'GENTLEMAN' ROSEL een heer van goede diensten Als hij de Prins Mauritslaan 36 (redactie van Moesson) binnenkomt, dan veran dert er iets. Er komt dan ook niet zo maar iemand binnen, maar een 'gentle man' van het soort dat spijtig genoeg in mijn generatie nauwelijks meer voor komt. Hij is niet lang, altijd chique gekleed in kostuum met de juiste das en het juiste overhemd, het haar keurig gekamd en om hem heen een geur van reinheid. Ik vind het altijd een feest om hem te zien, zo ontspannen, hij maakt een praatje met iedereen en komt dan ter zake, want 'zaken', dat is zijn lust en leven. 90 Jaar wordt hij binnenkort. NEGENTIG!!. Steeds weer ben ik ver baasd. Iemand die zoveel heeft gedaan en meegemaakt in zijn leven en dan zo vitaal. What's the secret! Als tweede in de rij van drie kinderen wordt hij op 7 september 1903 te Padang Pandjang (West-Sumatra) gebo ren. Zijn vader, een Hagenaar is als jon geman naar Indië getrokken en in dienst getreden bij Staatsspoorwegen. Zijn moeder is een in Padang geboren Logemantelg. Na de Mulo zou Wim in Holland gaan studeren, maar de Eerste Wereldoorlog komt daar tussen. Hij gaat naar Batavia en volgt twee jaar onderwijs aan de Prins Hendrikschool (Hogere Handels school). In 1921 (achttien jaar) is hij klaar met zijn studie en staat voor de keuze: verder studeren in Holland of een baan zoeken. Het wordt het laatste. Eerst volgde de oproep in militaire dienst voor negen maanden, welke hij als sergeant van het KNIL verliet. In Padang krijgt hij zijn eerste baan bij Van Houten, Steffan Co, een im- en exportbedrijf. Het bedrijf importeert o.a. uit de U.S.A. Ford (auto's), dranken en textiel en exporteert copra, koffie, thee en kaneel. Zijn eerste salaris? f 150,- per maand. In 1924 treedt hij in dienst bij de BPM en daar heeft hij nooit spijt van gehad. Zijn vrije tijd wordt beheerst door verdere studie, tennis en toneel. Hij is lid van de Soos en, toentertijd vrij goed kunnende zingen kreeg hij rol len in operettes te vertolken. Hier ontmoet hij zijn latere vrouw Theresia Topsvoort. Wim is zeer onder de indruk van haar intelligentie, fijnbesnaardheid en prachtige pianospel. Hij spreekt intens en met veel respect over haar. Zijn carrière bij de BPM loopt goed en na veel omzwervingen en tien jaar dienst wordt hij opgenomen in de staf. Een uit zonderlijke situatie in die tijd, een Indo- Europeaan in de staf met een leidingge vende functie. In 1934, vier maanden na zijn benoeming krijg hij groot verlof. Voor het eerst naar Holland! Na een heerlijke tijd in Europa en het vaderland keren zij naar Indië terug. Ditmaal start hij in Medan en al snel volgt plaatsing in Palembang en Sema- rang. Hij reist veel in de regio en werkt hard. Na hun tweede groot verlof in 1939 komt Wim in Soerabaja terecht. 1942. De oorlog. Gedurende anderhalf jaar blijven Wim en Theresia buiten de Japanse kampen. Wim moet met enige andere BPMers op verzoek van de toen malige, onder druk van de Japanse Gou verneur staande, resident van Soerabaja, blijven werken voor de Japanse econo men om de distributie van olieproduk- ten weer op gang te brengen. Bij een razzia wordt hij door de Kempetai opgepakt. Anderhalve maand duurt zijn gevangenschap en de nodige beproevin gen blijven ook hem niet bespaard. "Het was verschrikkelijk", zegt hij. Door inmenging van de Japanse economen wordt hij vrijgelaten. Na enige maanden werden alle BPM'ers uit Japanse dienst ontslagen en in de Werfstraat gevange nis in Soerabaja opgesloten.De buiten kamptijd is dan wel voorbij maar weder om zorgen de Japanse economen voor een redelijke regeling: de BPM'ers met hun vrouwen komen terecht in het gezinskamp in Bandoeng, Riouwstraat. Pas als de Japanse macht gaat wankelen, worden zij gescheiden. Ook de Bersiap- tijd in Soerabaja hebben ze, na veel inci denten, overleefd, niet in de laatste plaats door het moedige optreden van de bekende Jack Boer. Eerst in 1947 kreeg hij recuperatieverlof naar Holland. Na ommekomst hiervan kreeg hij enige moeilijkheden met de directie van Shell in Nederland omtrent zijn terugzending naar Indië, welke door de Shelldirectie in Londen werden opgelost. Zijn vrouw bleef voor verder herstel van het kampleven nog enige maanden in Holland. Na een korte tewerkstelling in Batavia volgde een overplaatsing naar Makassar voor ruim twee jaar, waarna hij wederom in Batavia werd geplaatst. In 1952 werd zijn vrouw definitief voor de tropen afgekeurd en vertrok zij naar Holland, door Wim in 1953 gevolgd. Drie oor logsjaren werden hem voor zijn pen sioen cadeau gegeven. Zij gaan wonen op de Prins Mauritslaan en natuurlijk gaat Wim in 1954 weer aan de slag. Nog 16 jaar (tot aan zijn 2e pen sioen in 1970) werkt hij. Eindelijk komt de tijd om allerlei dingen te onderne men. Voor de verkrijging van pensioen c.q. onderstand voor weduwen van BPM employees, die lid waren van het 1938 pensioen, waarbij de weduwen geen recht hadden op pensioen, zette hij zich volledig in, met positief resultaat dankzij de hulp van de toen functionerende directeur van het Shellpensioenfonds. Hoe hij bij Moesson terecht is gekomen? Op de Prins Mauritslaan kwam hij op een dag Tjalie tegen (zij woonden tegen over elkaar), raakten bevriend en al snel was Wim commissaris (tot zijn 75e) en de rest volgde vanzelf. Zijn vrouw is het oorlogsleed nooit meer te boven geko men. Hij bekleedt nog steeds een aantal func ties: penningmeester van de Koninklijke Vereniging OOST EN WEST, afdeling 's-Gravenhage en secretaris-penning- meester van de Stichting Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson (u weet wel, de Poekoel Teroes Pot en de Bruine Bus). Als Wim Rosel op zijn leven terugkijkt, dan concludeert hij dat hij graag nog een keer naar Indonesië had willen gaan. Verder is hij een tevreden mens, een mens in harmonie. Zou dat het geheim zijn? LIESBETH STEUR 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 40