Gezamenlijke Kerstviering in Cipinang-gevangenis te Jakarta Mijn opa en oma JH 27 Het is de gewoonte dat de christenge meenschap Kerstmis gezamenlijk viert met de gevangenen in de Cipinang- gevangenis. Om beurten is er een viering voor de protestanten, meestal vóór Kerstmis en voor de katholieken na Kerstmis. Als het de beurt van de katholieken is dan komen mensen van diverse paro chies naar de gevangenis. Jonge en oude religieuzen brengen hun gaven voor hen die Kerstmis binnen de muren van de gevangenis moeten vieren. Om 9.00 uur wordt de Heilige Mis opge dragen door twee priesters. De preek maakt duidelijk datjezus voor iedereen op de aarde is gekomen. Zoals in de eer ste Kerstmis de eersten die bij Hem kwamen de herders waren, de eenvoudi- gen en vertegenwoordigers van het uit verkoren volk; vervolgens kwamen de drie wijzen die het symbool waren van de groten der aarde en afkomstig van verschillende landen. Hij is dus voor ons allen op aarde gekomen. Na de Heilige Mis volgt een ramah- tamah (gezellig samenzijn), waar de gevangenen en enkele dames om beur ten zingen en een voordracht geven. Het koor en de vocal-group van de gevange nen is prima. Het doet je goed te zien hoe enthousiast en blij ze zijn. Na afloop krijgen de bezoekers gelegenheid om de gevangenen een hand te geven en hen een zalig Kerstfeest en Gelukkig Nieuw jaar toe te wensen. Ellen Sundah Enkele jaren terug: rechts het nieuwe gevangenisgebouw, links is nog een deel van het oude gebouw te zien Een zuster drukt de hand van een gevangene Mijn opa en oma hebben verhalen. Verhalen over hoe mijn opa op jacht ging om varkens te schieten. Verhalen over onverklaarbare gebeurtenissen en van geesten die in een put zaten en die 's nachts uit een boom kwamen kruipen. Van mensen die andere mensen bewerkten en ze rare dingen lieten doen of ziek maakten. Van krissen die bewogen of van de muur vielen. Mijn opa heeft een ring met een grote steen die hem geluk brengt en beschermt en een rijstblik dat nooit helemaal leeg mag zijn. Mijn oma geeft me geen aspirine maar pidjet mijn hoofd als het pijn doet en bewerkt mijn rug met zalf en een stuiver. Mijn oma doet rijst in de erwtensoep en knipt haar nagels 's avonds niet. Mijn oma geeft me om elf uur 's ochtends nasi en mijn opa speelt ukelele en zet een fles water in het toilet, en mijn oma kookte gele rijst ter ere van mijn nieuwe huis. Mijn oma eet zure appels met ketjap, sambal en suiker en pindakaas met suiker. Mijn opa zegt 'pop', in plaats van gulden en gooit emmers water over zijn hoofd in de badkamer. Mijn oma noemt mijn opa jong' en mijn opa noemt mijn oma 'meis'. Mijn opa en oma...

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 27