GEIEZEN Een toeval? Culinaire avonturen in het Verre Oosten Men noemt hem de beste kok ter wereld omdat hij de enige is die de moed en de gave bezit, alles wat eetbaar is en bereid wordt als gerecht, uit te proberen. Voor Keith Floyd is de eetcul tuur de belangrijkste cultuurvorm van elk volk en de moeite waard om met alle zintuigen te worden geanaliseerd. Keith (Far Flung) Floyd lijkt op geen enkel punt op het prototype van een Europese kok die met muts en schort en bedachtzame gebaren zijn culinaire hoogstandjes demonstreert. Al jaren volg ik Floyd's kookdocumentaires over de gehele wereld: Spanje, Frankrijk, Mexico, China, Australië, Azië, Turkije door de BBC uitgebracht onder de titel 'Floyd on...'. Daar dankt Floyd zijn bij naam 'Far Flung' (uitgestrekt, grenze loos) aan. Zijn laatste culinaire avonturen, ook met interessante bijzonderheden over land, volk, wat er leeft en groeit, speelden zich af in Azië. Thailand, Vietnam, Maleisië, Filippijnen. Veronica kocht deze serie aan als mooie afsluiting van haar documentaire over Azië. Uitgeverij Bzztoh verblijdt ons nu met een Nederlandse uitgave in boekvorm. Een fladderende haarlok op zijn kalend hoofd, kleding die hoort bij een woe stijnloper (van koken word je warm en zeker in een warm land) fladderende handen, die of gebaren, of bezig zijn iets in een braadpan of kookpot te mikken. In drie seconden fileert hij feilloos een vis, smijt de stukken in kokende olie, grijpt een hoeveelheid kruiden, klettert er wat mosterd bij, grijpt een fles wijn, giet een scheut in de pan en schenkt zich daarna een glas vol. Eén hand met een schep in de pan, in de andere hand het glas, vertelt hij bijzonderheden over het gerecht, gooit er een grap tussendoor. Zijn praatje duurt evenlang als het berei den van het gerecht. Alles is eenvoudig bij Floyd, zeker bij de Aziatische gerechten, maar dat weten wij uit ervaring van onze eigen Indische keu ken. Veel recepten in dit kookboek heb ben een bekende smaak, al zijn er ver schillen met de Indonesische. Maleisië gebruikt veel santen, meer suiker. Al zijn de oorspronkelijke benamingen van de gerechten weggelaten (vergeet u toch weer, zal Floyd gedacht hebben) men zal geneigd zijn ze een Indische naam te geven. Ergens staat een naam 'rempejeh' maar dat blijkt in Maleisië iets heel anders te zijn dan onze rempejeh. Dan is er nog die mysterieuze 'kokos- sambel' waar Floyd zo gek op is. Geraspte klapper in melk geweekt en uitgeperst. Moet dat nou met melk, klap per geeft toch zelf al melk? Heerlijke gerechten om uit te proberen in een actieve bui. Zo niet, gewoon lek ker lezen in dit kookboek, want de helft ervan bevat gewoon verhalen en nuttige reistips. O ja, in de opdracht voorin betrekt Floyd zijn vrouw Shaunagh. Er staat geen foto van haar in het boek. Ben zo benieuwd: zou ze dik zijn? De frontplaat is afgrijselijk. Ik heb Floyd nog nooit zo uitgedost gezien met zo'n gesteven shirt. Grapje? LD Culinaire avonturen in het Verre Oosten door Far Flung Floyd (Keith Floyd) 208 pag - paperback (groot for maat) - prijs f 25, Je hebt soms van die toevallen! In de bibliotheek snuffel de ik in een paar boeken en bleef bij een uit het Zweeds vertaald boek steken. 'Der Weg des Windes' heette het en de schrijfster was Agneta Pleijel. De foto van haar op de flap trof me, ze zag er zo on-Zweeds uit, eerder Indonesisch: ze had melancholieke donkere ogen, donker haar, een brede mond en brede neusvleugels. De roman handelde over een Zweedse jongeman die aan het eind van de vorige eeuw naar Nederlands Oost-lndië voer en dertig jaar later in Zweden terugkwam. Het leek me wel wat. Vanaf de eerste bladzijde fascineerde dit boek, niet zozeer de manier waarop het geschreven was als wel het feit dat zo'n boek uitgerekend in Zweden verscheen. De tekst was doorspekt met Indische uitdrukkingen, er was sprake van de familie uit Nederland die elke zomer op bezoek kwam en dan rook het huis exotisch naar nasi goreng of ajam goreng. Deze familieleden uit Nederland waren kennelijk Indo's. Bij beetjes werd het verband dui delijk. De schrijfster, geboren in 1940, beschrijft haar grootou ders. Haar grootmoeder was de dochter van een onwet tig kind van een Nederlandse marinier en een Maleise en was zelf getrouwd met een Indo, van wie zij vijf kinderen had; haar oudste dochter is de moeder van de schrijfster. De Maleise overgrootmoeder werd beschaamd verzwe gen, men probeerde zo Europees mogelijk te zijn. De moeder van de schrijfster was dertien toen haar ouders tegen het eind van de jaren dertig naar Zweden 'terug gingen', haar Indische ooms bleven in Indië en kwamen na de oorlog als repatriant naar Nederland. De moeder van de schrijfster heeft op late leeftijd de wens nog één keer naar haar geboorteland en -stad terug te keren en haar dochter begeleidt haar op deze reis, die naar Surabaya voert waar ze het woonhuis vin den (vlakbij Embung Tanjung waar wij voor de oorlog woonden!). Haar moeder vertelt ook van een school vriendje van de lagere school in Soerabaja, waarmee ze toevallig weer in contact was gekomen door een adver tentie in een in Nederland verschijnend blad, dat Tong- Tong heet en nu: "niet meer bestaat of onder een ande re naam bestaat'", zoals ze schrijft. Deze schoolvriend was naar Australië geëmigreerd. Is dit alles niet wonder lijk? Een Indo-familie in Zweden, die Indisch at en Tong- Tong las? Het boek heet in het Zweeds 'Vindspejare. Boken om Abel maleren' en verscheen in 1987 bij Norstedts Förlag, Stockholm. Nellie Haberland 47

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 47