VANAF DE ZIJGALERIJ
ledereen zijn eigen toko
36
Oorlog, door wie en waar ook gevoerd
is een aaneenschakeling van moord,
wreedheden en machtswellust. Er
bestaat ook maar één soort mensen:
vijanden, dan is alles mogelijk.
De cijfers die de heer Norel noemt, zijn
mij bekend en imponeren mij niet
(meer). Iedere dag bedenk ik mij name
lijk dat het 10-voudige van deze cijfers
van toepassing is op verkrachting, incest,
mishandeling van kinderen, moord en
doodslag, beroving, inbraak, fraudes,
oplichterijen, wreedheden (dieren o.a.)
vernieling etc. etc. gepleegd in een rijk,
democratisch welvaartsland in een tijd
van VREDE. Vaker besluipt mij de mis
dadige gedachte dat een Kempetai in
één week meer orde op zaken zou kun
nen stellen dat onze Justitie in tien jaar.
Als ik over mijn leven buiten het kamp
zou willen vertellen dan zou het een
verhaal worden over een leven vol ver
antwoordelijkheid niet alleen voor jezelf,
maar voor je naasten. Buitenkampers
vormden een grote gemeenschap waar
uit men probeerde het kwaad en het
We maken vorderingen. Tenminste op
taalgebied. De Haagsche Courant had
het woord zelfs in dikke letters boven
een artikel over sociale zekerheid, niet
het eerste het beste onderwerp. Het
betreffende woord is een vierletter
woord, maar in tegenstelling met wat
gewoonlijk een vierletterwoord wordt
genoemd, is het een net woord. Voor
Indische mensen een vriendelijk, ver
trouwd woord: toko.
Boven dat artikel, in een gegarandeerd
Nederlands dagblad (wel sympathiek
gestemd tegenover de Indische gemeen
schap) staat het: "ledereen had zijn
eigen toko". De strekking ervan was dat
de verscheidene afdelingen van het
Ministerie van Sociale Zaken langs elkaar
heen werkten omdat iedere afdeling zich
uitsluitend richtte op het beheer van zijn
eigen zaken, dus zijn eigen toko.
Dat we op taalgebied vorderingen
maken bleek ook enige tijd geleden toen
een of andere V.I.P. de aandacht trok
door in het grote blote openbaar, zo
maar, voor de pers te verklaren dat hij
zich 'senang' voelde. Aardig toch?
Innemend. Je zou, als hij kandidaat voor
een of andere politieke partij was, voor
hem stemmen, alleen om dat ongege-
gevaar te ontvluchten. Het was hard
werken (ook voor kinderen van 12 mijn
heer Norel), leren te leven zonder man,
zonder luxe (hoewel, er waren genoeg
die zich dat nog in zekere mate konden
verschaffen), verdragen, delen en...
inventief zijn. Dit laatste maakte ons
leven op een bepaalde manier toch de
moeite waard. Er is ALTIJD GENOEG
VOEDSEL GEWEEST, je moest er ech
ter wel wat voor doen om het op tafel
te krijgen. Is dat zo'n schande? Ik lees
voortdurend over honger in de kampen,
daarom zei ik dat ik me schaam - nou ja,
schaam - als ik denk aan onze voedsel
situatie.
Natuurlijk zijn er armzaligen geweest,
paria's, dat waren hoofdzakelijk de
Indonesiërs die wij niet móchten helpen
van de Jap (wat we toch wel deden).
Ik weet dat velen goede Jappen hebben
gekend, waaraan ze hun leven te danken
hebben gehad. Daarover durven spreken
betekent gedoodverfd worden als verra
der, of Jappenhoer. Er zijn mensen die
een bepaalde hysterie niet kwijt kunnen
en willen, het hoort bij dat onverwerkte
neerde 'senang', zonder verdere uitleg.
En bleek, in een gegarandeerd
Nederlands kruiswoordraadsel, een net
vierletterwoord voor medicijn niet
'obat' te zijn?
Wat het allang geadopteerde woord
toko betreft, dat blijft toch altijd het
gevoel houden van: nederig zaakje, klei
ne bedoening, omzwermd door vage
Oosterse geurtjes, bepaald niet up-to-
par met meer imposante zaken. Om de
waardige afdelingen van de hoogwaar
dige Sociale Zaken in vette letters als
trauma en dat is inderdaad beklagens
waardig.
Het is afschuwelijk dat 50 jaar na de
oorlog velen zich nog oorlogsslachtoffer
noemen terwille van een uitkering, een
onderscheiding. Nu, in deze tijd waar
oorlogen worden gevoerd zonder offi
ciële verklaring, waar meer mensen en
kinderen worden vernietigd naar
lichaam en geest, waar de volgende
generatie de sporen van zal dragen.
Ik ben trots en dankbaar dat ik de oor
log goed ben doorgekomen, heb geleerd
wat vriendschap, hulpvaardigheid, waar
digheid en vooral bescheidenheid bete
kent in tijd van nood. Dat besef ik NU in
deze tijd beter dan toen. De bersiaptijd
is de ergste tijd geweest in mijn leven,
toen overheerste angst en haat elk men
selijk denken.
Oorlog is de lijdensweg die de mensheid
zelf heeft aangelegd. Wie het eindpunt
bereikt, die boft.
LD
toko-houders te bestempelen is nogal
geestig.
In brede zin zijn we eigenlijk allemaal
toko-houders. We moeten ons dagelijks
bezig houden met de drukke toko van
ons werk, ons gezin, onze kennissen
kring, onze zorgen en hobbies. Vooral,
net als bij Sociale Zaken, met onze pro
blemen en verdeeldheden. Volgens dat
artikel zijn de problemen van Sociale
Zaken juist voortgekomen uit verdeeld
heid, uit het kortzichtig en zelfzuchtig
beheren van de eigen Zaken (met
hoofdletter), met voorbijzien van de
belangen van de burgerij. Bij het ministe
rie zou het anders moeten, bij de
Indische gemeenschap is het de vraag of
het anders zou kunnen. Hoe vervoer je
honderd kikkers in een open laadbak, is
al een klassieke verzuchting in Indische
kringen, waarschijnlijk eerst geslaakt
door een wijze, zij het wanhopige
Indischman.
De oplossing is misschien een perma
nente passar, met alle toko's, boetieken,
kramen en kraampjes naast en tegen
over elkaar. Beheerd door mensen die,
door die dichte nabijheid, op de hoogte
zijn van eikaars wel en wee en zo een
helpende hand kunnen bieden. Dat zou
enig diplomatiek en politiek voetgeschui-
fel eisen en helaas, zoals uit de recente
enquete van Moessonlezers blijkt, staat
politiek bij ons in het verdomhoekje.
Jammer hoor.
GREET GAUDREAU