VRIJ ALS EEN VOGEL (1) VOGELVRIJ EN ZO Buiten het kamp Van de week met drie kleinkinderen (9, 13 en 15 jaar) naar het Museon geweest. Museum voor Onderwijs, de culturele speeltuin par excellence waar je zelfs aan een kleuter geen kind hebt, de meest waardevolle inves tering die Gemeente Den Haag de burgerij kon geven. Een ongedwongen kennismaking met levensvormen en cultuurwaarden. Of het nu de etagehoge mastodont is, de Koerdische pottenbakkers, de doekoens in Indonesië of de ontwikkeling van de fotografie, het is één grote zelfonder- nomen ontdekkingsreis, door de wereld van vroeger, heden en toekomst. Dus ook een kennismaking met de Tweede Wereldoorlog. In het vertrek links de oorlog in Europa, rechts die in de Pacific. Links Spitfires, Sherman tanks en jodenrazzia 's, rechts de aanval op Pearl Harbour, wat kamptekeningen, krantenknipels over de oorlogsverklaring van Nederla nd aan Japan en tenslotte de capitula tie op 8 maart. Als je het zo ziet geen barst aan voor de jeugd. Goddank, meer dan genoeg wat ze nu dagelijks tegen heug en meug op de buis zien, de waanzinnige oorlogs beelden uit Bosnië, Georgië, Somalië, de niet aflatende herrie in Zuid- AJ'rika, het is veraf en die Tweede Wereldoorlog is lang geleden, zelfs hun ouders hebben het niet meegemaakt. De jongelui ivachten beleefd of ik. nog wil blijven kijken, stappen opge lucht naar een andere afdeling als ze zien dat ik nog sneller dan zij voorbij die ouwe kost loop. In de boekhandel liggen de rijen boeken over de oorlog, één boekenplank alleen verhalen over het kamp. Men bewaart, koestert, dwingt zich tot herinnering van pijn, ellende en angst en noemt dat Bevrijding. Wie dat niet kan, zit bekneld in een syndroom, een trauma, het kan niet anders. Of kan het wél anders? Voor me ligt een epistel van de heer Norel met een opsomming van alle ver schrikkingen die de Japanners teweeg brachten onder de mensen die buiten het kamp waren gebleven. Ik wil u die niet onthouden, per slot van rekening is het 15 augustus en herdenken we niet de bevrijding, maar de oorlog, tenmin ste, dat heb ik er al die jaren wel uit begrepen. Er zijn nog zoveel niet betaal de rekeningen (ereschulden), niet ont vangen verzetspensioenen en -onder- scheidingen, er is nog zoveel te doen om uit te vinden welke trauma's ook de kleinkinderen moeten hebben geërfd waardoor ze nu aan de drugs en de Houseparties verslaafd zijn geraakt. Die rót-röt-rót Japanners, en daar lopen mijn tjoetjoeks zo maar die Pacific oor log voorbij, kan dat nou wel? De klein dochter maakt een foto. "Wat voor fototoestel?" vraag ik. Het is een Japan ner. "Hier, neem oma's toestel maar, dat is veel beter, dan zo'n Japans ding". "O, maar uw Pentax is ook Japans..." In de restauratie van het Museon drin ken we gezellig een Cola en eten een gebakje. Ik schiet wat foto's van de kin deren. Die zijn allemaal mislukt, maar dat deden ze ook altijd met de Kodak en de Leica. Er zijn wel een paar dingen in mijn leven fout, waar de Japanners geen schuld aan hebben gehad. Misschien komt het omdat ik buiten het kamp heb gezeten en - en dat verklaar ik hierbij onder ede - een vrij goed leven heb gehad met mijn ouders. Als ik met vrienden en kennissen over die tijd praat, hoor ik zelden over de rampzalig heden, maar altijd over voorvallen waar je achteraf erg om moet lachen. Misschien een lach van opluchting over de goede afloop of gewoon omdat een malle situatie een malle situatie blijft, onder welke omstandigheden ook. Het is moeilijk te vatten NU hoeveel incas seringsvermogen we TOEN hadden. Of misschien had het niets met incasseren te maken maar alleen met relativeren. Ik wil best vertellen over mijn jaren buiten het kamp, "vogelvrij" zoals Marguerite Moscou het noemde in haar boek, "Zo vrij als een vogel" noem ik die jaren. Een vogel die zo kan worden afgekattepult of neergeknald, maar dat wist het dier nooit van te voren. Met mijn verhaal strijk ik iedereen tegen de haren in, daar heb ik een handje van zegt men. Daarom aarzel ik mijn kant van de medaille te laten zien. Op de andere zijde staan de feiten van de heer Norel, die zijn u misschien voldoende. Schaamte I (reactie op recensie "Eelt", /Moesson April 1993) "Waarom kruip je in elkaar van schaamte dat je niet in het kamp hebt gezeten? Ik heb ver schillende vriendinnen die niet in het kamp hebben gezeten. Eén die zei: jullie hadden de collectieve bescherming jullie hadden te eten, nu daar valt op af te dingen. Laten we een ding duidelijk stellen in of buiten het kamp, de angst hadden we met elkaar gemeen". Laat je geen dingen eigen maken die niet hoeven, (brief ingekort). CHRISTA MULDER-DIETZEL Schaamte II De schaamte voorbij? Wij bleven buiten de kampen, dat was geen vrije keus, dat was een beslissing van de Japanners. Daarover hoeven wij ons dus niet te schamen. Waar moesten wij ons wel voor schamen? Dat we overleef den in een land met 70.000.000 inwoners waarvan er plm. 2.000.000 van honger om kwamen. Dat we niet hoorden bij de 300.000 romusha's, waarvan 200.000 niet terugkeer den van Birma. Dat we niet één van de 15.000 waren die door de Kempetai werden gearresteerd, of één van de 5000 geëxecu teerden. Weet u dat eind 1944 op West Borneo de Japanners 1400 Chinezen, Maleiers en Indo-Europeanen, vooraanstaande personen uit handel, onderwijs en bestuur in de massa graven bij Mandor liquideerden? Dat het Sultanaat van Pontianak in zijn geheel uitgeroeid werd? Dat van de naar schatting I 70.000 (Indo)- Europeanen die buiten de kampen bleven, de vaders vaak wél in een burgerkamp, krijgsge vangenenkamp of gevangenis terecht kwa men? Dat de moeders vaak alleen achterble ven zonder inkomen en maar moesten zien hoe ze overleefden, alles verkopend om een bestaansminimum te handhaven voor zichzelf en hun kinderen. Dat meer dan 1000 Indo-Europese jongeren die eind 1944 geïnterneerd werden omdat de Japanners ze niet meer vertrouwden? Dat honderden Indo-Europeanen uit Malang eind 1944 naar strafkamp Dampit moesten? Van die 130 die door de P.I.D. (Politieke Inlichtingen Dienst) gearresteerd werden, die 13 die er doodgemarteld werden, die 2 I jon gens die door de Japanners geëxecuteerd wer den op 29 augustus 1945, twee weken na de capitulatie? 0. NOREL 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 35