Zogenaamde vogelringen
eeuw-IOe eeuw; laat-klassiek, ca. 10e
eeuw-15e eeuw.
Tot de vroegste stijl rekent hij de lang
werpige, smalle repen met boorvormige
uiteinden, samen met bijbehorende lang
gerekte spits toelopende plaatjes, alles
uit goudfolie geknipt. Hiermee werden
wenkbrauwen, neusrug en mond van de
overledene afgedekt. Ook de gelaats
maskers van goudfolie met inkrassingen
hadden dezelfde functie. Tot de proto-
klassieke stijl behoren onder meer ket
tingen van ineengevlochten gouddraad
en oorsieraden van Flores, Savu en
Sumba. Ook de vingerringen, die spi
raalsgewijs met gouddraad zijn omwik
keld, behoren hiertoe. Bij de vroeg- en
de laat-klassieke stijlperiode (respectie
velijk Midden- en Oost-Java) komen we
op bekend terrein. Hier zien we zegel
ringen met Sri-inscriptie in diverse varia
ties of een gravering van een schelp
hoorn. Maar ook een groot aantal kleine
juweeltjes in ringvorm, waarop vier
klauwtjes zijn gemonteerd, die een
gekleurde siersteen omklemmen. Miksic
noemt ze bij gebrek aan beter: vogelrin
gen. Vooralsnog tasten we over hun
betekenis in het duister. Ze doen nog
het meest aan groot uitgevallen boorde
knoopjes denken, maar dan in gala-uit
voering. Uitschieters zijn hier een fraaie
gouden tuit als een fabeldier met open
gesperde bek en bijbehorend gouden
deksel in stupavorm, die deel uitmaakte
reid binnen stapt, omdat het nu eenmaal
een specialistisch onderwerp betreft,
waar zelfs de geleerden nog moeite mee
hebben. Maar ook zonder al die kennis
raakt men onwillekeurig in de ban van al
deze kleine gouden wonderen. Het is
alsof men tussen de welverzorgde etala
ges van een gerenommeerde juweliers
van een schenkkan. En de halsketting
van gouddraad, waaraan gouden blad
achtige segmenten zijn geregen, die aan
gestileerde tijgernagels doen denken.
Verder een bekroning van een parasol
of een ander voorwerp, als een sierlijk
gebogen gouden pluim. Dit alles wordt
dus tot de Middenjavaanse periode gere
kend. De laat-klassieke
Oostjavaanse stijl valt op
door zijn karakteristieke
flamboyante vormgeving
van arabesken, die als gril
lige vlammetjes uitsteken
en soms nog een demo
nenkopje in hun orna
ment verbergen.
Vingerringen en oorhan
gers krijgen daardoor een
barok aanzien. De absolu
te top in deze categorie
blijft voor mij een fijn uit
gewerkte gouden kris-
greep van een poppetje
met demonisch uiterlijk
en lang, uitstekend neusje.
Dit zijn slechts enkele
grepen uit de veelheid
aan voorwerpen - met
inbegrip van een paar
beeldjes van Boeddha en
bodhisattva's - die hier te
zien is. Toegegeven, een
moeilijke tentoonstelling
voor wie hier onvoorbe- Gouden onderdelen van een schenkkan
25