^B>uitznlj zzittin
Wat wistje er van af? Je was in de
grote plaatsen op Java op de H.B.S.
geweest, je studeerde in Holland,
of op Java; het was op Java waarje
familie woonde. De suiker mensen
woonden op suikerfabrieken, de
andere cultures dito, en nader
hand bemerkten we dat de Deli
planters Java niet kenden, maar
met vakantie gingen naar Singa
pore. Je bracht je jeugd door in
een beschutte omgeving en als ze
je zouden vertellen dat je op een
grote python kon trappen, was dat
een fabel. Zo vertrok mevrouw De
Raadt met haar nieuwbakken
echtgenoot naar Rindjani, Indië,
maar wat bleek.bun eerste
standplaats werd Pontianak, West-
Borneo (Kalimantan)...
dooi mzvioutxr fj. dz cdfaadt-fPiancj
dzzt 4
De boot van Java kwam meestal vrijdags
of zaterdags aan. Als de sirene hoorbaar
was, had iedereen nog een half uur de
tijd. De handwagen werd door bestel
lers naar de Boom gereden, er werd
plaats gemaakt in het kantoor voor de
zakken, en de post, bestemd voor
Batavia lag klaar. Na een uur kwam ook
het publiek langs, want van Batavia
kwam ook dikwijls mail uit Europa. In de
voorgalerij van de chef zaten wij dames
ook graag te kijken. Soms kreeg ik een
brief uit Holland, waar ik dolblij mee
was. De zakken met aanzienlijke bedra
gen werden veilig in de kluis gelegd.
Tegen elf uur werd het druk en kon je
het publiek leren kennen. Oppassers van
officieren, een afgevaardigde van het
residentiekantoor (Gemeentehuis), een
paar auto's met Chinezen, de motor
boot die de post voor de bovenloop van
de Kapoeas haalde, soms vijf dagen
varen, en dan was er nog een haven
plaats in het Noorden. Van roofoverval
len was in die tijd nog geen sprake. Dan
kwam ook de motorboot van de andere
oever om de Sultan te brengen - ja,
iedereen leefde mee. En aangezien er
geen ijsfabriek was, ging menigeen aan
boord een koud biertje halen, en wer
den er grote ijsblokken naar de Soos en
het Chinese karnp gebracht. Ook stond
er altijd een pater te wachten, in bruine
pij en sandalen.
De Sultan kreeg een maandelijkse toela
ge van het Gouvernement, maar er
kwam ook wel geld van Java of
Singapore. Er stond een hele kring zwij
gende mensen om hem heen. Mensen
van het Hof waren te herkennen aan
een geborduurde witte fez, maar ook
veel Chinezen stonden naast hem.
'Schuldeisers!' fluisterde mijn chefs
vrouw. Als hij van het loket terugkwam,
werden eerst de brieven opengemaakt,
en dan begon de pantomime.
Als een kind, dat snoepjes uitdeelt,
drukte hij ieder wat in de hand. Soms
haalde een Chinees zijn schouders op,
maar echt bekvechten was er niet bij.
Dan nam zijn vertrouweling alle pape
rassen mee, en verdween de boot weer
naar de overkant van de rivier.
Arme man, daar stonden alle vrouwen,
bijvrouwen, echte kinderen en de
onechten van de bijvrouwen klaar.
Hoeveel, dat zouden we later op het
feest in de Kraton zien!
De haven van Pontianak aan de mond
van de rivier Kapoeas.
Het was maar goed dat oom Wim ons
voorbereidde op ouderwetse plichten.
Een ambtenaar diende bezoeken aan te
vragen en af te leggen. Nette kleren,
liefst hoedje op en lange handschoenen
aan, en moest je in de hitte lijden tot de
gastvrouw zie: "Wilt u zich van uw
handschoenen ontdoen?" Die moest je
losjes op je linkerknie leggen, onder je
tasje. Ik kraaide van plezier - waarom
onder je tasje? Nu, de gasoline onder-
druklampen gaven grote hitte, en een
licht betten met je zakdoekje was toege
staan. Oudere dames hadden een mooie
waaier. "Je begint", zei oom, "bij de
hoogste B.B.-ambtenaar, dus hier de
Resident. Dan de hoogste officier."
Pontianak bezat een Overste, dan weer
de Assistent-Resident, en zo werd Chris
geïnstrueerd.
We waren 's morgens al langs onze chef
geweest, een aardige familie met drie
meisjes, en ook hadden we ons toekom
stig huis gezien, maar onze collega raad
de ons aan tussendoor ook naar de par
ticulieren te gaan. De notaris,
bankdirecteur, hoofd Olie Maatschappij,
en dan waren er nog de dokter, die
geen bezoek wenste, en de dominee. Ik
had een visioen van jaren bezoeken
afleggen. Maar dat viel mee. De beleefd
heidsbezoeken duurden een halfuur en
dan kon je op dezelfde avond nog naar
een andere Hoogedelgestrenge.
De tweede B.B.-ambtenaar was de
secretaris, en toen mevrouw me uit-
hoorde over Holland, vertelde ik dat ik
mijn onderwijzeres-examen had gedaan
vlak voor mijn trouwen. De secretaris
straalde. Er was hulp nodig op de
Europese school. Een onderwijzeres was
ziek naar Java en kwam niet terug, en er
was de eerste vier maanden een inval
ster nodig.
Nu, ons beginsalaris was heel klein, de
Eerste Wereldoorlog was net voorbij,
en het Gouvernement was wel genegen
over de hele linie opslag te geven. Een
zak rijst kostte f 40,en je moest elke
dag je bedienden ook een kom rijst
geven, voor de rest zorgden zij wel zelf.
Dus zou het een aardige bijverdienste
zijn.
35