"Dat benne leuke dingen voor de mensen..." Ik ben het gloeiend eens met de heer Ernst Willems (Moesson 15.11.92). Er is inderdaad nog zoveel te doen. Maar dat je Indischen in het algemeen weinig ziet en hoort is niet helemaal waar, maar ook hier is het geloof ik: in stilte wer ken, onze beste krachten geven en ver der sudah, geen tam tam geen flauwekul. Ik woon in Alkmaar-Noord en heb het genoegen mee te mogen denken en pra ten in een heel actief K.B.O. (Katholieke Bond voor Ouderen) die waar nodig samenwerkt met de andere ouderen bonden. De secretaris, Daan Cordus, is een jongen uit Madioen bij mijn weten. Vorig jaar kreeg hij de onderscheiding Pro Ecclesia. Een stille rustige man die al jaren werkt voor Belangenbehartiging en zitting heeft (had) in de Ouderenraad te Alkmaar. Net met ingang van dit seizoen heeft hij zijn secretarisfunctie over gedragen maar blijft mededocent Belangenbehartiging. Zelf heb ik net een cursus Belangenbehartiging mogen vol gen en weet dus: 'er is nog veel te doen'. Ik woon nu acht jaar in Alkmaar en werk mee in het pastorale werk en in mijn vorige woonplaats, waar ik 33 jaar verbleef, was ik ook actief, maar ik was en bleef de enige Indische in het Kath. Vr. Gilde. Heb zelfs bovenaan de lijst gestaan voor de gemeenteraadsverkie zingen. Ik ben inderdaad afgehaakt omdat ik het niet aandurfde: niet het werk in de gemeenteraad want met lui steren en logisch denken kom je een heel eind, maar ik wilde onze oudste, een dochter, niet de oppas van de toen vijf zusjes en één broer laten zijn, want vaderlief was als beroeps bij de K.L. erg veel van huis. En wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen niet? Bovendien had ik soms te maken met een mentaliteit van: het is zwart, het heeft hersens en die gebruikt ze ook nog! Ach, het is alweer zo lang geleden. Waardering heb ik heus wel gehad gelukkig, maar dikwijls uit een heel ande re hoek dan waar je het van zou kunnen verwachten. Ik ben verschrikkelijk dank baar, dat we op onze oude dag hier op deze plek mogen leven en 'werken', want in 'de hoeksteengemeenschap' (oecumenisch) tel je mee zoals onze pastores en ook de dominees zeggen: wie of wat je ook bent, je bent de moei te waard! Ik zou haast zeggen: daar kun je Amen op zeggen. Waar ik in mijn vorige woonplaats als Indische een eenling was in de Hollandse gemeenschap, bleef ik toch mijn steentje bijdragen. Gewoon, omdat ik dat nodig vond in verband met onze kinderen die wij voor deze maatschappij moesten begeleiden. Aan de andere kant was het soms verre van gemakkelijk. Eens zei iemand (een geestelijke) tegen mij: "Wilt u de mensen leren hoe of ze hier leven moeten?" Ik stond even als een klapper boom bij windkracht I I, maar vond mijn tong terug en heb geantwoord: "Wie ben ik, dat ik de euvele moed zou heb ben dit te durven? Ik mag blij zijn als het met ons kroost lukt. Maar, op de aller eerste plaats wil ik uit dankbaarheid voor hetgeen mijn ouders me meegege ven hebben ook naast onze eigen men sen, zoveel van uw landgenoten, die veel goed werk geleverd hebben in missie en zending op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg, bedanken door de verkregen kennis op mijn beurt uit te dragen en dienstbaar te zijn in mijn naas te omgeving en meer te zijn dan een passieve consument". Voor mij begint in Alkmaar de victorie. Ik voel me hier vrij en ben eindelijk los gekomen van dat gevoel dat ik vroeger had: een bacil onder een microscoop, zodra ik buiten ons huis kwam. Zelfs op ons eigen erf. Ik kon er niets aan doen! En al ben ik zoetjes aan op weg naar de tachtig het is nooit te laat om al doende te leren, mee te denken mee te praten, gewoon mee te doen en te proberen de wereld op dit kleine plekje leefbaar te maken. De wereldsituatie is in vele opzichten verre van rooskleurig en je kan mee jeremiëren en acht, wee, adoeh, tobat roepen, maar als in Colombia een I 3- jarig jongetje zijn speelkameraadjes weet te stimuleren om engelbewaardertjes te zijn voor de ouden en de armsten met bijna niets meer dan een paar jonge handjes maar reuzeharten vol liefde voor de medemens, zouden wij het dan niet klaren met een A.O.W. plus of min? Ook hier geldt: het gaat niet om de kwantiteit maar om kwaliteit. Blijf jezelf, verloochen nooit je afkomst maar geef een deel van het beste dat je in je hebt, want je hebt het gekregen als de talen ten die niet bestemd zijn om begraven te worden, maar om eens misschien met rente terug te geven aan de Baas. In onze parochie is er een werkgroep M.O.V. genaamd (Missie Ontwikkeling Vrede). Toen het 12 1/2 jarig bestaan van die werkgroep gevierd werd met een gezellig samenzijn, heb ik verschil lende Indische mede-parochianen bena derd met de vraag of ze in klederdracht wilden verschijnen? Zo vormden wij een groepje uit Insulinde. Ikzelf had me in de Minangkabauwdracht gestoken. Ik moest namens de K.B.O. ons zegje doen. We hadden net Pinksteren gevierd. En nu niet lachten hoor! Als zeventigjarige heb ik de 'Tari piring (of lilin)' uitgevoerd op 'La Paloma' (de witte duif, symbool van vrede en de kaarsen, het vuur van Pinksteren) gespeeld door het angklung orkest van kinderen van Pa van der Steur. Ik ben niet meer Slaa-a-a-nk en al een beetje kaku door arthritis. Ik had ook gamelanmuziek kunnen nemen, maar dit heb ik bewust gekozen omdat gevoelens uiten door muziek en dans universeel is en om te tonen dat je alleen nationalistisch op zijn tijd iets kunt doen, maar samen met ieder zijn eigen steentje, véél. Toen we vorig jaar ons 50-jarig huwelijk vierden kreeg ik een grote foto van die gelegenheid, die hangt boven ons bed. Paul van Vliet zou zeggen: dat benne leuke dingen voor de mensen. Zo scheppen we vreugde in het leven. Zorg en lijden komen altijd gratis maar vreugde beleven en brengen kan vaak ook gratis, als je het van binnen uit wilt brengen. Tijdens de eerste nachtmis die ik in Alkmaar bijwoonde zong het gemengde koor. Nederlands en Latijn maar ook een koor uit Vietnam. Het was even stil in de kerk, ook het orgel zweeg. Toen klonk zachtjes aanzwellend dat Vietnamese koor begeleid door een gitaar. Ik verstond en versta er geen woord van, maar ik proefde hetzelfde heimwee, de pisang en klapperbomen, sawahs, de zonnewarmte. Deze groep is een heel hechte gemeenschap in onze kerk, een nijvere medeburgersgroep. Heimwee steekt soms nog de kop op, maar ik heb me gerealiseerd dat dezelf de blauwe (of grauwe) hemel zich ook spant over ons geboorteland en dat de weg ons hier geleid heeft om hier een taak te vervullen en al wordt het geen 10, misschien een 6, 7, 8 of heel mis schien een 9 al is het voor vlijt. Dit moest me even van het hart, het was penuh. H.J. V.D. LUUR-CROOIJ 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 7