HERINNERINGEN door J.A. Stolk, huisarts No vele jaren donkeren, deze herinnering. Het moet eerst verloren gaan, voor ik het gans bezit. In dit decembernummer wil ik u allen vooral veel voorspoed en gezondheid wensen voor het komende jaar. Vooral gezondheid is mijn wens voor u allen en daar wil ik het in deze Moesson bij laten. Althans niet meer dan dat schrijf ik ero ver. Over onze gezondheid dus. Waar ik het over zal hebben zijn onze herinne ringen, die een blad als dit inhoud geven en die steeds weer verteld moeten wor den. Het vertelt over identiteit, conti nuïteit, saamhorigheid omdat wij dezelf de geschiedenis hebben. Dezelfde wortels in het verleden maken onze herinnering. Er zijn herinneringen, die gekoesterd worden en er zijn er, die zoveel pijn doen, dat je ze het liefst zo snel als mogelijk is wilt vergeten. Maar herinneringen zijn een deel van je leven geweest en kunnen nooit worden ont kend. Herinneringen behoren bij het leven, zijn een essentieel deel ervan. Het is tijdens je leven gebeurd en kan nooit meer veranderd of ongedaan worden gemaakt. Het zich kunnen herinneren maakt ons tot mensen. Verhalen, 'story-telling', wijken meestal iets af van de werkelijkheid. Verhalen, die over een herinnering vertellen doen dat ook. So what!! De gebeurtenissen en de ervaringen, die er aan ten grondslag liggen, zijn herinneringen en dus is het een waar verhaal. Over de emoties van de verteller kan je je twijfels hebben, in die zin, dat de verteller door die emo ties niet in staat is objectief te oordelen. De herinneringen zoals verteld zijn daar om onbetrouwbaar? Dat dus, zo'n con clusie, is grote onzin. Wat er wordt ver teld is een niet te ontkennen gebeuren uit het verleden. Hoe de gebeurtenissen toen door de verteller zijn ervaren is een bijkomstigheid. Zeergeleerden en mensen met een pro fessorale status schrijven en praten over het nut en de betrouwbaarheid van ver halen en mededelingen gedaan vanuit zo'n herinnering, zo'n ervaring uit het verleden. Het laat zich makkelijk raden wat de conclusies zijn van deze lieden. Je kan je afvragen waar die mensen over oordelen. Is het niet zo, dat elke ge schiedschrijver put uit mededelingen en ervaringen van mensen uit een verleden tijd? Wanneer is nu dan zo'n vertelde of geschreven ervaring wel een betrouwba re zaak en wanneer zo 'emotioneel' gekleurd, dat dan kan worden gesugge reerd dat die ervaringen zijn bedacht en dus verzinsels zijn. Het is een verzonnen verhaal, wanneer de inhoud van het ver haal niet strookt met de opvattingen, meningen en zienswijze van de toehoor der. Dat alleen kan de conclusie zijn. Het verleden heeft vele kanten en gezichten en alles wat er over wordt verteld is ten dele waar. Geschiedschrijverij vertelt alles over de schrijver en geeft daar een duidelijk beeld van. Het vertelt niets over de beschreven geschiedenis. Het is de interpretatie ervan. Geschreven wordt datgene wat gehoord en begrepen wil worden. De leugenaar is niet de vertel ler van zijn ervaringen, de verteller van zijn herinneringen. De leugenaar is die gene, die daar over oordeelt en pro beert de gebeurtenissen door anderen beleefd te ontkennen of te verdraaien. Elke vertelde ervaring is een verrijking voor de ander. Elke ontkenning daarvan typeert die ander als een opportunist. Wat ik mij van de vooroorlogse vakan ties op de koffie-onderneming 'Baros Tampir' vooral herinner zijn de einde loos lijkende erven rond de huizen. Et- waren geen heggen of hekken, die een scheiding markeerden. De prachtig onderhouden tuinen liepen in elkaar over, waardoor die eindeloos lijkende ruimte ontstond. Achter het huis liep de tuin over in het terrein van de dessa. Ook hier geen bamboe heggen en ook geen hekken. Het gevolg was een vrij verkeer tussen de bedienden, die met hun gezin in de bijgebouwen van het huis woonden en het volk van de kamp ong. Een vrolijk, lacherig en schreeuwe rig contact was er de gehele dag door. Wat nooit uit je herinnering zal verdwij nen, dat is de geur. Zoals de natte grond kan ruiken in de regentijd. Of wanneer in de middag de droge grond van de tuin is natgesproeid. De lucht ruikt naar planten, bloemen en dieren en naar het eten uit de keuken, waar de hele dag wordt gebraden, gekookt en gestoomd. Die speciale geur van de lucht, die bij je jeugd hoort en die nergens meer ter wereld door jou wordt geroken. Het is weg, maar verdwijnen doet het nooit. Een leven in luilekkerland daar op de onderneming. Met de kinderen van de buren werden de vruchtbomen van de kampong geplunderd en met eten, sla pen en nog meer niets doen, daar vulde je de dagen mee. Tempo doeloe' is niet alleen een verza meling van verkleurde of vergeelde foto's of een nostalgisch hunkeren naar een geïdealiseerd verleden. Het is eer der een voortdurend tumult tussen de emoties, die bij het verleden horen en de emoties, die zich nu de dag van je meester maken. Het is de lineaire continuïteit van je eigen geschiedenis. Alles wat je hebt meegemaakt en ervaren en datgene wat je nu overkomt. Al die zaken in een voortdurend conflict. 'Tempo doeloe' vertelt de levende geschiedenis van mensen, landen en continenten. Toen en nu en alle gebeurtenissen door mij meegemaakt, hetzij direct of indi rect, hebben mij gemaakt en gevormd tot wat ik ben. Net als die anderen, die geduid kunnen worden als Indische men sen ben ik wat complexer en moeilijker te begrijpen en ben ik vaak in tegen spraak met eigen emoties en eerder geuite opvattingen, omdat die dualiteit en soms pluraliteit van afkomst dit met zich meebrengt. Het maakt het leven er niet makkelijker op. Het maakt wel een mens van de wereld van je. Een cosmo- poliet, tegen wil en dank wellicht, maar zo is het nu eenmaal. Het schept ook verantwoordelijkheid, in deze tijd voor al, waar het kwaadaardig geleuter over ras en afkomst voorpagina nieuws is. 'Tempo doeloe' is voorbij en er is afscheid genomen. Het is verleden tijd, maar het kan nooit vergeten worden. De littekens blijven zichtbaar en soms bloeden de wonden nog. Ook de goede herinneringen blij ven in je geheugen gegrift en wat is daar nu op tegen? Ik heb wel eens aan vrienden gezegd: "Je suis un homme de trop tard." Dat zal 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 40