KOUD O mmm o ms mm kind geboren, een meisje, dat de naam Marietje krijgt. Er zijn weer kosten voor de pleegzuster, de fooi voor de bedien den, een zegel voor de geboorte-akte en rekeningen van dokter en apotheek. In juni 1907 kreeg ook Marietje haar eigen ledikantje en een maand later Jantje een echte stoel. Zijn kinderstoel zal hij aan zijn zusje hebben moeten afstaan. Er was een piano in huis, want er zijn regelmatig rekeningen voor de stemmer en muziekboeken, en ook een "gramap- hone". Opvallend is het bezit van "telep- hoon" vanaf februari 1904. Meneer Vermeulen was korte tijd een verwoed sigarenroker. Ook zal hij wel de eigenaar van de aangeschafte buks zijn geweest en het lid van de schietver eniging. Was hij ook de enthousiaste fotograaf en het lid van de Wielrijdersbond? Waar beiden misschien van profiteerden waren de uitstapjes naar Soekaboemi en het regelmatig bezoek aan de Bataviase Schouwburg. Aan gezondheidszorg werd vrij wat uit gegeven en het is interessant om te ver nemen dat er ook uitgaven zijn voor massage en voor "inlandsche" medicij nen. Een aardig detail uit het kasboek is dat de bedienden in mei 1905 getrakteerd werden op een bezoek aan het circus. Er staat daarvoor een bedrag te boek van f 7,= wat veel lijkt, ook als het om een aantal bedienden zou gaan. Uit het gehele uitgavenpatroon komt de indruk naar voren dat de onkosten in de sfeer van de vrijetijdsbesteding vooral meneer Vermeulen ten goede kwamen. Er zijn wel uitgaven voor kleding voor mevrouw, maar een abonnement op zoiets als een vrouwenblad ontbreekt. Er is een piano in huis, die misschien door mevrouw bespeeld werd. Maar verder lijkt zij er nogal bekaaid van af te komen. Of betaalde zij haar privé-uitga- ven uit het huishoudgeld? Omdat geen van beide echtelieden zoiets als zakgeld had, zullen we dat wel nooit te weten komen. Voor het overige: de toevallige vondst van dit kasboek leverde een schat aan informatie op over het leven van een 'gewoon' gezin in Indië. Hoeveel huis houdboekjes zouden er nog in archief- en bibliotheekverzamelingen te vinden zijn? Wie heeft er nog eentje in huis, wegge stopt tussen oude familiepapieren? 'Mijn' kasboek is 'ergens' op de kop getikt: wat zou het jammer zijn als het verloren was gegaan! DR. TH. STEVENS Universiteit van Amsterdam Zoals u kunt zien, vond ik het 28 jaar geleden al niks, die kou. Ik kijk niet bepaald vrolijk op deze foto, met mijn blauwe kartonnen koffertje in mijn hand. We gaan uit logeren of zijn net uit wezen logeren bij tante en oom, want mijn neefje staat er ook op. Ik weet niet meer wat er in het koffertje zat. Kleurpotloden misschien, of een zakdoek. Mijn eerste beer Pippeloentje zal niet in het koffertje gepast hebben en beer Barend had ik toen nog niet. Kou in Nederland. Wind, regen, grijze lucht, natte sneeuw. Vooral de wind gaat door merg en been en de afwezigheid van zon maakt het ook door en door koud. Toen, 28 jaar geleden, wist ik natuurlijk wel wat zomer en winter was, ik wist dat het buiten warm en koud kon zijn, maar het drong nooit zo tot me door. Warm was in je short en bloesje met korte mouwen lopen en na het avond eten nog even buiten spelen met een vest aan. Koud was gewoon koud, een rode neus en bibberen van de kou. Een paar jaar geleden kwam ik begin november terug van een vakantie in Indonesië en toen wist ik pas wat koud inhield. Koud is verkrampt met handen in je jaszak lopen; een hand die een jas goed dicht houdt als het waait. Koud is dooie vingers ondanks handschoenen. Koud is 's ochtends en 's avonds in de badkamer rillen onder het tanden poet sen. Koud is mijn huid die vaal en schraal wordt; een uitgedroogd gezicht dat vatbaar is voor pukkels. Koud is in het donker 's ochtends wakker worden en je afvragen waarom je zou opstaan omdat het in bed zo lekker warm is. Koud is een grijze lucht achter het slaap kamerraam en wind en regen die naar beneden klettert. Koud is een grijze de ken die over Nederland valt, over kale akkers en verlaten woonwijken op een doordeweekse dag als mensen naar hun werk zijn. Koud zijn de kleuren van kle ding die passen bij een bleke huid. Koud begint in de herfst wanneer de bladeren vallen alsof de natuur sterft. "Doe de deur toe", "doe je jas dicht", "doe een das om", "moet je niet iets op je hoofd hebben, een wollen muts, een pet, een hoed?". Koud is je haasten om snel de bus, tram, trein, het warenhuis, de win kel, het kantoor, het huis in te kunnen schieten omdat het daar lekker warm is en je daar beschut bent tegen de invloe den van het weer. Warm is het rustig aan doen, je niet haasten. Warm is bomen, planten en bloemen in volle bloei, in allerlei uitbun dige kleuren. Warm is vrolijke mensen op straat; is 's ochtends vroeg meteen uit bed willen stappen als je wakker wordt en een blauwe lucht ziet en de vogels hoort fluiten. Warm is een huid die soepel is; is een lichaam dat zich lek ker voelt in een temperatuur die door de zon tussen de 20 en 30 graden Celsius reikt. Warm zijn kleuren van kleding die passen bij een bruine huid. Warm is buitenshuis van een zwoele avond genieten, kijkend naar sterren en de maan, luisterend naar het geruis van bladeren in de bomen en andere gelui den van de natuur, wachtend op de stil te van de nacht. Als u dit leest zit ik hoogstwaarschijnlijk in een t-shirt en korte broek duizenden mijlen ver weg op een strand de nachte lijke sterrenhemel te bewonderen ter wijl de golven van de oceaan af en aan rollen. En ik mag dan wel in Nederland geboren zijn: mijn fysieke gestel hoort hier beslist niet thuis in dit land van regen en koude wind. MG 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 35