9 [UI JT V 43 ~3 Fragment uit het hoofdstuk over het vangen van een baby-olifant uit 'Jacht op groot wild in Ned. Oost-lndië', 1926 (799.000 IWI 2000): "In den namiddag hoorden wij het lawaai van de spelende en azende beesten. De kans, dat er ivoordragers bij waren, was zeer gering en de ware lust voor de jacht ontbrak ons na den zwaren tocht. Toen we de achterste dieren in zicht kregen, hadden ze ons ook juist geroken. Een schel getrompet, als waarschuwingsteeken en hier en daar zag je de beesten als groote, grijze buffels weghuppe- len. Alleen naast ons pad bleef een groot wijfje staan; met een paar schoten moest ze op de vlucht gedreven worden. Nauwelijks was ze echter in beweging of op de plaats, waar ze tusschen de lage struiken stond, begon een onzichtbaar dier geweldig te brullen en te loeien. Het was allergekst, de afstand kon niet meer dan twintig meter zijn en je zag toch niets van den herriemaker. Daar moesten we toch even gaan kijken. Ik dacht, naar het geluid te oordelen, dat het een beer was, waarop de olifant getrapt zou hebben. Niets te zien. Eindelijk waarschuwt een der manschappen: "Een put!" En jawel, de monding bedekt met lang gras en onkruid, een breede diepe put en op den bodem ervan, half onder water... een kleine olifant. Het beest was er denkelijk pas ingevallen, het water had den val gebroken. Een leven als een oordeel, erbarmelijk gebrul. Wij natuurlijk plezier. Om den grooten kop met korte slurf kregen we vrij gemakkelijk een dichtloopende lus, maar om de pooten lukte dat niet. Een der Atjehse gevangenen die een goede beurt wou maken, bood zich aan om rond het lijf een stevige rot- tan te binden, als wij den kop een beetje optrokken, zoodat het beest hem geen kwaad zou kunnen doen met de slurf. De man werd neergelaten op den rug van het schreeuwende mormel. Toen was er daar beneden een tijdje niets anders te zien als spat tend water en modder, maar het scheen gelukt te zijn, we hoor den roepen: "Trekken". Eerst de man weer naar boven, toen met vereende krachten aan den rottan. Langzaam kwam de baby, zwaar bemodderd, omhoog. Eerst heftig spartelend dan uit benauwdheid leidzamer. Dicht bij den rand van den put gekomen, werden eerst om alle vier beenen strikken gelegd en toen het glibberige dier aan staart, slurf en ooren op den beganen grond getild. Daar begon de herrie opnieuw, om je dood te lachen, brullen, trappen, tegenspartelen en zelfs met de kleine slurf nijdig slaan. De kleine was bijna een meter hoog, een mannetje. De Atjehers, die dikwijls jongen in de kudden gezien hadden, schatten hem op vier maanden oud. Met veel moeite kon de plaats van de strikken verbeterd, hij naar een boom getrokken en vastgelegd worden. Daar, eerst geweldig rukken, zoodat hij er zelf van om viel, maar spoedig kalmer door vermoeidheid!" f Indische olifant Jacht op groot wild in Nederlandsch Oost-lndië; J.G. Brasser (799.000 IWI 2000) Verhalen uit verre wildernissen. W.J. Thieme, Zutphen, 1926, V 262 pag„ ill. Naar het sneeuwgebergte van Nieuw-Guinea, met de 3e Ned. Expeditie; Prof.dr A. Pulle (908.000 IWI 2004) Serie: Van reizen en trekken. Goede en goedk. lect., Amsterdam, z.j., 205 pag., ill. Wat de meeste Nederlanders niet weten omtrent Nederlands-lndië; Ch. Kies (991.000 IWI 2006) W. van Hoeve, Deventer, 1946, 63 pag. Zonder Tropen geen Europa!; H.F. Tillema (910.400 IWI 2016) Reisbeschrijving. Mouton Co. (druk), 's-Gravenhage, 1926, 246 pag. ill. Tien lezingen over Indonesië; Ministerie van Overzeese gebiedsdelen. (0.400 IWI 2018) Syllabi der lezingen. Min.v.O.G., 's-Gravenhage, 1949, Ontwaakt het Oosten?; J. Brouwer (325.400 IWI 2021) Een bijdrage tot het leeren ken nen van den Javaan. De Atlas, Hilversum, 1945, 33 pag. De weertijger op Midden- Java; J. Knebel (398.000 IWI 2024) Den Javaan naverteld. Overdruk uit Tijdschrift v/h Bataviaasch Genootschap van K. en W. deel XLI afl. 5 en 6. Albrecht Co, Batavia, 1899, 20 pag. Geïllustreerd handboek der Javaanse theeonkruiden en hunne beteekenis voor de cultuur; C.A. Backer (633.720 IWI 2051) Ruygrok Co., Batavia, 1924, 47 pag., platen Javaansche meisjesspelen en kinderliedjes; H. Overbeck (bewerking) (790.000 IWI 2060) Overdruk uit het tijdschrift Djawa. Tijdschrift Djawa, Yogjakarta, 1938, 341 pag., ill. Indisch Militair Tijdschrift. De expeditie naar Korintji in 1903; (355.000 IWI 2067) Dep. van Oorlog, Batavia, 1906, 148 pag., 2 kaarten. Soendasche bezweringsfor mules/Bijgeloof op rijm; R.A. Kern, Nio Joe Lan (398.000 IWI 2069) Overdruk uit Indische Gids. Indische Gids, 1934, pag. 603- 610, I 101 -I 108 Diëng plateau en Boroboedoer en bergtoch ten door Java; J. Muthert (379.000 IWI 2092) Hotel Diëng, Wonosobo, 1932, 28 pag., ill. Semarang als industrieel, commercieel en cultureel centrum; W. Leertouwer (908.000 IWI 2095) Uitgegeven t.g.v. het 35-jarig bestaan van de gemeente Semarang 1941 Adm. kant. van Pernis, Semarang, 1941, 224 pag., ill. Van de eerste duizend titels van bij het IDC aanwezige werken is in 1988 een catalogus verschenen; van de tweede duizend titels in 1990. Naast een alfabetisch register op onderwerp is een alfabe tisch auteursregister in deze catalogi opgenomen met ver wijzing naar het IWI-nummer van het desbetreffende werk. De catalogi (86 resp. 100 pagina's) kosten 10,- per stuk en zijn te bestellen door overmaking van I 2,70 (inclusief porto) op girorekening 49 22 653 t.n.v. Indisch Weten schappelijk Instituut, Prins Mauritslaan 36 te Den Haag onder vermelding van IWI-catalogus en het gewenste jaar.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 43