TEH POCI IN TEGAL
TOKO
Een warung die poci's verkoopt. Opgehan
gen zijn dogkarlantaarns die niet voor dog-
kars worden gebruikt, maar als decoratie
van stadswoningen, (foto: Suara Merdeka)
Overal op de wereld vindt men thee
drinkers, ook Indonesië drinkt veel
thee en daarnaast produceert het zelf
thee. Hier is de theecultuur door de
Nederlanders begonnen, ongeveer te
zamen met de koffie-, cacao- en kina
cultuur. Als men van Jakarta via de
Puncakpas naar Bandung rijdt, ziet men
een gedeelte van deze oude, goed ver
zorgde theetuinen. Dat er in West-Java
theefabrieken staan is niet verwonder
lijk, maar dat er in Tegal (aan de Mid-
denjavaanse Noordkust tussen Ceribon
en Semarang) en omstreken ook thee
in fabrieken wordt verwerkt is niet zo
vanzelfsprekend.
Waarom er thee-industrie is in Tegal,
kan schrijver dezes niet verklaren. Het
is een vaststaand feit dat er enkele gro
te theefabrieken goede zaken doen.
Een grote theefabriek in Slawi staat be
kend over heel Indonesië, omdat hij de
eerste was die direkt drinkbare thee in
flessen produceerde, de welbekende
teh botol. Behalve thee in flessen bren
gen ze ook direkt drinkbare thee in
pakjes op de markt, evenals droge thee
in kleine papieren zakjes, om in warm
water te dompelen.
Ondanks technologische vorderingen in
het maken van een kop thee, blijft het
theepotje nog steeds even populair.
Wat dit betreft staat Tegal bekend
vanwege haar aardewerken theepotjes.
Ze zien er heel eenvoudig uit: een
rond potje met een handvat, tuit en
deksel. Ondanks het bescheiden uiter
lijk ervan, prefereren liefhebbers hun
thee uit deze potjes, vooral als ze net
een flinke dosis saté kambing hebben
verorberd. Een bekende pleisterplaats
voor lekkerbekken die hun smaakpapil
len willen trakteren op saté kambing en
tek poci (potji) is een bekende warung
saté in Adiwerna, 6 kilometer ten zuid
en van de stad Tegal. Ook de warung
saté in Kaligangsa (op de grens van Bre-
bes en Tegal) evenals de warung saté te
Bodjong (op de helling van de Gunung
Slamet in het zuiden van Adiwerna) zijn
erg populair.
Het dagblad Suara Merdeka heeft in de
editie van 14 oktober 1992 een speci
aal artikel gewijd aan de thee-industrie
en teh poci (potji) in Tegal. Het eige
naardige is dat niet alleen de theefa
brieken hun theebladeren uit West-Java
importeren, maar dat de Tegalse thee
potjes niet in Tegal worden gemaakt,
maar afkomstig zijn uit de desa Klam-
pok, kabupaten (regentschap) Bandjar-
negara. Deze desa staat bekend om
haar keramiekindustrie.
In Tegal worden de theebladeren ge
mengd met melatibloemen en gambir-
bloesems en zo ontstaat de geurige
Tegalse thee: teh wangi. Voorzover
kon worden nagespeurd, schijnt de
thee-industrie in Tegal omstreeks 1940
te zijn begonnen.
De thee uit de teh poci wordt niet met
kristalsuiker gedronken, doch met en
kele brokken gula batu (conglomeraat
van suikerkristallen). Waarom juist
brokken gula batu? Een van de belang
rijke redenen is dat deze gula batu
langzamer in het water oplossen, waar
door de zoetsmaak langer behouden
wordt.
Nu iets over melati of jasmijn. De
melati-tuinen bevinden zich in de zan
derige gronden, niet ver van het
strand. Men kan ze zien, als men van
Tegal naar Pemalang rijdt. De bloe-
menpluksters in de kabupaten Tegal
werken in de middaguren tot 16.00
uur, terwijl pluksters in de kabupaten
Pekalongan van 's ochtends vroeg tot
I 0.00 uur werken.
De bloemen worden dan vóór 18.00
uur aan de theefabrieken in Tegal gele
verd. De werksters moeten weten
welke bloemen te plukken want de
niet-uitgekomen knoppen worden afge
keurd. In de natuur komen melatibloe
men omstreeks 18.00 uur uit, vandaar
dat de fabriek de bloemen tegen die
tijd wil ontvangen. De geoogste bloe
men worden in netvormige zakken ge
transporteerd: door de passerende
lucht verwelken ze langzamer.
De teh poci (jasmijnthee) wordt door
de liefhebber langzaam en hoorbaar
opgeslurpt. Ze doen niet als gasten in
een fastfood restaurant, die alles wat
hun voorgezet wordt geruisloos en zo
snel mogelijk vermalen en doorslikken.
Men kan de teh poci drinkers gezellig
op lange houten banken zien zitten en
over koetjes en kalfjes horen praten
en men hoort het smakelijke geslurp
van de teh poci.
De theepotjes uit Klampok worden
door vaklieden in de klein-industrie te
Tegal nog nader bewerkt. Ze krijgen
koperbeslag op de tuit, het handvat en
het deksel; daarna worden ze opge
poetst. Een nieuwe pot gaat voor de
prijs van 2000 rupiah, terwijl een oude
re, gebruikte pot, de prijs van 5000 ru
piah kan halen.
Een nieuwe pot heeft nog de aarde
werk smaak en wordt daarom voorbe-
handeld. Ze maken er thee in en laten
de pot zo enkele dagen staan. Om de
lichte nieuwe kleur om te zetten in een
oude donkerbruine kleur, wordt de
pot gedurende drie dagen in kokend
water gedompeld.
De thee, gezet in een nieuwe pot,
smaakt anders dan die uit een oudere
pot. Opzettelijk worden de gebruikte
theebladeren in een leeggeschonken
pot niet weggegooid, doch pot met in
houd blijft overnachten. Pas de volgen
de dag gooit de warunghouder de oude
blaadjes weg en stopt er nieuwe in. Na
verloop van tijd groeit in de pot een
aanslag, die 'kerak' wordt genoemd.
Deze kerakhoudende theepot produ
ceert dan de geliefde teh poci, die de
connaisseur met een zalige gelaatsuit
drukking langzaam en luidruchtig
opslurpt, nadat hij enkele brokken gula
batu in zijn kopje heeft geworpen.
Als daarbij saté kambing wordt gege
ten, gepresenteerd met ketjap lombok
en rauwe groene tomaten, zoals in wa
rung saté in Adiwerna, dan is de lek
kerbek echt in zijn nopjes.
De lezers van dit verhaal die beginnen
te watertanden, kunnen bij de volgende
trip naar de Gordel van Smaragd een
ommetje maken voor een saté kambing
en teh poci-feestje door langs Tegal en
Adiwerna te rijden. Bon appetit!
OEI TAT IE
54