Kalidjati >1 v V - ,r«7W'ah ,.y<~ \v.A De datum 2 maart herinnert mij elk jaar aan de angst van een lucht bombardement. Mijn mobilisatiebestemming na de oorlogsverklaring van de Gouverneur-GeneraalJhr. A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer was de Eerste Afdeling Bergartillerie te Tjimahi. Ik was 27 jaar oud, dienstplichtig kanonnier en seiner. Het was 2 maart 1942. Het militaire vliegveld Kalidjati (West-Java) was reeds door de Japanners bezet. Voor de ondersteuning van een in te zet ten tegenoffensief vertrokken wij even na middernacht met vier stukken (gemotoriseerd) en een gelijk aantal vrachtauto's met munitie van Batoedjadjar via Poerwakarta richting Kalidjati. 16 JP O E RWA KART A XX AND Onze commandant was reserve-kapitein Van de Wall met als sectie-commandant reserve Ie luitenant Jonckheere. De stukscommandant was de dienstplichtig wachtmeester I e klasse Tissot van Patot met de medekanonniers Van Rooyen, Waas en De Bruyn. Onderweg sloot een batterij houwitsers zich bij ons aan. Het was ongeveer 10 uur in de morgen toen wij in Poerwakarta halt hielden 'voor nadere instructies' zei men. Het was wel hoogst nodig om te stoppen. Behalve onze benen strekken, maakten wij van deze stop gebruik om de djati- bossen in te gaan voor het nodige na zo'n lange rit. Wij hadden op dat moment niet het besef dat het oorlog was, we hadden immers nooit een oorlog meegemaakt. Het gerucht deed de ronde dat ritmees ter Bakhuys met zijn pantsereenheid de aanval zou openen, versterkt door een afdeling mitrailleurs. Wij zouden dan op schootsafstand in stelling komen. We passeerden de Tjisomangbrug. We waren nog in beweging naar de plaats waar wij in stelling zouden komen toen een Japans verkenningsvliegtuig boven de weg met de voertuigen vloog en daarna terug vloog naar het vliegveld Kalidjati. Na een kwartier vlogen drie Japanse bommenwerpers om hun bommenlast uit te gooien op alles wat op de weg bewoog. Met tussenpozen van tien minuten vlogen de bommenwerpers af en aan om dood en verderf te strooien. Voor de bommenrichters was het een koud kunstje om het doel te treffen: stil staande voertuigen (doelen) op de weg zijn immers een gemakkelijk doelwit. Alle voertuigen met munitie vlogen knal lend de lucht in, gevolgd door een hoge vlammenzee. Ook de bossen, voornamelijk bamboe bossen, aan beide zijden van de weg, werden getroffen. Paniekerig vluchtten wij naar het open veld en ongelofelijk dat wij niet werden getroffen door de rondvliegende scherven. De bombar dementen duurden van vijf over half twaalf tot tien voor vijf in de middag. De moed getoond door stukscom mandant Tissot van Patot en de kanon nier Van Rooyen bleef mij bij. Tijdens de bombardementen waren zij in de diepe sloot aan de weg gebleven en na elk bombardement sprongen zij op de weg om de vier kanonnen te draaien richting terug naar Poerwakarta met het gevaar getroffen te worden door de rondvliegende scherven. Door de handelingen van deze twee moedige personen konden wij omst reeks half zes terugtrekken naar Poerwakarta. Nimmer heb ik vernomen dat genoem de kanonniers voor hun getoonde moed zijn voorgedragen voor een ridderorde. Nu, op weg naar de tachtig, komen op deze dag de vreselijke beelden van Kalidjati terug. C.J. JANSEN 'ortfjoit&tï- SIZ-S vÜjtftm 185K-: mant Z ca Sbèrtu ^UjeurTjistfp\ V'/trise/t*/I'tr/. (I) Batoedjadjar, (2) Poerwakarta, (3) Tjisomang

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 16