DOOR RENÉ WASSING
Naar aanleiding van de kleine
maar fijne tentoonstelling 'Eeuwige
Schoonheid' over Indojavaanse
gouden siervoorwerpen in het
Tropenmuseum te Amsterdam
noem ik hier in één adem het
hoek: 'Old Javanese Gold' van John
Miksic IdeationSingapore 1990
ISBN 981-00-1622-0, f94,65). Dit
boek behandelt namelijk uitvoerig
de gouden voorwerpen, die op de
Amsterdamse tentoonstelling zijn
te zien. Een uitgebreide catalogus
dus, fraai uitgegeven met vele
kleurenfoto's. Onmisbaar voor
ieder, die in dit onderwerp geïnte
resseerd is. En het enige boek op
dit gebied met recent materiaal.
De Amerikaan John Miksic is docent
afdeling Geschiedenis aan de Nationale
Universiteit van Singapore. Hij geldt
heden ten dage als een van de weinige
deskundigen op het gebied van de Zuid
oost-Aziatische archeologie. De collectie
waar het hier om gaat, is eigendom van
Hunter Thompson, een welgestelde
Canadese beleggingsadviseur, die het
klaarspeelde om in de luttele achter ons
liggende jaren zijn geld te beleggen in
meer dan 400 gouden voorwerpen uit
Gouden plaatjes, geplaatst op het gelaat van de doden
24
de Indojavaanse periode (4e-15e eeuw)
van Java. Kom daar in Nederland eens
om. Toch bezit het Tropenmuseum zelf
enkele bijzondere stukken van hoge
kwaliteit, en treffen we sporadisch in
andere Nederlandse volkenkundige
musea nog wel wat aan, terwijl ook
enige particuliere verzamelaars zich met
dit genre bezighouden. Dit alles valt ech
ter in het niet bij de Thompson-collectie.
De laatste jaren zijn er zowel in Midden
als in Oost-Java veel vondsten uit de
grond opgedoken. Volgens de regels zijn
de zeldzame, bijzondere en mooie
exemplaren bestemd voor het Nationale
Museum in Jakarta. Na deze eerste keus
blijft er blijkbaar voldoende over, dat
met mondjesmaat via de legale interna
tionale handel zijn weg naar het buiten
land vindt. Het bezwaar van deze gang
van zaken is, dat zelden of nooit de bij
komende gegevens te achterhalen zijn,
die zo broodnodig zijn voor de identifi
catie van het betreffende onderwerp.
Veelal zijn het vondsten waar landbou
wers bij toeval op stuiten tijdens hun
veldarbeid. Soms gaat het om een enkel
stuk, maar het komt ook voor, dat men
een aardewerken pot met kostbare
inhoud vindt, die eeuwen geleden door
de toenmalige eigenaar, om welke reden
dan ook, in de grond werd verstopt. Van
een systematisch onderzoek ter plaatse
kan dan geen sprake zijn, laat staan dat
men er betrouwbare wetenschappelijke
conclusies aan kan verbinden. Het is de
verdienste van Miksic, dat hij door inten
sief speurwerk en minutieus vergelijkend
onderzoek naar stijlkenmerken, tot een
voorzichtige aannemelijke hypothese is
Zegelringen met Sri-teken en schelp-
hoorn
gekomen. Zo deelt hij de Thompson-col
lectie in volgens vier stijlperioden: pre-
klassiek tot ca. 200 n.Chr.; proto-klas-
siek, ca. 299-650; vroeg-klassiek, ca. 7e