t
door J.A. Stolk, huisarts
Al dat leed bestaat niet, het is de
gekte van de schrijver en heet
Pseudologia Fantastica
In dat zogenaamde oude Romeinse rijk
was een klein aantal mensen voortref
felijk bewapend. Datzelfde kleine aantal
mensen bezat een gemiddeld groot tot
zeer groot verstandelijk vermogen. Zij
waren goed georganiseerd en zij waren
ook cultureel een select volkje. Zo ont
staat macht. Omdat macht altijd cor
rumpeert, was dat selecte volkje cor
rupt tot in het merg van zijn botten.
Echter met de macht aan jouw zijde kan
alles worden ontkend, alles bevestigd,
alles in het voordeel van de macht wor
den uitgelegd, daarvoor werd het woord
politiek bedacht. Macht is de enige
waarheid. Macht maakt voor de duivel
een wereldrijk. Met de wapens in de
hand en goed doordachte tactieken om
niet alleen die oorlogen te voeren maar
ook om deze te winnen werd de wereld
veroverd in die Romeinse tijd. Nou ja!
Wereld? In elk geval een gebied groot
genoeg om het indrukwekkend te noe
men. Je moet dan bedenken dat die zeer
weinigen, zeer en zeer velen die in een
groot gebied woonden, konden knech
ten en hun tot slaven maken.
Het land van de mensen in slavernij,
werd eigendom van "the happy few",
maar dan moest je nog zien, dat je er de
baas bleef. Liegen, bedriegen, roddel en
achterklap maken dan de dienst uit,
want zó immers blijf je de baas in het te
grote eigen huis. Dankbaarheid is voor
de dommen, de angstigen en het laffe
volk. Zij herinneren zich dingen, die
nooit geweest zijn. Van alles en nog wat
en nog meer van alles kan je hen op de
mouw spelden. Ook deze cynische
manier van denken, helpt mee het gezag
van de macht te handhaven. Wat een
leed toch bij al die slaven en onderdruk
ten zou je zo zeggen. Evenwel zijn er
vele boeken geschreven, die het leven in
slavernij en onderdrukking konden rela
tiveren tot zoiets van ach!, het is geen
hemel op aarde maar veel slechter dan
de armen hadden die slaven het niet.
Slaaf bij de Romeinen. Slaaf bij Arabieren
en Turken. Slaaf in Europa, slaaf in
Amerika. Lijkt mij niets. Ik denk niet dat
de slavenopstand onder Spartacus tegen
de Romeinen werd ingegeven door een
gevoel van armoede bij Spartacus en de
zijnen.
'Van alles een beetje', dat zal zo onge
veer de waarheid zijn. Daaruit volgt de
wat warrige maar juiste conclusie dat de
waarheid datgene is wat de verteller van
het verhaal te vertellen had. De waar
heid is het verhaal. Het is de waarheid
van de verteller. Op het eerste gezicht
lijkt er alle aanleiding en alle reden te
zijn om tegen de Romeinen op te staan.
Vrijheid en gerechtigheid voor de slaaf.
Maar als Romein zeg je waarom? en
waarvoor? Leed van de slaaf is een
onzinnig verhaal. Het weegt in elk geval
niet op tegen mijn verdriet, wanneer ik
mijn dierbaren en mijn bezittingen zou
verliezen.
Een slaaf heeft niets. Hij zal mij en mijn
familie moeten doden en mijn bezittin
gen moeten stelen, wil die slaaf iets of
iemand zijn en dat laat ik dus niet toe!
Spartacus, zeggen de Romeinen, was een
soort luxe slaaf. Hij had een goed leven.
Zijn mislukte opstand peperden de Ro
meinen hem en zijn medestanders goed,
grondig en dodelijk in. Dus toch geen
echt leed. Meer van eigen schuld, dikke
bult. Spartacus' opstand is een goed ver
haal en de waarheid is een beetje van de
slaven en een tikkeltje van de Romeinen.
Zonder geheugen zijn wij niemand. Wij
weten niet wie wij zijn, waar wij zijn, in
welke tijd wij leven. Het vermogen tot
vastleggen en oproepen van gebeurte
nissen, van ervaringen is essentieel. Een
herinnering is bijna nooit geheel over
eenkomstig ten aanzien van het vroeger
beleefde. Er zijn invloeden, die zo'n her
innering 'kleuren'. Affecten, deze zijn
emoties en gevoelens, onbewuste nei
gingen zich te doen gelden, het verdrin
gen van onaangename dingen spelen
daarbij een rol. Zo'n 'gekleurde' herin
nering kan volkomen te goeder trouw
gebeuren.
Geschiedschrijving bijvoorbeeld gebeurt
voor een deel door overlevering. Het
doorvertellen en daarna het opschrijven
en weer overschrijven van generatie op
generatie van gebeurtenissen en ervarin
gen. In die geschiedschrijving ligt de
legendevorming besloten en in de legen
de ligt de kiem van de herinneringsver
valsing. Noch de legende, noch de herin
neringsvervalsing hoeft een leugen te
zijn, maar hebben de vertelde gebeurte
nissen nooit plaatsgevonden dan spreekt
de dokter van pseudologia. Gelooft de
verteller in de vertelde pseudologieën
dan zegt het medisch jargon dat wij te
maken hebben met pseudologia fantasti
ca of heeft men het over pathologische
leugens. Zoiets ontluistert wel de legen
de, maar dat is een ander verhaal.
Interessant is het wellicht te weten,
maar het maakt het onderwerp er niet
makkelijker op, dat de differentiatie tus
sen bovengenoemde waarheidsvormen,
moeilijk wordt gemaakt omdat confabu-
laties, hallucinaties en wanen hiervan
moeten worden onderscheiden.
"Van alles een beetje", zei ik eerder
reeds. Een beetje echte waarheid een
beetje andere waarheid, maar het is de
absolute waarheid van de verteller. Maar
we kennen nu de restricties. Het is dus
inderdaad de waarheid van de verteller
of de gekte van de verteller.
Oververtelde, opgehaalde, navertelde,
doorvertelde herinneringen zijn ware
verhalen, daar kan niet aan getwijfeld
worden. Zijn ze goed verteld, dan zijn
die verhalen ook nog het aanhoren
waard. Het verhaal kan gaan over ver
driet en leed of over blijdschap en geluk,
over verraad en bedrog, het zijn de ele
menten van het verhaal, zonder verhaal
bestaan zij niet. Blijkt het verhaal ver
zonnen, dan is het verhaal en alles waar
het over vertelt een leugen. Gelooft de
verteller in die leugen, dan is de vertel
ler ziek. Een herinneringsvervalsing is
een symptoom van een ernstige psychia
trische ziekte en dat is het echte leed te
noemen. En nogmaals, de stelling dat
elke verteller, elke schrijver de eigen
waarheid vertelt, gaat ten allen tijde op.
De eigen waarheid of de gekte van de
verteller. De waarheidsnormen in het
vertelde verhaal dus.
Volgens Kramers' woordenboek is een
roman een verdicht verhaal in proza.
Verzinsels dus. Een sprookje, zegt dat
zelfde woordenboek, is dichterlijke pro-
zavertelling waarin droom en werkelijk
heid één zijn en de fantasie onbeperkt.
Idem dus verdichtsels en even zovele
verzinsels. Maar in beide gevallen is er
geen sprake van een ziekte van de ver
teller. Bij de herinneringsvervalsing is de
cs>
24