EN D£ CATECHISMUS TAND wove £N vé Tante Tand was een Chinese tante van Nootje. Hoe haar Chinese naam precies luidde wist men allang niet meer. Tan, zonder d, was een van haar drie namen en het makkelijkst te onthouden. De d werd er later aan toegevoegd door Nootje's jongste zusje. Oom Pong, haar echtgenoot en een broer van Nootje's moeder, dankte zijn naam aan het feit dat hij altijd zei, wanneer men het over zijn leeftijd had: "Ik ben wel oud, maar niet ompong!" Waarmee hij maar wou zeggen dat hij ondanks zijn leeftijd nog in het bezit was van al zijn tariden en kiezen. Dat bracht het zusje er op een keer toe op te merken: "Oom Ompong en tante Tand." Ze voegde er voor de grap de d aan toe, maar die is er voor altijd in gebleven. Oom werd Pong genoemd voor het gemak. Dus heette het echtpaar vanaf dat tijdstip - oom Pong en tante Tand. Oom Pong en tante Tand waren keurig getrouwd in het stad huis, maar niet in de kerk. En dat verdroot pastoor. Toen een jaar of vijftien geleden, voordat deze geschiedenis zich afspeel de, het echtpaar in het huwelijk trad was tante niet katholiek. Oom wel. "De kerkelijke inzegening komt nog wel", stelde oom de goe gemeente gerust, maar het bleef bij geruststellen. Voor dit kon plaatsvinden moest tante wel eerst katholiek gedoopt worden. De oude pastoor ging en een nieuwe kwam en die was er ook niet zo gerust op. "Want", zei hij op een keer dat hij er op bezoek was, "je verzekert je hier op aarde voor allerlei dingen, waarom zou je het niet doen voor een - goed - plaatsje in het hiernamaals. Het moet natuurlijk wel van harte gaan." De nadruk legde hij op het woordje goed. Want zoals u misschien wel zult weten zijn daar meer plaatsen. Hij drukte zich altijd heel begrijpelijk uit. Oom en hij konden het goed met elkaar vinden want oom had altijd wat onder de kurk voor -eventu aliteiten- en pastoor had havanna's. Pastoor was niet vies van het geestrijk vocht en oom niet van de longverruimende torpedo's. Ze offreerden elkaar het nodi ge en vermaakten zich best. Pastoor was een vrolijke Frans. Hij hield van een lolletje en voetbal. Als hij geen scheidsrech ter was dan holde hij zelf, met de jongens van de fraterschool, als centervoor in z'n lange rokken achter de bal aan. "Hoe staat het met de bijbelkennis van uw vrouw?" vroeg pas toor op een dag dat hij bij oom Pong op bezoek was en ze van eikaars gaven genoten. Oom Pong humde en schudde wat met het hoofd heen en weer alsof hij zeggen wou: "Zo zo." "Zal ik haar catechismus geven?" "Zou ik maar niet doen", raadde oom Pong het af."Wat u haar vertelt kan ze thuis niet naslaan, want ze kan lezen noch schrij ven." "Maar het wordt toch tijd dat ze gedoopt wordt. Jullie zijn nu al jaren getrouwd, hebben een dochter van vijftien jaar en je vrouw is nog steeds niet katholiek. Ze is een goede vrouw, handelt als een christen maar ja... En u behoort ook niet meer tot de jongsten. Zou u de zaakjes niet geregeld willen hebben voor u de grote oversteek maakt. Neem me niet kwalijk dat ik het populair zeg, maar zo is het toch." Pastoor had gelijk, oom was niet jong meer. Hij was voor de tweede keer getrouwd op late leeftijd. Zijn eerste vrouw had dit ondermaanse verlaten zonder hem kinderen te hebben geschonken. Maar dat lag niet aan hem. Het bewijs was Tientje, zoals hun dochter uit dit tweede huwelijk heette. "Eerwaarde, u mag het zo populair zeggen als u wilt en als u haar met alle geweld les wilt geven doet u dat maar, als ze het zelf maar wil." Tante Tand hoorde maar met een half oor wat er gezegd werd want ze liep bedrijvig heen en weer met stopflessen koekjes die ze voor pastoor op de tafel rangschikte en hem steeds weer uitnodigde tot eten met de woorden: "Ajo pas toor eten, moet toch op." "Mevrouw, gaat u toch even zitten. Er staat al genoeg op tafel om een regiment te voeden. Ik wil even met u praten." Tante zette zich op een stoel met de handen in de schoot en keek de zieleherder verwachtingsvol aan. "U bent nu al jaren getrouwd met een katholiek, maar u bent niet katholiek. Zou u dat niet willen worden?" Tante wreef de handen in de schoot, wipte op de punt van de stoel op en neer en antwoordde: "Ija pastoor, wil wel maar hoe?" "U leert wat ik u opgeef en ik vraag er later wat over." Oom humde. Tante keek van oom naar pastoor en verklaarde wat net ervoor door oom was gedaan:"Ken niet lezen pastoor." "Ja, dat is zo", hij nam een slok en keek toen naar oom Pong, "maar als ik het u nu opgeef kunt u haar toch wegwijs maken?" "Daar begin ik niet aan, daar heb ik geen geduld voor." Bij zichzelf dacht hij: "Het is altijd goed gegaan tot nu toe, waar om die verandering." Pastoor bekeek nadenkend zijn sigaar. Na een wijle klaarde zijn gezicht op. "Ik weet het. Tientje kan het doen. Tientje kan haar les geven!" Oom Pong humde en bromde:"lk zou het niet doen." Tientje was een spring in het veld en kon niet lang serieus blijven. Maar ze wou het wel proberen en al gauw namen de lessen een aanvang. Pastoor gaf haar op wat ze haar moeder leren moest. Op een keer dat Tientje bij Nootje op bezoek was, Ventje was er natuurlijk ook, vertelde ze dat ze het zo druk had. "Waarom?" wou Nootje weten. "Ach, ik moet ma les geven." "Moet jij tante les geven? Waarin dan?" "Bijbelles." "Loh waarom?" "Ze moet katholiek worden." "Waarom?" "Ach, de pastoor zegt voor later als ze dood gaat." "Hoe gaat dat?" Nootje was protestant. "Dood gaan?" "Niet natuurlijk! Katholiek worden." "Je moet leren en dan stelt pastoor vragen en als goed wordt je gedoopt en dan ben je katholiek. Maar moeilijk. Je weet toch, ze kan niet lezen dus ik moet haar alles vertellen en ze vergeet maar door." "Ken je haar niet voorzeggen?" vroeg Nootje met meer dan normale belangstelling. "Misschien wel, als ik bij haar mag blij ven zitten. Ik denk mag wel, pastoor is een goeie vent." "Mogen wij ook kijken?" vroeg Nootje. "Want ik ben 42

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1993 | | pagina 42