DE OPENING VAN DE
KUNSTHAL IN ROTTERDAM
HOFCULTUUR IN EEN GLASBAK
Nee, beste lezers, hier is geen fout in
de titel geslopen. Op 31 oktober jl.
stond in Rotterdam niet de reeds
maandenlang verbeide tentoonstelling
'Hofcultuur uit Indonesië' centraal,
doch wel degelijk de opening van de
Rotterdamse Kunsthal. Deze dag van
verrassende indrukken en ongewilde
misverstanden zal mij nog lang heugen.
Zoals men weet, vormt de Hofcultuur
uit Indonesië de laatste van de drie
Indonesië-tentoonstellingen in het ka
der van het Festival of Indonesia, dat in
1991 in Amerika was begonnen en in
1992 in Nederland zou eindigen. Als
stralend sluitstuk had deze tentoonstel
ling de kroon op het werk moeten
vormen. Het heeft allemaal wat anders
uitgepakt. Laten we het maar houden
op een ongelukkige samenloop van om
standigheden zonder er hier verder op
in te gaan. Uiteraard waren de ver
wachtingen hooggespannen. Welke on
vermoede verrassingen zou deze
toverdoos, waarover al zoveel voorpu-
bliciteit was geweest, ons vandaag
brengen? De bewuste zaterdagavond
zette al niet bepaald feestelijk in met
zijn deken van grauwe mist, die geruis
loos aan was komen sluipen. Ook aan
de Westzeedijk, waar de contouren
van de Kunsthal vaag opdoemden. On
vermijdelijk zal dit bouwkundig wonder
van architect professor Rem Koolhaas
bij dit artikel betrokken worden, een
voudig omdat mijn verhaal anders niet
te volgen is. Een persoonlijk verslag
van verwarrende en onvolledige in
drukken.
Het totale kunstwerk bestaat ruwweg
uit twee losstaande gebouwen, die van
af de dijk van elkaar gescheiden zijn
door een brede neergaande betonnen
hellingbaan zonder borstwering. Een
ideale roetsjbaan voor kinderen met
een skateboard, maar minder leuk
voor rolstoelgebruikers. Ergens halver
wege deze baan bevindt zich links de
verscholen ingang naar de grote ont
vangstzaal, het auditorium. Hier zou
straks het feestelijke openingsgebeuren
plaatsvinden. Door zijn sobere afwer
king en aankleding vertoont deze zaal
echter alles behalve een feestelijke
sfeer. Ook hier weer een betonnen
helling, naar achter oplopend, met een
tribune voorzien van rijen plastic
stoeltjes. De buitenste zijmuur is gro
tendeels in glas opgetrokken zodat het
daglicht royaal naar binnen komt en
men het verkeer op de Westzeedijk
kan gadeslaan. De voorkant van de zaal
heeft een reusachtig venster, dat over
Gouden Kris, Klungkung, Bali
een overdekte binnenplaats heen zicht
geeft op een ander onderdeel van het
gebouw, dat tegen de dijk aan ligt.
Hierin is het informatiecentrum ge
vestigd. Op de brede vensterbank van
het grote raam is bij wijze van accent
een compositie aangebracht van fletse
pompoenen en verkleurde droogbloe
men. Ik denk dat zij de herfst moet
symboliseren. Opzij van de tribune
vormt de betonnen hellingbaan een
breed looppad zonder leuning (oppas
sen, anders stort u naar beneden), dat
in de lengte gedeeltelijk is opgevuld met
enkele rijen veredelde metalen melk-
krukken met tractorzitting. De zaal
verlichting bestaat uit bundels lage, kale
t.l.-buizen, die vanuit het onafgewerkte
plafond verticaal naar beneden
bungelen.
Enigszins bekomen van de verbazing
over al dit ongewone, denk ik nogal
naïef, dat de oorzaak van al deze ar
moede best eens geldgebrek zou kun
nen zijn. Of misschien was de
afwerking wel niet op tijd klaargeko
men. Of zou het tegen alle geldende
regels in toch de eigenzinnige opzet
van de architect zijn geweest? Zoiets
als de macht van de arrogantie of de
arrogantie van de macht?
Al gauw vult de zaal zich met tientallen
hoge en lagere gasten, waaronder eni
ge directeuren van onze kunstmusea
zoals Van Os, Beerens, Crouwel,
Fuchs en Haks. Pas veel later wordt mij
hun aanwezigheid duidelijk. De voorste
rijen zijn voor de eregasten gereser
veerd zoals bijvoorbeeld de uitgebreide
delegatie uit Indonesië. Van de vorste
lijke personen die bruiklenen hebben
afgestaan, zie ik de susuhunan van Sura-
karta, de sultan van Yogyakarta, de
Balische vorst Ide Anak Agung Gde
Agung van Gianyar, prins Poeger van
Yogyakarta. En voorts de heren Fuad
Hassan (minister van Onderwijs en Cul
tuur van Indonesië), Aji Damais, Bam-
bang Soemardjo en natuurlijk ook de
Indonesische ambassadeur, de heer Bin-
toro Tjokroamidjojo. Op een rij voor
mij zit vrijwel onopgemerkt de Ameri
kaanse mevrouw Helen Jessup, zonder
wie wij hier niet gezeten zouden heb
ben. Zij is de initiatiefneemster tot
deze tentoonstelling die bruiklenen uit
Indonesische, Australische, Amerikaan
se en Europese musea en uit diverse
particuliere collecties bevat. Bergen
werk heeft zij verzet, niet alleen tij
dens haar lange verblijf in Indonesië als
vrouw van een topfunctionaris van de
Wereldbank, maar ook in Nederland
en andere landen, om de topstukken
bij elkaar te krijgen, waaruit de ten
toonstelling is samengesteld. Koningin
Beatrix en prins Claus worden in het
informatiecentrum door het ontvangst
comité onder leiding van burgemeester
Peper en de ministers d'Ancona en
39