Ot^OEI;
X pQX AS
BIJ DE VOORPLAAT (foto: Archief Moesson)
Werkterrein
38e Jaargang
2
In woon nu in een mooi stukje van
Nederland, althans, naar bepaalde maat
staven mooi. Waar ik woon zijn bossen
en heuvels. Nou ja, heuvels, je kunt er
bij wijze van spreken overheen kijken als
je op je tenen staat. Maar het heeft iets
van reliëf, ietsje, terwijl Nederland
eigenlijk zo plat is als een pannekoek.
Weilanden met sloten, hier en daar
koeien en schapen, op de achtergrond
een boerderij en als je boft af en toe een
molen. Er groeien bloempjes langs de
waterkant en men doet zijn uiterste best
om zijn tuintje mooi en netjes te maken.
En nu, midden in de zomer, kan je wel
stellen: men heeft eer van zijn werk.
Wie gaat er niet wel eens op een zonni
ge vrije dag een eindje autorijden en kij
ken naar alles wat in bloei staat. Dat kan
nu, want over een paar maanden is alles
weer nat en somber en saai. Maar valt
het u niet op dat je bijna nooit ziet dat
iemand in zijn tuin bezig is, terwijl je
weet dat haast al het mooie in dit land
door mensenhanden is gemaakt en dat
ze verrekte veel uurtjes hebben besteed
aan dat lieflijke resultaat. Zou het soms
zijn dat men al die moeite doet voor
ons, toeschouwers, alsof ze willen zeg
gen: "zie je wel, wij hebben heus ook
wel wat!", terwijl zij binnen zitten, uit te
rusten, koffie drinkend uit kop en scho
tel, af en toe van achter de vitrage
glurend of er wel auto's langs rijden,
waarin voorbijgangers zich vergapen aan
hun kunstwerken. Hoe dan ook, men
doet zijn best om er wat van te maken
en dat is altijd prima, ja toch? En het is
bewonderenswaardig dat mensen, die zo
hard moeten werken op zo'n plat en
saai werkterrein, ook nog die extra
moeite nemen om onze ogen de kost te
geven tijdens ons dagje uit. Toch voel ik
mij dan wel eens verdrietig als ik er aan
denk, dat ik woon in een gedeelte van
de wereld waar men zich zo moet uit
sloven om er nog wat van te maken.
Want zouden zij hun tuinen niet zo
mooi aanleggen, zouden zij niet die
schattige boerderijtjes bouwen, zouden
zij al die moeite niet nemen, dan hadden
wij alleen maar die weilanden met op de
achtergrond betonblokken om naar te
kijken. Ik moet er niet aan denken.
Gemengde gevoelens komen bij mij naar
boven als ik kijk naar een foto zoals
deze voorplaat.
Dit is NIET voor toeschouwers
gecreëerd, maar is simpelweg het ter
rein van mensen die werken aan hun
dagelijks bestaan. Zij zijn niet bezig
geweest om een schilderij voor ons te
maken, dit is de achtergrond van hun
leven van alle dag, waarin zij wonen en
werken. Dit zetten zij niet op voor
langsrijdende toeristen, zij gaan niet
langs de weg staan met hun vuisten in de
zij om te bekijken of alles wel in de juis
te proporties op elkaar afgestemd is qua
kleur, hoogte en grootte. Dat hoeven zij
niet te doen, want dit prachtige decor
ontstaat vanzelf tijdens het werken.
Sterker nog: er valt niets aan te verbete
ren ofte verfraaien. Zij boffen. En wij
boffen, want ook dit is een deel van
onze wereld. Misschien is dat wel de
reden van de innerlijke rust en tevre
denheid van de mensen, die 's morgens
opstaan en dit zien. Want zij hebben dit
als achtergrond van hun leven, en zij
weten niet beter, want dit is hun
wereld.
Als ik dan door het mooiste stukje van
Nederland wandel, of als ik kom langs
een keurig netjes Hollands boerendorp-
je, weet ik mijn plaats, namelijk die van
de bevoorrechte toeschouwer. Ik knik
prijzend naar de aangelegde tuin met
tulpen en margrieten, als ik zie hoe de
twee rode koontjes vanachter de ruiten
als het ware vragen om een compliment.
Ik zeg niks en laat iedereen in de waan
die denkt dat deze versierde pannekoek
het mooiste plekje van de wereld is,
want zij weten niet beter.
Maar ik wel.
VIVIAN BOON
Ons reservefonds voor moeilijke dagen!
Moesson wil geen subsidie.
Het wil voortbestaan alleen als u
dat wilt.
Met uw steun poekoelen wij teroes!
Hieronder laten wij onder hartelijke
dankzegging aan alle schenkers, de
verantwoording volgen van de giften
die zijn binnengekomen voor het
reservefonds voor Moesson over
mei/juni 1993.
C.M. Aandewiel 100,-; A. v. Ast 10,-; W.
Boverhof 25,-; A. Burg 20,-; R.B. v. Duuren
20,-; J.G. v. Dijk 20,-; H. Gouw 20,-; Th. de
Groot-Okkerse 100,-; Mw. Hanegraaf-
Mannot 20,-; M.C. v. Hasselt 100,-; H.E.
Heintz 5,-; T. Heijman 20,-; J.C.L.Jansz 20,-;
R. Mariouw 140,-; M. Meeng 30,-; M. Portier
15,-; A. v.d. Star 7,50; A.H. Overdijkink 50,-;
R.F. Stechler 10,-; Ch. Wensel 15,-; J. Willem-
sen-Sterckx 10,-; NN 50,-; NN 100,-.
Totaal ontvangen in mei/juni 1993
PTP f 907,50
Bruine Bus f 1.005,
la JAARGANG. MEI 1957 Na. 11
CULTUUR EN WELVAART
ONDER ONTWIKKELD GEBIED
JITGAVE VAN DE STICHTING ONZE BRUG - ONDER REDACTIE VAN MEVR A G da GRAVE
Wat u nu onder ogen heeft is het eerste nummer van de 38e jaargang. Dat betekent
dus dat het precies 37 jaar geleden is dat uw en ons eerste blad verscheen.
Hierboven ziet u nummer I I van die eerste jaargang. De allereerste is zo oud, die
hebben wij zelf niet eens! In februari 1958 werd de naam 'Onze Brug' veranderd in
Tong Tong, toen een krant van zes pagina's. In 1978 werd Tong Tong, Moesson.
Dat is alweer 15 jaar geleden. In het colofon van Tong-Tong stond reeds:
Redactie: Tjalie Robinson
Verslaggevers: alle lezers
Duidelijker kan het niet; wij hebben met ons allen al die jaren in een eigen behoefte
voorzien en bewezen dat het kon, alle pessimisten van toen ten spijt. Daarom: wil ik
graag op deze plaats Moesson van harte feliciteren met haar 38e verjaardag en
vooral "nog vele jaren!" toewensen.
VB