Brisbane calling
In den vreemde
ben ik gebleven
GESLOTEN
Het wonder van de Kerstnacht
Geboren in bet mooie Indië,
werd ik oud in Nederland,
terugkeer was niet mogelijk,
want Indië is nu een ander land.
Ondanks een Nederlands paspoort,
blijft je hart verankerd in je geboorteland,
na de vakantie moetje weer vertrekken,
want Indonesië is nu bet buitenland.
Als Indo ben je gespleten,
en bekijk je bet van elke kant,
je wortels liggen in Indonesië,
maar oud worden doe je in een ander land.
Als ik sterf zal de Waringinboom mij geen
schaduw geven,
clan verdwijn ik in cle kille grond,
van een land waar ik. mijn leven heb gesleten,
helaas niet mijn geboorteland.
Theo Kappers
Vervolg van pag. 11
omhoog' strekkend, liet hij de door de
12-tands doortrapper aangedreven peda
len nog even verder malen en gaf toen
op. Een wijde bocht makend kwam ik bij
hem terug. Karei keek sip. Hij stapte
voorzichtig af, legde zijn fiets neer en
trekkebeende er met een vertrokken
gezicht omheen. Hij leek net een blekok
met kippepoep tussen de tenen. Ik zag
ook dat er een heleboel met stof ver
mengde viezigheid langs de binnenkant
van zijn rechterbeen droop. De angst
sloeg me om het hart, want we aten des
tijds genoeg roedjak en andere heerlijk
heden van de straat om elk moment van
de dag een aanval van acute buikloop of
andere stoelgangversnelling te kunnen
verwachten. Maar tot mijn verbijstering
begon Karei opeens te schateren en
wees op zijn besmeurde been: "Allemaal
olie deze, lijk wel mentjret." Dat krijg je
als je teveel olie op ketting en tandwie
len gooit. En te hard fietst. We hebben
't toen bijna in onze broek gedaan van
't lachen. Midden op de aloon-aloon.
Als ik hem daar nu over zou aanspreken,
vertrekt Karei gegarandeerd geen spier.
Zonder zijn stem te verheffen zal hij
hoogstens zeggen: "Ach ja, dat kan ik me
nog wel voor de geest halen. Als ik me
toen niet zo royaal van smeermiddelen
had bediend, had ik je ongetwijfeld in het
stof doen bijten. Zoals gewoonlijk." Om
dan met hooggeheven kin en opgestoken
pink te controleren of de Windsor-
knoop van zijn chique stropdas wel recht
onder zijn adamsappel zit. Mensen en tij
den veranderen. Om uit je vel te sprin
gen.
Redactie Moesson is gesloten
van 24 december 1993
t/m 2 januari 1994.
Het Indisch Wetenschappelijk
Instituut (IWI) en het Indisch Familie
Archief (IFA), samen het Indisch
Documentatie Centrum (IDC)
zijn gesloten
van 24 december 1993
tot en met I januari 1994.
Boekhandel Moesson is gesloten
van 24 december 1993
t/m 2 januari 1994.
In het kleine kamertje van een huisje in het 'Halmaheira' kamp
zitten Manis, Hanny en Marge (bijna vier jaar) dicht tegen
elkaar op de grond. Semarang is een warme plaats, maar de
kale cementen vloer is 's nachts hard en koud. We zijn nu bijna
drie jaar geïnterneerd. "Het moet niet lang meer duren", denk
ik, als ik naar de vale, magere gezichten van mams en mijn
zusje kijk. Ik ga naar buiten, want vier uur lang ben ik Fushiban
(nachtwacht). Het heeft flink geregend, maar nu is er prachtig
maanlicht. Over twee uur is het Kerstnacht. De bomen lijken
getooid met kerstversierselen. De waterdruppels op de takken
lijken van zilver in het felle licht. Na tien minuten lopen over
de doodstille weg hoor ik het geluid van laarzen. 'Jan de
Mepper' doet zijn ronde. Als hij voor mij staat, sta ik stram in
de houding en roep; "Kiotiké!" Ik verstijf van angst als ik zijn
hand naar de zweep, die aan zijn gordel hangt, zie tasten. Het
wrede gezicht buigt zich naar mij toe. Het is of hij door mij
heen kijkt, naar iets achter mij. Een onbeschrijfelijke angst doet
mij wankelen. Dan ineens doet de Jap een pas achteruit, slaat
de hielen tegen elkaar, salueert en verdwijnt. Verbijsterd draai
ik mij voorzichtig om. Tussen de bomen hangt een kruis,
gevormd door een grote horizontale tak en een afgerukte,
kleinere tak. De maan is nu vol en doet de druppels op de tak
ken flonkeren. 'Jan de Mepper' had waarschijnlijk in deze merk
waardige speling van de natuur iets bovennatuurlijks gezien.
Het was nu Kerstnacht en mijn wacht zat er bijna op. Ik deed
nog een ronde langs de huisjes, waar zoveel wanhoop en ver
driet verwerkt werd. De volgende dag zit ik bij de zieken en
vertel over het kruis tussen de bomen als een belofte en ver
troosting. Er kwam weer vreugde en glans op de uitgemergel
de gezichten. Men kon weer vertrouwen en geloven.
Dat kruis kwam als een teken, want een paar maanden later
vlogen de vliegtuigen met het 'rood-wit-blauw' aan de onder
kant over ons kamp. We droegen de zwaar zieken naar buiten
en hieven schreiend van geluk de handen omhoog.
Naar het kruis der bevrijding!
Tilly Breeman
49