Hoed met overtrek van kralenwerk.
Kenyah
de kustgebieden onder het gezag van
het Oost-Javaanse Majapahit, zoals
Kutei, Banjarmasin en Sukadana bij
Pontianak. Onder invloed van de islam
zijn hieruit later diverse sultanaten
voortgekomen, waarvan sommige nog
tot de Tweede Wereldoorlog zijn blij
ven bestaan. Dit is, zij het met een ande
re achtergrond, ook het geval geweest
met Serawak, dat van 1841 -1946 werd
geregeerd door de Engelse radja Brooke
en zijn nakomelingen.
Na de oorlog is er veel veranderd. Het
betrekkelijke rustige Borneo kwam in
beweging door de grote voortvarend
heid waarmee een begin werd gemaakt
met de ontwikkeling en vooruitgang op
het gebied van onderwijs, herhuisves
ting, communicatie, landbouw, houtkap,
oliewinning, transmigratie, enz. Door
elkaar geschud door al deze veranderin
gen worden vele Dayak-gemeenschap-
pen gedwongen zich steeds meer aan
een nieuwe levenswijze aan te passen,
willen zij in de moderne tijd kunnen
overleven. Zo moeten ze niet alleen
overschakelen op een officieel erkende,
voor hen vreemde godsdienst, maar ook
deelnemen aan de moderne geldhuis
houding. Hoewel verkoop van oud fami
liebezit goed geld kan opleveren, ver
dwijnen vele waardevolle voorwerpen
zo voorgoed in het internationale cir
cuit. Als bijverdienste worden nieuwe
voorwerpen voor de toeristenhandel
aangemaakt. Lonender is het echter om
zich ver van zijn vertrouwde geboorte
grond te verhuren als arbeidskracht bij
een of ander multinationaal bedrijf.
Schrijnender overeenkomst tussen de
desintegratie van de oorspronkelijke
cultuur en de vernietiging van de natuur
is bijna niet denkbaar.
In dit jaar 1993, dat door de Verenigde
Naties is uitgeroepen tot het jaar van de
Inheemse Volken, is het dus niet zo
Geïkatte doek: pua. Iban
III.' *V"S iVi
vreemd, dat Museum Nusantara nu de
Dayak centraal stelt om ons opnieuw
met de neus op de harde feiten te druk
ken. In Indonesië noemt men dergelijke
volken: suku terasing. Volgens het
woordenboek: geïsoleerd levende ethni-
sche groepjes. Dit zijn dus niet alleen de
Dayak, maar bijvoorbeeld ook de bewo
ners van Nias of Mentawai. Ja, en vol
gens de Indonesische ideologie is het de
plicht om hen zo snel mogelijk tot
moderne staatsburgers om te vormen.
Waar blijven wij dan met onze anders
gekleurde westerse ideologie? Maar er is
ook nog een andere, veel pragmatischer
reden, waarom juist voor Borneo werd
gekozen. De grote Dayak-collectie op
de tentoonstelling werd het museum als
het ware in de schoot geworpen door
de Belgische etnograficus handelaar/ver
zamelaar Francois Coppens, die niet
minder dan 600
voorwerpen ter
beschikking stelde.
Ja, wat doe je dan
als bonafide Neder
lands museum met
beperkte financiële
middelen en nog
minder mankracht?
Ondanks ethische
bezwaren, die aan
de acceptatie van
zo'n aanbod kleven,
weet je dat je met
een klapper komt,
die veel publiek zal
trekken. En voor zó
een argument zijn
de verantwoordelij
ke politici uiterst
gevoelig. Dus ging
men in op het aan
bod.
De voorwerpen
werden recentelijk
in de loop van onge
veer tien jaar ter
plaatse verzameld
en met officiële toe
stemming uitge
voerd. Het meren
deel is afkomstig uit
Serawak. Voor een
evenwichtigere ver
houding ten opzich
te van Kalimantan
werd de collectie
nog eens aangevuld
met een honderdtal
bruiklenen uit oude
re collecties van
enkele Nederlandse
volkenkundige
musea. Het resul
taat mag er zijn.
Nooit eerder wer
den de Dayak-culturen op zulk een
overweldigende wijze in een Nederlands
volkenkundig museum gepresenteerd.
Niet alleen de hoeveelheid imponeert,
maar door de vele topstukken staat ook
de kwaliteit op een hoog peil. De voor
werpen zijn zoveel mogelijk naar soort
en functie gegroepeerd, waardoor som
mige vitrines wel erg vol zijn geworden.
Hierdoor krijgt men echter wel de kans
om vormgeving, versiering en herkomst
der objecten onderling te vergelijken
om vervolgens verbaasd te staan over
de enorme rijkdom aan creatief talent,
dat hier ligt uitgestald. Bijzonder opval
lend zijn de groteske geestenmaskers of
hudok van de Bahau en Kayan, die dienst
deden bij het zaairitueel om de zielen
van de rijstplantjes naar de ladang te
lokken. Het schitterende kralenwerk in
zwart, wit, geel en groen, waarin vooral
37