VANAF DE ZIJGALERIJ
Kerstmis in het
weeshuis
Gunung Tidar
De winter van 1944-45 in Nederland
was onvoorstelbaar. Dat wil zeggen, nu
49 later is het onvoorstelbaar dat de
gewone burger, na vier-en-een-half jaar
oorlog, de winter nog door moest. Juist
deze winter; de strengste van de oor
logsjaren. Maar de hongerende, lichame
lijk en geestelijk uitgeputte mensen ver
droegen grimmig ontberingen die nu niet
te omvatten zijn. De hardnekkige wil tot
overleven hielp, maar ook jong, optimis
tisch en onnadenkend zijn.
Daardoor kon een ondervoede Indische
studente het opbrengen om, om vijf uur
's morgens, in vrieskou, op een gammele
fiets, erop uit te trekken om eten op te
scharrelen bij boeren en kwekers, vaak
zonder resultaat. Dat gevoegd bij een
studie die een volle week werk op de
Openbare Leeszaal van Voorburg verg
de, gepaard aan een lading huiswerk en
een keer per maand college in Utrecht
in treinen die ieder ogenblik bescho
ten konden worden.
De eeuwige kou-in-de-botten, de eeuwi
ge honger, de eeuwige angst en zorgen,
dat waren dagelijkse ontberingen die
iedereen probeerde te verdragen omdat
je ten onder ging als je niet verdroeg. Er
waren velen die ten onder gingen...
Maar de studente had ondanks alles
warmte en voedsel, al was het uitslui
tend in figuurlijke zin. Dat kwam van de
Indische familie die onderdak had ver
leend: meneer, mevrouw en twee onver
woestbaar opgeruimde dochters die 'Al-
lotria' en 'Always' op de piano speelden
als er licht was, en spookverhalen vertel
den als de hele familie in het pikdonker
bij elkaar zat. Zodat iedereen bij het
naar bed gaan elkaar duwde om niet de
18 oktober 1944
laatste te zijn op de trap, met momoks
op de hielen.
Vanuit het Haagse Bos stegen de vreselij
ke V2-s op, op weg naar Engeland, maar
soms mislukten ze. Ook voor de Duit
sers waren ze een nieuw Frankenstein-
achtig experiment, nog niet helemaal
getemd. Ettelijke malen per dag trokken
de V2-s dreunend en vlammen brakend
over de stad, majesteitelijk langzaam.
Voor de inwoners was dan het wachten
of ze zouden mislukken en op hen neer
komen daveren, of niet. Wanneer buiten
in het donker het onmenselijke gebrul
losbarstte keken de studente en collega,
onder dekens en met boeken op schoot,
elkaar strak in de ogen, zonder een
woord, tot het geluid weggestorven was.
Dan herademden ze en gingen gewoon
door met elkaar overhoren terwijl in
Engeland het bruimonster zijn taak
afmaakte.
Op de laatste Kerstmis van de oorlog
vond een soort Kerstwonder plaats:
-5» .jm
■2 :;f 'f'-'-r'
twee hongerige, verpieterde studentes
werden ten eten gevraagd door de buur
vrouw, een eenzame, melancholieke we
duwe waar zij zelden notitie van namen.
Op Kerstavond stond, in een ongewoon
verwarmde huiskamer, nota bene een
versierde tafel; er brandden echte kaar
sen, het eten, het meest opzienbare van
de wonderen van die avond, was voor
oorlogs en later werden er kerstverha
len voorgelezen, onder een groot,
zwartomlijst portret van een forse knap
pe, besnorde man in KNIL-uniform.
Waar had de buurvrouw dat eten van
daan gehaald, waar het geloof en de
moed om zich op te richten uit haar
melancholie om twee alleenstaande mes
jes zo'n feest aan te bieden? De gasten
waren jong; zij genoten dankbaar zonder
dieper door te denken. Van al het on
voorstelbare uit die vijf ellendige jaren
was dat laatste kerstfeest ook onvoor
stelbaar, want wie gelooft nog aan won
deren.
Greet Gaudreau
Weet u het nog? In Moesson van sep
tember jl. op bladzijde 46 staat het ver
haal over Suti in dit weeshuis. Welnu,
hier dan een indruk hoe daar Kerst
gevierd wordt door o.a. een gezongen
kerstverhaal te brengen.
Mocht u een persoonlijke kerstkrandjang
willen sturen naar dit weeshuis, dan kan
dat hier in Nederland door te storten op
postgiro: 5958916 t.n.v. Stichting Bhakti
Oikumene Steur Weeshuis.
23