ma, die met zowel de westerse als oos
terse geneesmethoden opgegroeid was,
had het comfort te kunnen kiezen uit al
die methoden.
Nootje die dat hoorde riep enthousiast:
"Ik ga mee. Dat is die Chinese doekoen
die met naalden prikt!"
De voetballer verbleekte en protesteer
de: "Ik wil niet. Ik wil niet geprikt wor
den!"
"Doe niet zo kinderachtig", zei ma, "hij
prikt helemaal niet."
Er werd een kar geroepen en de rechts
back, gesteund door Nootje en natuur
lijk Ventje werd geholpen met instap
pen. Ma hield hem gezelschap en onze
twee vrienden volgden op de fiets want
ze moesten hem ook uit de kar helpen
en de lol van het prikken, ze hadden nog
steeds een stille hoop dat het toch zou
gebeuren ondanks dat ma het ontkend
had, wilden ze niet missen.
De apotheek van Poh An Tong lag in het
Chinese kamp. Met grote sierlijke let
ters stond op de pui te lezen 'Roemah
Obat Poh An Tong'. Ze werden ontvan
gen door een jongeman die vroeg of ze
even wilden wachten. Terwijl hij de eige
naar/ specialist ging halen, keken de jon
gens nieuwsgierig rond. Het rook er
geheimzinnig naar djamoe (kruiden). In
houten kasten met glazen ruiten ervoor
zagen ze witte porseleinen potten waar
Chinese karakters op geschilderd waren
en in een bak op de toonbank wassen
ballen, zo groot als stuiters, waar medi
cijnen in ingekapseld zaten en waar ook
Chinese karakters op geschreven waren.
Eindelijk schuifelde uit een ander vertrek
een oude man de winkel binnen. Hij was
gekleed in zwarte broek en hemd. Op
zijn kin vertoonden zich wat slierten
haar waarin men met enige moeite een
sik kon herkennen en dito afhangend
van z'n bovenlip een snor. Op zijn hoofd
had hij niets. Op hersens groeit geen
haar. Onder die schedel moest tweedui
zend jaar geneeskundige wetenschap
geperst zitten.
Hij knikte zwijgend als groet en vroeg
toen heel scherpzinnig terwijl hij op de
blekok wees: "U komt zeker voor
hem?"
Ma knikte en legde uit: "Hij heeft zijn
enkel verstuikt."
"Komt u dan maar mee naar de kamar
priksa, de onderzoek kamer", en hij ging
ze voor de halfduistere kamer binnen
die achter de toonbank lag. Het was
twee bij drie meter groot en het weini
ge licht viel naar binnen door een klein
raampje dat net onder het plafond zat.
Er stonden een ladenkastje, een keuken
stoel en een dinklik (laag krukje). Hij liet
het slachtoffer op de stoel plaatsnemen
en ging zelf voor hem op de dinklik zit
ten. Na de voet van sok en verband ont
daan te hebben kneep hij er in. De
patiënt liet een onderdrukt geloei
horen, zo nu en dan afgewisseld met:
"Adoe adoeoe!" Poh An Tong veront
schuldigde zich met de woorden:
"Neem me niet kwalijk njo, maar dat
moet ik doen om te weten wat er aan
mankeert." De patiënt geloofde het
maar half maar knikte zwetend. Na nog
wat getrokken en gedraaid te hebben
aan de enkel, waardoor men steeds
weer het vermoeden kreeg dat er een
koe werd mishandeld, vroeg de man hoe
dat kwam.
Ma antwoordde: "Hij heeft met een
houten bal gevoetbald." De man keek
verbaasd op, niet begrijpend, maar vroeg
niet verder. Grote geesten begrepen
vaak de simpelste dingen niet.
Uit de ladenkast pakte hij een witte pot,
haalde het deksel er af en een penetran
te geur vulde het vertrek. Wat in de pot
zat leek op petis, maar dit aroma was
nu niet bepaald eetlust stimulerend. Na
de voet nogmaals geïnspecteerd te heb
ben, knipte hij van een rol wit linnen een
stuk af ter grote van een herenzakdoek.
Met een spatel smeerde hij hierop de
zwarte balsem en wikkelde hier de voet
mee in. Daar omheen kwam nog een
verband om het geheel op z'n plaats te
houden.
"Dit moet drie dagen blijven zitten", zei
hij toen. Alweer dat getal drie. Het is of
dit getal ons denken en doen beheerst!
"Moet hij dan terugkomen?" vroeg ma.
"Nee mevrouw, dan mag het verband er
af." "Hoeft hij dan helemaal niet meer
terug te komen?" "Nee mevrouw, maar
hij moet wel een poosje rust houden
om de spieren weer aan te laten ster
ken."
Ma bedankte hem, rekende af en het
(ill.: Tom Reeders)
gezelschap strompelde met de patiënt
de kamar obat uit.
"Moet ik drie dagen met die stinkvoet
rondlopen?" vroeg de back. "Nee, jij
moet drie dagen met die voet rusten,"
verbeterde ma hem. "Waarom drie
dagen, zo lang met die stank."
"Waarom waarom! Daarom en drie
maal is scheepsrecht!" antwoordde ma
ongeduldig. De rechts-back vroeg zich af
wat scheepsrecht met dit stinkverband
te maken had maar hield z'n mond daar
dit het verstandigst was wanneer ma
haar geduld verloor.
Op de derde dag vroeg in de morgen,
ma was bezig met het ontbijt, riep de
back haar vanuit zijn slaapkamer: "Ik
voel d'r net krrk in mijn voet en nu kan
ik hem bewegen zonder pijn!"
Toen de dokter enige tijd later kwam
kijken vertelde ma wat ze had gedaan.
Hij knikte, glimlachte en verdween.
Wanneer westerse geneesmethoden
geen soelaas bieden, wanhoop dan niet
als er een Poh An Tong in de buurt is.
Enkele dagen later liep de voetballer
alweer normaal en na verloop van tijd
ging ook het voetballen weer. Mulo
werd weer gevreesd als voorheen.
Heipaal stuitte weer als van ouds elke
aanval. De vergissing die de rechts-back
had gemaakt was de tegenpartij natuur
lijk ter ore gekomen. Het schofferende
gejoel zoals: "liih,tölööls, stommelin
gen!" en "keöök" het nabootsen van een
kip die gekeeld werd, wat zoveel bete
kende als het onderspit delven, bij het
betreden van het strijdperk veranderde
weer in respectvol applaus. Want
respect had men toen nog voor de
tegenstander.
G.E. REEDERS
29