Victor Ido, Hans van de Wall (1869-1948)
Indo-Europeaan en toneelschrijver
DEEL 1: KARINA ADINDA
door Nelien Drewes
Ongeveer een jaar geleden, op een regenachtige middag, werd mij een
schriftje in handen gegeven. Ik. zou stage gaan lopen bij het IW1 en ik
was op bezoek voor een eerste gesprek. Er waren meerdere dingen die ik
kon gaan doen tijdens de stage, want op het IW1 ligt altijd veel te wach
ten om verwerkt te worden. Het schriftje was een mogelijkheid. Het etiket
vermeldde: 'Aphorismen van Victor Ido', in zwierige letters geschreven.
Op de bibliotheek van het IWI stonden elf toneelstukken van Victor Ido.
Ik werd nieuwsgierig, want ik, had al gezien dat in de meeste openbare
bibliotheken bijna geen boeken van hem te vinden waren. Vaak hadden
ze daar alleen de roman De paupers (1912), het enige boek dat opnieuw
is uitgegeven. Want bet was een bijzonder boek. Voor bet eerst werd hier
in de samenleving van de kleine Indo, de Indo-pauper, op een authentie
ke manier geschetst. In deel 2 van dit artikel wil ik ingaan op de plaats
die de Indo-Europeaan inneemt in het werk. van Hans van de Wall. Het
schriftje met aforismen, met dat mooie etiket, zal in deel 3 cian de orde
komen.
In dit deel wil ik. een beroemd toneelstuk van Victor Ido bespreken:
Karina Adinda (1913)- Misschien leven er nog wel mensen die gezien
hebben dat het in de schouwburg van Batavia werd opgevoerd. De kos
tuums, de acteurs, het decor; ik. wou dat ik er zelf hij geweest was. Maar
gelukkig kan ik. de tekst nog lezen, want bet toneelstuk werd gedrukt en
verkocht voor een paar dubbeltjes. Tegen woordig staat het in een boeken
kast op het IWI, zodat iedereen het nog kan lezen.
36
Hans van de Wall
Hans van de Wall werd in 1869 te Soe-
rabaya geboren. Zijn vader kwam uit
Zeeland en zijn moeder had een Indi
sche achtergrond. Hans van de Wall
kende het Indo-Europese milieu daar
door uit eigen ervaring: zijn grootvader
was bijvoorbeeld deurwaarder, een
ambt dat vroeger vaak door Indo-Euro
peanen werd vervuld. Toen hij ongeveer
dertien jaar was, ging hij met zijn ouders
naar Nederland om te studeren. Hij en
zijn broer Constant kregen een muziek
opleiding. In 1890 keerde Hans terug
naar Indië om er zich te vestigen als mu
ziekleraar. Hij trouwde met Betsy Assé,
een Indisch meisje van wie de ouders
volgens de overlevering twee weeskin
deren uit het weeshuis van Soerabaya
waren. Betsy speelde graag piano en ook
zij hield veel van muziek en kunst. In
1891 publiceerde Hans zijn eerste
roman Don Juan, onder het pseudoniem
Victor Ido, de naam die hij een jaar later
aan zijn tweede kind gaf.
Door Isidore van Kinsbergen (1821-
1904), een Belg die al vele jaren een be
langrijke rol speelde in het Bataviase
kunstleven, raakte Van de Wall geïnte
resseerd in het toneel. Hij begon recen
sies te schrijven die gepubliceerd wer
den in verschillende kranten, waaronder
het Bataviaasch Nieuwsblad en dejava-
bode.
Tussen 1905 en 1910 verbleef Van de
Wall een paar jaar in Nederland, waar
hij het best naar zijn zin had. Het cultu
rele leven in Nederland was veel inten
ser, er was veel meer te zien; dat wilde
hij óók. Maar Hans werd ziek van het
slechte weer en moest voor genezing
terug naar Indië. Na zijn terugkeer
begon hij dan ook met het schrijven en
regisseren van zijn eigen toneelstukken.
Karina Adinda
Omstreeks 1910 schreef Hans van de
Wall zijn beroemde toneelstuk Karina
Adinda, een Oost-Indisch zedenspel.
Waarschijnlijk is het stuk een bewerking
van een verhaal dat als feuilleton in het
Weekblad voor Indië verscheen 1905-
1906). Pas in 1913 werd het stuk voor
het eerst opgevoerd. Hans had daarvoor
een amateurgezelschap opgericht en hij
nam zelf de regie voor zijn rekening. Er
was enige twijfel wie de titelrol zou
moeten vervullen, maar uiteindelijk
werd besloten dat Betsy Assé dat zou
doen. De opvoering werd een groot
succes. Jan Fabricius schreef in het
Bataviaasch Handelsblad:
'Hans van de Wall (Victor Ido) mag zich de
eerste noemen, die het gedachten/even van
den Javaan realistisch op de planken heeft
getracht te brengen. Dat heeft nog géén
tooneelschrijver vóór hem gedaan.'
Het stuk was inderdaad bijzonder. De
hoofdpersonen waren leden van een
hoog-adellijke Javaanse familie. Enkele
Javaanse bijrollen werden vertolkt door
leerlingen van de School tot opleiding
van Inlandsche artsen in Batavia. Die
hadden waarschijnlijk nooit hun mede
werking verleend als 'het gedachtenle-
ven van den Javaan' niet waarheidsge
trouw was uitgebeeld. Bovendien is het
stuk verschillende keren in het Maleis
opgevoerd, een teken dat het onder
werp, de confrontatie tussen Oost en
West, tussen jong en oud, velen aan
sprak.
De inhoud van het stuk is als volgt; de
regent van Wiriosari heeft zijn zoon en
dochter een Europese opvoeding gege
ven, eigenlijk tegen de wil van zijn oude
moeder in. De dochter, Karina Adinda,
wordt verliefd op een Nederlandse con
troleur. Deze man heeft een groot
rechtvaardigheidsgevoel en neemt het
vaak op voor de arme Javaanse bevol
king. Daarmee komt hij soms in conflict
met de regent, die het volk niet altijd zo
belangrijk vindt. Als de regent ziet hoe
de Europese opvoeding zijn kinderen
heeft beïnvloed, weigert hij de gevolgen
te accepteren. Zijn moeder, die altijd
heeft gewaarschuwd, vindt echter dat hij
zijn kinderen nu vrij moet laten. Hoe ver
de verwijdering tussen vader en dochter
is gevorderd, blijkt, als Karina weigert
de traditionele groet te brengen aan de
regent van Bintarang die op bezoek is.
Op het herhaalde bevel van haar vader
alsnog de hormat te bewijzen, gebeurt
er het volgende:
Karina: Of hadt u, ouder gewoonte,
gewenscht en verwacht, dat een jonge
vrouw van mijn geboorte en ontwikkeling
zich voor uw voeten zou werpen, alleen
maar, omdat 'n vernederende adat dit voor
schrijft? Ja? dan beklaag ik alle vrouwen