De geschiedenis van de Indonesische
Archipel in jaartallen
samengesteld door Charles Manders
deel I I
In deze aflevering worden de Java-Oorlog (1825-
1830) en de periode van het Cultuurstelsel en de
hatig slot politiek 1830-1870) behandeld.
I i 'III IHl—imHBHMHHill
1825-1830
Java-oorlog. De opstand wordt ontketend door Pangeran
Dipo Negoro, een prins uit hetjogjase sultanshuis, aan wie
door Raffles de opvolging zou zijn beloofd. Oorzaken van de
opstand zijn ontevredenheid onder de bevolking, (hoge lasten
ten gevolge van aan Chinezen verpachte tolpoorten) en de
aristocratie (ten gevolge van verbod van landverhuur in 1823
door de adel aan Europese ondernemers). De opstand van
Dipo Negoro, een streng Islamiet, heeft ook het karakter van
een heilige oorlog en slaat over naar de rest van Midden-Java,
tot in het Soerabaiase. Zijn legeraanvoerder Sentot behaalt
aanvankelijk grote successen (later is hij in Nederlandse dienst
overgegaan). Na hevige strijd bedwingt generaal De Koek
(stamvader van het Indische geslacht De Koek) door toepas
sing van het bentengstelsel de opstand. Dipo Negoro wordt
tijdens onderhandelingen in Magelang gevangen genomen en
naar Menado verbannen. Het gebied van de Vorstenlanden
wordt tot de huidige omvang verkleind, ook dat van de
Soesoehoenan Pakoe Boewono VI van Soerakarta, die het
gouvernement met troepen heeft gesteund.
Uit protest verlaat deze zijn kraton, wordt gevangen genomen
en naar Ambon verbannen. Na de onafhankelijkheid van
Indonesië wordt hij een van de pahlawans (=nationale helden).
1827
Invoering van een nieuw muntstelsel, met de gulden als stan-
daardmunt. Voor deze tijd waren er veel oude en vreemde
munten in omloop. Oprichting van de Javasche Bank.
1830
G.G. Van den Bosch (1830-1833) voert het Cultuurstelsel in,
een stelsel van gedwongen cultures, dat snelle baten in het
vooruitzicht stelde. Door de Java-oorlog was de Nederlandse
schatkist namelijk nog meer uitgeput. Een vijfde van de bouw
grond van de desa's moest door de bevolking worden beplant
met gewassen voor de Europese markt (koffie, suiker, tabak,
thee, indigo, peper, kaneel), die aan het gouvernement gele
verd moesten worden, tegen een gering plantloon. Voor de
Nederlandse schatkist brengt het cultuurstelsel grote voorde
len: de winst op gouvernementsproducten behaald, bedraagt
tussen 1841-1863 fl. 461 miljoen. Het was de tijd van de 'batig
slot politiek'. Het stelsel legde een zware druk op de bevolking
(cultuurdiensten en onderbetaling) en de aan de hoofden
betaalde cultuurprocenten leiden tot misbruiken. Het stelsel
was op Java en in enkele streken in de buitengewesten
(Padangse Benedenlanden, Minahasa) van kracht. In 1848-1850
heerste in Demak en Grobogan hongersnood. Bestrijders van
het Cultuurstelsel zijn de predikant baron Van Hoëvell en
Eduard Douwes Dekker (Multatuli), in I860 verschijnt zijn
'Max Havelaar'.
1844
Het sultanaat Koetei (Oost-Borneo) erkent Nederlandse sou-
vereiniteit.
1845-1851
Rochussen G.G. Onthoudingspolitiek wordt, door omstandig
heden (vrees voor vestiging van andere Europese mogendhe
den in de buitengewesten en opstanden) gedeeltelijk losgela
ten. Expedities naar Bali (1846,1848, 1849), Boni (1859-1860),
Bandjarmasin (1859), Djambi (1858), tegen de Chinese kong
si's in Montrado West-Borneo (1850-1856).
Johannes Augustinus Dezentjé (1797-1839), de vermaarde
landheer van Ampel en stamvader van het Indische geslacht
van die naam. De familie Dezentjé, die van Franse
Hugenoten afstamt, is sedert omstreeks I 750 op Java geves
tigd. De vader van Johannes Augustinus, August Jan Caspar
Dezentjé, is militair en bracht het tot commandant van de
30