit zou over
dragen aan een VN-interimbestuur dat
op I mei I 963 de souvereiniteit aan
Indonesië zou overdragen. Uiterlijk in
1969 moest een volksraadpleging op
Nieuw-Guinea plaatsvinden, de diplo
matieke betrekkingen tussen Indonesië
en Nederland werden hersteld. Op
merkelijk was, dat invloedrijke Ameri
kaanse bladen als de New York Times
en The Nation, evenals de meerder
heid van het Congres, de Nederlandse
positie steunden.
Het laatste hoofdstuk beschrijft de hef
tige en emotionele reacties in Neder
land en Nieuw-Guinea op de gesloten
overeenkomst. Van de door Amerika
verhoopte betere relatie met Indonesië
kwam overigens niets terecht, integen
deel verslechterden de betrekkingen
steeds meer. De leveranties van
Sovjet-wapens aan Indonesië gingen on
verminderd door, en Soekarno stortte
zich spoedig in een nieuw politiek avon
tuur met de confrontatie-politiek te
gen de in 1963 gevormde Maleisische
federatie. Ditmaal zou hij zich echter,
zelfs met gezichtsverlies, moeten te
rugtrekken.
'Een verloren land' vormt boeiende
lectuur over de bewogen jaren van de
strijd om het laatste stuk Ned.-lndië en
is geschreven in een vlot leesbare stijl.
Het boek vormt een waardevolle aan
vulling op de geschiedschrijving over
deze tijd en wordt verlevendigd door
de informatie over persoonlijke achter
gronden van de hoofdrolspelers in het
conflict.
CHARLES MANDERS
Een verloren land, Ben Koster, Uitg.
Anthos, 175 pag. paperback, prijs f 32,50.
37