Slapen nu in het huis van toen Een Indonesische hotelimpressie. Over het typische hotelleven in Nederlands-lndië is al het nodige geschreven. En dat meestal niet in erg positieve zin. Bas Veth bijvoorbeeld, auteur van Het leven in Nederlandsch-Indië heeft er geen goed woord voor over. Hotels hier - zo zegt hij - zijn bordelen: "Als 's ochtends de klok vijf slaat gaan de deuren open en het hotel braakt zijn venerische zwarte bende uit". Zo was - althans in zijn ogen - de toestand rond 1900. Dat veranderde en in het begin van deze eeuw krijgt het Indische hotel al enigszins een betere naam. De commensaalhuizen worden hotels en hoe dat ging kan men lezen in een aardig overzicht van de band van Von Faber in het gedenkboek Oud Soerahaja, dat in 1931 werd uitgegeven. BWfr lamui Hotel Merdeka op Ternate Maar ook in die tijd was er nog nauwelijks sprake van een speciale hotelbouw of architectuur. Het hotel onstond eenvoudigweg uit een of meerdere woonhuizen die met een beetje verbouwing geschikt werden gemaakt om gasten voor korte of soms ook voor zeer lange tijd te huisvesten. Het waren dan juist deze 'blijvers' die het hotel vaak een familieachtig karakter gaven en dat ging natuurlijk gepaard met de nodige intriges. Ook de faam van het hotel werd door deze groep sterk bepaald. Hoe het al dan niet idyllisch in zo'n samenleving kon toegaan, beschrijft Jacques Melis in zijn roman Pension Bandoeng, dat in 1949 verscheen en zich afspeelde in de direct vooroorlogse tijd. Deze hotelletjes zijn natuurlijk op geen enkele wijze te vergelijken met de grote en vaak zeer luxueuze hotels die de laatste dertig jaar in de toeristische streken van Indonesië zijn gebouwd. Deze nieuwbouw heeft nagenoeg niets specifieks Indonesisch meer en is sterk internationaal gericht. Wil dat nu zeggen dat die oude Indische 'woonhuishotelletjes niet meer bestaan? Dat is geenszins het geval. De traditie om van een woonhuis een hotel of pension te maken bestaat nog steeds en zeker in die streken waar de verwende westerse toerist nog niet vaak gezien wordt. Onderdak vinden in zo'n hotel is een bijzondere belevenis. Immers het huis dateert vaak nog uit de koloniale tijd, is meestal omgeven door een grote tuin en de kamers zijn in veel gevallen gegroepeerd rond een lommerrijke binnenplaats. Al direct bij binnenkomst ondergaat de historisch geïnteresseerde reiziger een geheel nieuwe ervaring. Hij stapt vanuit het heden meteen in het verleden van 32 zo'n vijftig jaar terug. Dikwijls wordt die sensatie nog versterkt door aanwezigheid van meubilair uit tempo doeloe. Het zo gebruiken van grote woonhuizen is een sympathieke manier om de panden, met meestal historische betekenis, te behouden. De eigenaar moet, wil hij zijn nering in stand houden, wel onderhoud plegen en voorkomt zo verpaupering. Een lot dat veel historische gebouwen in Indonesië treft. Naast het huis zelf kan ook de lokatie ervan bijdragen tot die bijzondere nostalgische sfeer. Over het algemeen immers zijn de huizen dicht bij het oude centrum van een stad te vinden en het leven van alledag speelt zich direct voor de deur af. Vanuit de kamer heeft men een direct zicht op een oud VOC-fort of op bestuursgebouwen uit de vorige eeuw. En er is dan maar weinig fantasie voor nodig om zich een beeld te vormen van het leven in vroegere tijden. Hoe weinig er soms veranderd is, blijkt nog sterker wanneer men zich bij zijn tocht laat vergezellen door oude reisverslagen. Het wordt nu dan tijd om - voorzien van oude reislectuur - iets te zeggen over mijn ervaringen in een dergelijk hotel. Ik wil u daarvoor meenemen naar het eiland Ternate. Hier kwam zo'n 150 jaar geleden en om precies te zijn op 8 januari 1858 ook de Engelse natuuronderzoeker Alfred Wallace aan. Na een lange tocht door Celebes en Timor wilde hij op dit vulkaaneiland een tijdje blijven om tot rust te komen en om zijn aantekeningen te ordenen en uit te werken. Door bemiddeling van de heer Duivenbode, een 'native' afkomstig uit een oud- Hollandse familie, kreeg hij de beschikking over een groot huis. Wallace beschrijft de lokatie van zijn onderkomen als volgt: "Vlak beneden mijn huis ligt het fort, dat de Portugezen gebouwd hebben". Het was enigszins verwaarloosd maar met een aantal kleine voorzieningen was het weer goed bewoonbaar te maken. Het lag vrij centraal: op vijf minuten loopafstand van de pasar en van het strand. Wallace was er zo enthousiast over dat hij zijn standaardboek The Malay Archipelago illustreerde met een plattegrondje van dit huis. Het kan bijna niet anders of zijn huis moet gelegen hebben op dezelfde plaats waar nu mijn logeeradres, het hotel Merdeka, staat. Het is een vooroorlogs koloniaal woonhuis dat iets is uitgebreid om het voor zijn doel

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 32