O STANPLAT-fi 26 ken in de ziekenauto te krijgen. Toen ze wat gekalmeerd was, ben ik even bij haar in de ziekenwagen gebleven. Ineens was er dat korte, heldere moment. Het luci de ogenblik. De verandering in de oog opslag. "Wat verschrikkelijk dokter", zei ze duidelijk verstaanbaar, "wat maak ik het de anderen moeilijk, ik doe soms heel vreemd." Dat korte moment van luttele seconden waar alle apocalyptische ruiters doorheen denderden moet inder daad de hel voor haar zijn geweest. De totale verschrikking. Het echte, ondrage lijke leed. De rest is stilte, in zwijgen gedragen herinneringen, goede en slech te. Een ander deel van die herinneringen is het verhaal. Wie heeft het waarover en over wie wordt er verteld. Herinneringen welke stollen tot een ver haal. De ontkenning ervan is de grote leugen. De romanschrijvers zij het verge ven. De pseudo-chroniqueurs en geschiedschrijvers, die zich beroepen op statistieken en onderzoeken zijn de leu genaars. "Three kind of lies", dat zei Disraëli reeds, een van de vele premiers die koningin Victoria van Engeland heeft gehad. There are, de gewone leugens, de damned lies and statistics. Leugens als waarheden aan de man brengen via onderzoeken en statistieken. Na tien jaar Lubberen hebben wij dat toch door. Niet dan? Oorlogsslachtoffer. Slachtoffer van andere vormen van geweld, concentratiekampen, Japan, Duitsland en nu weer in Bosnië. Een zin loze hongerdood sterven. Echt leed? Ja, toch wel, echt leed. Niet enkel een ver haal met die aparte waarheid van de ver teller of de ontkenning ervan. Het zijn 'gekleurde' verhalen wellicht. Pseudologieën daarom? Eerlijk gezegd, laat nu maar zitten. Welke waarheid? Welke leugen? A pain in the ass, no more, no less, zei een Amerikaanse vriend van mij. Het oordelen over elkaar, waarover en waarvoor is een zin loze bezigheid. Wij zijn allen dezelfde en wij hebben allen een naam, die bij ons lij den bij ons geluk hoort. Neeltje Maria Min verwoordde het zo: Noem mij, noem mij, spreek mij aan O, noem mij bij mijn diepste naam Voor wie ik lief heb, wil ik heten. Wij leven nu begin 1993 en wij hebben nog zo'n 350 dagen tijd om dit jaar al die andere en goede dingen te doen, die wij tot nu toe niet hebben willen of kunnen doen. Ik hoop dat het u lukt, mijn beste en goede wensen vergezellen u. Post Scriptum Filosoferen is verwarring scheppen. De chaos herontdekt. Alles op een rijtje zet ten, dat beweren anderen over de filoso fie. Uiteindelijk kwam uit de chaos, de rede voort, dat wilde ik alleen maar zeg gen. Zo wij dat willen, zijn wij allen re delijke mensen. NIET LUX, WEL RIJK

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 26